Motie Leijten over een fonds voor vervolgopleidingen voor de kinderen van gedupeerde ouders - Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in verband met uitbreiding van de hardheidsclausule en invoering van een hardheidsregeling en een vangnetbepaling (Wet hardheidsaanpassing Awir) - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 31 toegevoegd aan wetsvoorstel 35468 - Wet hardheidsaanpassing Awir (verzachting hardheden die zich bij de toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen voordoen) i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in verband met uitbreiding van de hardheidsclausule en invoering van een hardheidsregeling en een vangnetbepaling (Wet hardheidsaanpassing Awir); Motie; Motie van het lid Leijten over een fonds voor vervolgopleidingen voor de kinderen van gedupeerde ouders |
---|---|
Documentdatum | 17-06-2020 |
Publicatiedatum | 18-06-2020 |
Nummer | KST3546831 |
Kenmerk | 35468, nr. 31 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-
2020
35 468
Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in verband met uitbreiding van de hardheidsclausule en invoering van een hardheidsregeling en een vangnetbepaling (Wet hardheidsaanpassing Awir)
Voorgesteld 17 juni 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat kinderen van gedupeerde ouders dikwijls in armoede zijn opgegroeid en daarmee ten dele van hun jeugd zijn beroofd;
constaterende dat het leenstelsel voor aankomende studenten een belemmering kan vormen om een vervolgopleiding te volgen;
overwegende dat kinderen van gedupeerde ouders niet de dupe mogen zijn van wat de Belastingdienst/Toeslagen hun heeft aangedaan;
verzoekt de regering, een fonds in te richten waaruit vervolgopleidingen waarvoor geld geleend moet worden, kunnen worden bekostigd voor de kinderen van gedupeerde ouders,
en gaat over tot de orde van de dag.
Leijten
kst-35468-31 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 468, nr. 31