Brief regering; Inzet Calamiteitenhospitaal voor COVID-19 - Infectieziektenbestrijding - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 275 toegevoegd aan dossier 25295 - Infectieziektenbestrijding.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Infectieziektenbestrijding; Brief regering; Inzet Calamiteitenhospitaal voor COVID-19 |
---|---|
Documentdatum | 08-04-2020 |
Publicatiedatum | 20-04-2020 |
Nummer | KST25295275 |
Kenmerk | 25295, nr. 275 |
Commissie(s) | Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-
2020
25 295
BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR MEDISCHE ZORG EN VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 8 april 2020
Door middel van deze brief informeren wij u over het inzetten van het Calamiteitenhospitaal in de bestrijding van de COVID-19 pandemie.
De voorzitter van de Raad van Bestuur van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC Utrecht) en de Commandant van het Centraal Militair Hospitaal (CMH) hebben ons geïnformeerd dat zij voornemens zijn de ruimte en capaciteiten van het Calamiteitenhospitaal te gebruiken voor de behandeling van patiënten met COVID-19. Door een gezamenlijke inspanning van het UMC Utrecht en het Ministerie van Defensie wordt daarmee de IC-capaciteit van het UMC Utrecht met 19 bedden uitgebreid. De rol die het Calamiteitenhospitaal speelt in de medische keten voor uitgezonden militairen blijft door het UMC Utrecht gegarandeerd.
In heel Nederland wordt, net als in het UMC Utrecht, hard gewerkt aan opschaling van IC-capaciteit waarbij een beroep wordt gedaan op de totale beschikbare personeelscapaciteit. Voor deze inzet hebben wij grote waardering. We steunen dan ook de inzet van het Calamiteitenhospitaal en verwachten dat uitbreiding van de IC-capaciteit van het UMC Utrecht in het Calamiteitenhospitaal een goede bijdrage zal leveren aan de bestrijding van COvId-19.
De Minister voor Medische Zorg,
M.J. van Rijn
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten
kst-25295-275 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 25 295, nr. 275