Motie Leijten over regie voor gedupeerde ouders via een derdengeldenrekening - Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in verband met uitbreiding van de hardheidsclausule en invoering van een hardheidsregeling en een vangnetbepaling (Wet hardheidsaanpassing Awir) - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 30 toegevoegd aan wetsvoorstel 35468 - Wet hardheidsaanpassing Awir (verzachting hardheden die zich bij de toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen voordoen) i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in verband met uitbreiding van de hardheidsclausule en invoering van een hardheidsregeling en een vangnetbepaling (Wet hardheidsaanpassing Awir); Motie; Motie van het lid Leijten over regie voor gedupeerde ouders via een derdengeldenrekening |
---|---|
Documentdatum | 17-06-2020 |
Publicatiedatum | 18-06-2020 |
Nummer | KST3546830 |
Kenmerk | 35468, nr. 30 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-2020
35 468 |
Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in verband met uitbreiding van de hardheidsclausule en invoering van een hardheidsregeling en een vangnetbepaling (Wet hardheidsaanpassing Awir) |
Nr. 30 |
MOTIE VAN HET LID LEIJTEN Voorgesteld 17 juni 2020 De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat veel ouders als gevolg van onterechte terugvordering van kinderopvangtoeslag onder bewind zijn komen te staan en hierdoor regie over hun financiën zijn kwijtgeraakt; overwegende dat het van belang is dat deze gedupeerde ouders weer de regie over hun financiën terug moeten krijgen; verzoekt de regering, het mogelijk te maken voor gedupeerde ouders om toegekende compensatie op een derdengeldenrekening te laten plaatsen en met tussenkomst van een derde regie over de hun toegekende compensatie te laten krijgen, en gaat over tot de orde van de dag. Leijten |
kst-35468-30 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020 |
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 468, nr. 30 |