Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met een rapportage over de ontwikkeling van de pensioenpremies in de periode van 2015 tot en met 2019 - Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de loonbelasting 1964, de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet in verband met de aanpassing van het fiscale kader voor oudedagsvoorzieningen (Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen)

Deze brief is onder nr. S toegevoegd aan wetsvoorstel 33610 - Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen i en wetsvoorstel 33847 - Wijziging van de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014 i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de loonbelasting 1964, de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet in verband met de aanpassing van het fiscale kader voor oudedagsvoorzieningen (Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen); Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met een rapportage over de ontwikkeling van de pensioenpremies in de periode van 2015 tot en met 2019
Document­datum 11-12-2019
Publicatie­datum 12-12-2019
Nummer KST33610S
Kenmerk 33610; 33847, nr. S
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2019-

2020

33 610

33 847

S1

Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de loonbelasting 1964, de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet in verband met de aanpassing van het fiscale kader voor oudedagsvoorzieningen (Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen)

Wijziging van de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014

BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 11 december 2019

Bij de behandeling van het wetsvoorstel tot Wijziging van de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014 (novelle Witteveen, 33 847) heeft mijn ambtsvoorgangster uw Kamer toegezegd de jaarlijkse rapportage van DNB over de ontwikkeling van de pensioenpremies door te sturen. Eind augustus vorig jaar heb ik uw Kamer geïnformeerd over de ontwikkeling van de pensioenpremies in de periode van 2014 tot en met 2018. Middels deze brief informeer ik u over de ontwikkeling van de pensioenpremies in de periode van 2015 tot en met 2019.

1 Letter S heeft alleen betrekking op wetsvoorstel 33 610.

kst-33610-S ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019

Ontwikkeling pensioenpremies in de periode van 2015 tot en met 2019

DNB heeft de in het onderzoek betrokken pensioenfondsen1 gevraagd naar de hoogte en mutatie van zowel de feitelijke premie2 als van de (gedempte) kostendekkende premie. Hieronder worden deze twee premiebegrippen kort toegelicht.

(Gedempte) kostendekkende premie

De (gedempte) kostendekkende premie is de premie die door fondsen minimaal in rekening gebracht dient te worden op grond van artikel 128 Pensioenwet. De (gedempte) kostendekkende premie geeft daarmee de kostprijs van de pensioenopbouw weer. Wijzigingen in de pensioenregeling en in het deelnemersbestand hebben een directe invloed op de hoogte van (gedempte) kostendekkende premie. De Pensioenwet bepaalt dat de kostendekkende premie kan worden vastgesteld aan de hand van de actuele rentetermijnstructuur. De kostendekkende premie kan door pensioenfondsen ook worden gedempt. Demping kan plaatsvinden op basis van een voortschrijdend gemiddelde van de rente dan wel op basis van een vastgestelde verwachte waarde van het toekomstig rendement. Deze verschillende methoden van vaststellen van de kostendekkende premie leiden ook tot verschillende hoogten van de kostendekkende premie, bij gelijke omstandigheden.

Feitelijke premie

De feitelijke premie is de premie die werkelijk in rekening wordt gebracht en ligt in de praktijk vaak hoger dan de (gedempte) kostendekkende premie. De (gedempte) kostendekkende premie is een wettelijke ondergrens, maar pensioenfondsen kunnen in hun beleid, bijvoorbeeld vanuit prudentiële overwegingen of omdat een vaste premieafspraak voor meerdere jaren van toepassing is, een feitelijke premie nastreven die hoger ligt.

Onderstaande grafieken3 laten een lichte stijging zien van zowel de feitelijke als (gedempte) kostendekkende premie in de periode 2015 tot en met 2019. Verder blijkt dat in deze periode het aandeel van de premie dat op de werknemer wordt verhaald, meer toegenomen dan de werkgeversaandeel. De enquête van DNB bevat geen verklaring voor deze bevindingen en is daar ook niet voor bedoeld. Het is niet bekend waarom de werknemersbijdrage harder is gestegen dan de werkgeverspremie.

Daarbij moet worden opgemerkt dat het grootste deel van de pensioen-premiesom nog altijd wordt opgebracht door werkgevers. De verdeling van de premie tussen de werkgever en werknemers berust meestal op arbeidsvoorwaardelijke afspraken.

Elementen die invloed hebben op het vaststellen en mogelijke mutatie van pensioenpremies

De aanpassing van de pensioenregeling aan het Witteveenkader is maar één van meerdere elementen die invloed heeft gehad op het vaststellen en de mogelijke mutatie van de (gedempte) kostendekkende premie. Andere mogelijke verklaringen zijn de gestegen pensioenleeftijd en de toename van het aantal actieve pensioendeelnemers die premie afdragen.

Overige belangrijke elementen die invloed zijn geweest;

  • • 
    Wijziging van het deelnemersbestand (mutaties aantallen en kenmerken deelnemersbestand)
  • • 
    Wijzigingen in de rentetermijnstructuur (rts) of dempingsrendement
  • • 
    Verschillen in herstelpremies, extra premies of bijstortingen
  • • 
    Wijziging van de pensioenregeling (bijvoorbeeld verhoging van het nabestaandenpensioen)
  • • 
    Verschillende methoden van vaststellen van de kostendekkende premie, leiden ook tot verschillende hoogten van de kostendekkende premie, bij gelijke omstandigheden.

Met betrekking tot het laatste element zijn tegelijkertijd met de versobering van het Witteveenkader in het kader van het FTK andere wetwij-zingen doorgevoerd die invloed hadden op de ontwikkeling van de premie. Zo zijn om de premiestabiliteit te vergroten in de aanpassing van het FTK twee maatregelen opgenomen. De «bijdrage aan herstel eis» (ook wel de premiedekkingsgraadeis genoemd) verviel en de regels voor rendementsdemping wijzigde. Het rapport «Evaluatie Wet aanpassing

FTK» (31-1-2018) laat zien dat pensioenfondsen in de periode 2015-2017 ervoor hebben gekozen om een andere premiesystematiek toe te passen en 28% van de fondsen heeft gekozen voor een sterkere vorm van premiedemping.

Tot slot

De toets van DNB in 2015 met betrekking tot de pensioenpremies heeft inzichtelijk gemaakt wat de relatie is geweest van de versobering van het Witteveenkader op de feitelijke en (gedempte) kostendekkende premie. Voor de periode na 2015 biedt het premieoverzicht minder inzicht in het verband tussen de (versobering van de) pensioenambitie en het premie-niveau. Zoals aangegeven is dit immers van veel verschillende factoren afhankelijk.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

  • W. 
    Koolmees

Eerste Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 33 610, S 4

1

   Een vaste groep van pensioenfondsen vult jaarlijks de EPI (Enquête Premie & Indexatie) in. Afgelopen jaren bestond deze groep uit 28 pensioenfondsen. Over 2019 hebben 26 pensioenfondsen de enquête ingevuld omdat twee pensioenfondsen zijn gefuseerd of geliquideerd. De cijfers over 2015 tot en met 2018 zijn naar aanleiding van deze mutatie gecorrigeerd.

2

   Exclusief VPL-premie.

3

   Premiegegevens voor 2015 t/m 2018 zijn gerealiseerde data (ex post), 2019 zijn geprognosti-seerde data (ex ante).


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.