Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van SZW over spoedeisende wetsvoorstellen op het terrein van de Commissie SZW - Functioneren van de Eerste Kamer in crisistijd

Dit verslag van een schriftelijk overleg is onder nr. G toegevoegd aan wetsvoorstel 35300 XV - Vaststelling begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2020 i en dossier CXXXIX - Functioneren van de Eerste Kamer in crisistijd.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Functioneren van de Eerste Kamer in crisistijd; Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van SZW over spoedeisende wetsvoorstellen op het terrein van de Commissie SZW
Document­datum 08-05-2020
Publicatie­datum 12-05-2020
Nummer KSTCXXXIXG
Kenmerk CXXXIX; 35300 XV, nr. G
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2019-2020

CXXXIX

Functioneren van de Eerste Kamer in crisistijd

35 300 XV

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020

G1

VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 8 mei 2020

De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid2 hebben op 14 april 2020 via e-mailprocedure kennisgenomen van de brief d.d. 9 april 2020 van de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming over spoedeisende wetsvoorstellen Eerste Kamer eerste helft 20203.

De leden van de PvdA-fractie hebben naar aanleiding hiervan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 17 april 2020 een brief gestuurd.

De Minister heeft op 8 mei 2020 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Van Dooren

1    Letter G heeft alleen betrekking op CXXXIX.

2    Samenstelling:

Kox (SP), Essers (CDA), Koffeman (PvdD), Ester (CU), Sent (PvdA) (voorzitter), Van Strien (PVV), N.J.J. van Kesteren (CDA), Nooren (PvdA), Oomen-Ruijten (CDA), Schalk (SGP), Stienen (D66), De Bruijn-Wezeman (VVD), A.J.M. van Kesteren (PVV), Van Rooijen (50PLUS), Wever (VVD) (ondervoorzitter), Van Ballekom (VVD), Geerdink (VVD), Gerbrandy (OSF), Van Gurp (GL), Van der Linden (FVD), Moonen (D66), Nanninga (FVD), Van Pareren (FVD), Pouw-Verweij (FVD), Rosenmöller (GL), Vendrik (GL), De Vries (Fractie-Otten).

3    Kamerstukken I 2019/2020, CXXXIX/35 300, D.

kst-CXXXIX-G ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Den Haag, 17 april 2020

De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben op 14 april 2020 via e-mailprocedure kennisgenomen van de brief d.d. 9 april 2020 van de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming over spoedeisende wetsvoorstellen Eerste Kamer eerste helft 20204. De leden van de PvdA-fractie hebben naar aanleiding van deze brief de volgende vragen en opmerkingen.

De leden van de PvdA-fractie verzoeken de regering om een nadere, uitvoerige toelichting aangaande de spoedeisendheid van de wetsvoorstellen die op het werkterrein van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid liggen, alsmede wensen deze leden zicht te krijgen op de wetsvoorstellen van het Ministerie van SZW die thans nog in de Tweede Kamer in behandeling zijn en na afronding van die behandeling als spoedeisend bij de Eerste Kamer zullen worden aangemeld.

De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid zien de beantwoording met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

E.M. Sent

4 Kamerstukken I 2019/2020, CXXXIX/35 300, D.

BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 8 mei 2010

Bij brief d.d. 17 april 2020, kenmerk 166566.02u, vroeg u mij, op verzoek van de leden van de PvdA-fractie, om een uitvoerige toelichting aangaande de spoedeisendheid van wetsvoorstellen van mijn ministerie die bij uw kamer aanhangig zijn, dan wel nog in de Tweede Kamer in behandeling zijn en na afronding spoedeisend zijn.

Bij uw kamer zijn op dit moment drie wetsvoorstellen van mijn ministerie aanhanging. Dit betreft de volgende wetsvoorstellen:

35174: Wijziging van de Participatiewet en enige andere wetten in verband met het opheffen van discriminatoir onderscheid tussen bloedverwanten in de tweede graad en anderen die een gezamenlijke huishouding voeren waarbij sprake is van zorgbehoefte Dit wetsvoorstel kan bij nader inzien op de gebruikelijke wijze worden afgehandeld. Het wetsvoorstel treedt de dag na plaatsing in het Staatsblad in werking.

35213: Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en enkele andere wetten in verband met verdere activering van de participatie van jonggehandicapten en het harmoniseren van de verschillende regimes Wajong

Als de behandeling van het wetsvoorstel (inclusief stemmingen) in de Eerste Kamer voor 1 juni 2020 wordt afgerond, kunnen alle maatregelen uit het wetsvoorstel vereenvoudiging Wajong ingevoerd worden per 1 januari 2021. Behandeling van het wetsvoorstel (inclusief stemmingen) in de Eerste Kamer na 1 juni 2020 betekent uitstel van inwerkingtreding naar een later moment. Ik heb het wetsvoorstel aangemeld als spoedwetgeving omdat ik uitstel van inwerkingtreding naar een later moment om twee redenen onwenselijk acht. Uitstel betekent ten eerste dat een aantal belemmeringen die participatie van Wajongers in de weg staan voor langere tijd blijven bestaan. De financiële drempel om onderwijs te volgen blijft langer bestaan in de Wajong2010 en Wajong2015. Ook worden de regels voor het eindigen en herleven van het recht waarmee Wajongers kunnen terugvallen op de uitkering pas op een later moment uitgebreid en verbreed. Verder treden de nieuwe regels voor inkomensondersteuning pas op een later moment inwerking. Wat ten tweede een belangrijke rol speelt, is dat door uitstel van inwerkingtreding langer onzekerheid blijft ontstaan voor een kwetsbare doelgroep. Pas nadat de Eerste Kamer heeft besloten over het wetsvoorstel kan UWV Wajongers op individueel niveau informeren over de gevolgen van het wetsvoorstel voor hun persoonlijke situatie.

Voor het geval het niet mogelijk is om de behandeling van het wetsvoorstel (inclusief stemmingen) in de Eerste Kamer voor 1 juni 2020 af te ronden, ben ik met UWV in overleg over eerstvolgende datum waarop de maatregelen uit het wetsvoorstel in werking kunnen treden.

35316: Wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ten behoeve van de uitwisseling van persoonsgegevens De behandeling van de wijziging van Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is spoedeisend, omdat de wetswijziging knelpunten oplost die gemeentelijke schuldhulpverleners, schuldeiser en indirect burgers hebben bij de voor hulpverlening noodzakelijke uitwisseling van persoonsgegevens. De wetswijziging zorgt dat het wettelijk kader voor de gegevensuitwisseling aansluit bij de privacyregelgeving. Naast reparatie is de wetswijziging een impuls voor vroegsignalering van schulden. Dat is een bewezen effectieve aanpak om mensen met problematische schulden eerder te vinden en sneller te helpen. De wetswijziging maakt schuldhulpverlening effectiever en efficiënter en is een belangrijke maatregel uit de Brede Schuldenaanpak van het kabinet. Snelle inwerkintreding is extra van belang nu de coronacrisis zeer waarschijnlijk gaat leiden tot een toename van de mensen met problematische schulden. Als de behandeling van het wetvoorstel (inclusief stemmingen) in de Eerste Kamer voor 1 juni 2020 wordt afgerond, kan het wetsvoorstel op 1 januari 2021 in werking treden. Als de behandeling later wordt afgerond kunnen de vaste verandermomenten niet worden nageleefd of de inwerkingtreding schuift een half jaar op naar medio 2021.

Verder vraagt u zicht te krijgen op de wetsvoorstellen van mijn ministerie die thans nog in de Tweede Kamer in behandeling zijn en na afronding van die behandeling als spoedeisend bij uw Kamer zullen worden aangemeld.

Op 27 maart jl., kenmerk 2874495, hebben de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming een overzicht gestuurd van spoedeisende wetsvoorstellen waarvan het kabinet het wenselijk acht dat deze door de Tweede Kamer voor de zomer van 2020 worden behandeld. Uw kamer heeft van deze brief een afschrift ontvangen. In de bijlagen bij genoemde brief staan 8 wetsvoorstellen van mijn ministerie. Ten aanzien van twee daar genoemde wetsvoorstellen is inmiddels besloten tot een latere beoogde inwerkingtredingsdatum. Hierover heb ik de Tweede Kamer geïnformeerd.

Dit betreft het nog in te dienen wetsvoorstel houdende regels over inburgering in de Nederlandse samenleving (zie Kamerstukken II 2019/20, 32 824, nr. 294), waarbij het overigens de ambitie blijft om zo snel mogelijk afscheid te nemen van het huidige stelsel, en het wetsvoorstel pensioenverdeling bij scheiding (zie Kamerstukken 35 287, brief d.d.

21 april 2020, kenmerk 2020-0000051471), waarbij geldt dat op tijd duidelijkheid geboden moet worden aan scheidende partijen en overige belanghebbenden.

Ten aanzien van de andere genoemde wetsvoorstellen stel ik voor u nader te informeren zodra de behandeling in de Tweede Kamer is afgerond. Dit betreft de volgende wetsvoorstellen:

  • Implementatiewet herziene detacheringsrichtlijn (Kamerstukken

35 358), uiterste implementatiedatum 30 juli 2020. De Tweede Kamer behandelt dit wetsvoorstel in een wetgevingsoverleg op 12 mei 2020;

  • Wijziging Participatiewet i.v.m. uitsluiten fraudevorderingen bij vermogenstoets (Kamerstukken 35 374). De Tweede Kamer behandelt dit wetsvoorstel na het zomerreces;
  • Breed offensief: Wijziging Participatiewet en enkele andere wetten (Uitvoeren breed offensief) (Kamerstukken 35 394). De Tweede Kamer behandelt dit wetsvoorstel na het zomerreces;
  • Verandering koppeling AOW-leeftijd;
  • Wijziging van de Participatiewet i.v.m. het verbeteren van de ondersteuning van mensen in de bijstand en aanpassing van de uitvoering van de taaleis, en
  • Wijziging van de Pensioenwet en Wvb in verband met introduceren van keuzemogelijkheid bedrag ineens, vrijstelling RVU-heffing en uitbreiden verlofsparen.

Deze laatste drie wetsvoorstellen zijn nog niet ingediend bij de Tweede Kamer.

Ik hoop u hiermee, mede namens de Staatssecretaris, voldoende inzicht te hebben gegeven in de spoedeisendheid van de wetsvoorstellen van mijn ministerie.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

  • W. 
    Koolmees

Eerste Kamer, vergaderjaar 2019-2020, CXXXIX, G 5


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.