Inbreng verslag schriftelijk overleg over het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs (35074-69) - Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten om de balans tussen vaste en flexibele arbeidsovereenkomsten te verbeteren (Wet arbeidsmarkt in balans)

1.

Kerngegevens

Officiële titel Inbreng verslag schriftelijk overleg over het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Kamerstuk 35074-69)
Document­datum 03-10-2019
Publicatie­datum 03-10-2019
Externe link origineel bericht

2.

Tekst

Kamerstuk ….. , nr. …

VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld … oktober 2019

Binnen de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestaat de behoefte om enkele vragen en opmerkingen voor te leggen aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Kamerstuk 35 074, nr. 69).

Bij brief van … oktober 2019 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid deze beantwoord. De vragen en opmerkingen van de fracties en de antwoorden van de minister zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Rog

Adjunct-griffier van de commissie,

Kraaijenoord

Inhoudsopgave

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

II Reactie van de minister

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs. Tijdens het recente algemeen overleg Participatiewet/ Breed Offensief op 12 september 2019, hebben de leden van de VVD-fractie al hun zorgen geuit over de voorliggende algemene maatregel van bestuur (AMvB) in relatie tot de positie van mensen die onder de doelgroep banenafspraak en beschut werk vallen. De uitrol van het Breed Offensief heeft als doel bij te dragen aan het vergroten van de baankans van mensen uit de genoemde doelgroepen. Het kan volgens deze leden niet de bedoeling zijn dat juist deze AMvB de kans op werk voor mensen uit de doelgroep verkleind. Daarom de volgende aanvullende vragen.

De leden van de VVD-fractie vragen op basis van welke criteria de minister zal besluiten, na het monitoren van de gevolgen van de payrolling in 2021, of er aanleiding is om toch een uitzondering te maken voor de doelgroep banenafspraak en beschut werk. Deze leden lezen immers dat de uitgangspunten van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) leidend zijn, terwijl deze uitgangspunten de doelstelling van het Breed Offensief, i.e. het aan het werk helpen van mensen met een beperking, kunnen belemmeren. Ook vragen zij hoeveel tijd er dan nodig zou zijn om alsnog een uitzondering door te voeren voor deze groep en welke consequenties dit heeft voor het realiseren van de banenafspraak.

De leden van de VVD-fractie onderschrijven het standpunt van de minister dat hij geen rol heeft in de totstandkoming van arbeidsvoorwaarden. Zij vragen de minister wel om nader toe te lichten waarom hij er niet voor gekozen heeft om direct een uitzondering in het Besluit op te nemen voor een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) voor de doelgroep banenafspraak en beschut werk, mede in ogenschouw nemende dat deze direct inwerking zou kunnen treden wanneer een cao voor deze groep is gesloten.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs.

De leden van de CDA-fractie vragen de minister nader toe te lichten waarom er in de voorliggende AmvB niet voor gekozen is om naast de Wet sociale werkvoorziening (Wsw)-doelgroep, ook de doelgroep banenafspraak en beschut werk uit te zonderen van de toepassing van het nieuwe payrollregime. Hoe verhoudt dit zich tot de derde nota van wijziging bij de Wab, waarin werd opgenomen dat een aantal groepen uitgezonderd kan worden van toepassing van het payrollregime? Hoe verhoudt dit zich met het streven van de minister om meer mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt duurzaam aan het werk te helpen? Nu worden veel mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt immers succesvol duurzaam aan werk geholpen via detacheringscontracten. Door de doelgroep banenafspraak en beschut werk niet uit te zonderen van het nieuwe payrollregime lijkt deze succesformule aan banden te worden gelegd. Kan de minister aangeven hoe hij hiertegen aankijkt?

Voorts vragen de leden van de CDA-fractie de minister aan te geven of het mogelijk is om voor de doelgroep banenafspraak en beschut werk een aparte uitzondering te realiseren via een arbeidsvoorwaardenregeling. Zo nee, waarom niet? Zo ja, waaraan moeten de contracten voldoen om op basis van een ministeriële arbeidsvoorwaardenregeling van het payrollregime te worden uitgezonderd?

Kan de minister voorts nader toelichten waarom in het Besluit niet is opgenomen dat, zodra er een cao of arbeidsvoorwaardenregeling bestaat voor de doelgroep banenafspraak en beschut werk, ook voor deze groepen de uitzondering gaat gelden? Is de minister bereid om deze zinsnede alsnog op te nemen in de onderhavige AMvB?

De leden van de CDA-fractie merken op dat de minister in de nota van toelichting aangeeft dat de aanwezigheid van een cao de doorslaggevende voorwaarde is voor een uitzondering. Wat moet hierbij precies onder een cao worden verstaan? Geldt dit bijvoorbeeld ook voor een bedrijfs-cao?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben enkele vragen over het Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs.

Deze leden vragen hoeveel mensen in beschut werk en bij de doelgroep banenafspraak op payrollbasis werken. Zij vragen in hoeveel van deze gevallen het bedrijf dat de arbeidskrachten ter beschikking stelt, wel onder een cao valt en welke cao dit dan is.

De leden van de D66-fractie constateren dat er geen uitzondering wordt gemaakt voor het payrollregime van de doelgroep banenafspraak en beschut werk. Zij vragen de minister nader te duiden wat een uitzondering voor de gehele doelgroep banenafspraak en beschut werk voor een verwacht effect heeft op de baankansen van deze payrollers bij de inlener. Zij vragen of het werkbaar zou zijn om mensen met beschut werk of uit de doelgroep banenafspraak uit te zonderen van de uitgebreidere arbeidsvoorwaarden indien zij op een cao kunnen terugvallen.

Vragen en opmerkingen van de GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van het Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs en hebben daarover nog enkele vragen.

De leden van de GroenLinks-fractie delen het beginsel van de minister dat gelijke beloning geldt voor hetzelfde werk op dezelfde werkvloer. Deze leden vragen of de minister een beeld heeft van het aantal mensen met een arbeidsbeperking voor wie dit nu niet geldt omdat zij via een detacheringsconstructie werken. Onder welke cao’s werken deze mensen nu wel, naast de cao Wsw? Voorts vragen deze leden of het klopt dat al deze mensen er qua inkomen op vooruit zouden gaan als zij volgens de cao van de inlenende partij betaald zouden worden.

Tegelijkertijd delen de leden van de GroenLinks-fractie ook de zorgen uit het veld. Daarnaast valt het deze leden op dat er nog weinig bekend is over de effecten van de Wab op deze doelgroep. Zij vragen de minister of hij ook heeft overwogen een tijdelijke uitzondering te maken, zodat dit verder kan worden verkend en uitgedacht. Waarom is hier niet voor gekozen? Voorts vragen zij hoe de minister het feit dat steeds minder mensen zullen vallen onder de cao Wsw heeft meegenomen in zijn overweging.

De minister geeft aan dat de Uitzendrichtlijn een aantal mogelijkheden kent om van het gelijk loonbeginsel af te wijken. De leden van de GroenLinks-fractie vragen de minister waarom hij voor de derde optie heeft gekozen en niet voor één van de andere in de nota van toelichting genoemde uitzonderingsmogelijkheden. Voorts vragen zij of de minister het ook als mogelijkheid ziet om de AMvB aan te vullen met een uitzondering voor de doelgroep banenafspraak en beschut werk, als voor hen op regionaal niveau of bedrijfsniveau wel een cao is afgesloten.

De minister erkent dat er sprake is van kosteneffecten. De werkgroep concludeert dat deze op korte termijn naar verwachting beperkt zullen zijn. De leden van de GroenLinks-fractie vragen de minister nader toe te lichten waar deze verwachting op is gebaseerd. Wat is de verwachting op lange termijn? Hoe verhoudt deze uitspraak zich tot de grote zorgen over de toenemende kosten die door onder andere Cedris en Divosa hierover worden geuit?

In artikel 2 lid 1 van de Financiële verhoudingswet is vastgelegd dat als de rijksoverheid een wet aanneemt of wijzigt die leidt tot financiële consequenties voor de andere (lagere) overheden er compensatie moet plaatsvinden. De leden van de GroenLinks-fractie vragen hoe de minister deze wettelijke verplichting ziet en of de minister bereid is om op basis van deze verplichting de kosten bij gemeenten te compenseren.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs. Evenals de minister en een overgrote meerderheid van de fracties, zijn de leden van de SP-fractie van mening dat er voor een aantal groepen een uitzondering gemaakt moet worden van het nieuwe payrollregime. Deze leden zien met het voorliggend besluit ook dat de minister zich hiervoor inspant. Desondanks heeft dit de zorgen bij de belangenbehartiger van de sociale werkplaatsen, Cedris, niet weg kunnen nemen. De leden van de SP-fractie verzoeken de minister daarom de volgende door hen gestelde vragen te beantwoorden en op de daaraan ten grondslag liggende zorgen te reageren:

  • Waarom kiest de minister voor het beperken van de uitzonderingsbepaling, terwijl onderkend wordt dat hierdoor extra drempels worden opgeworpen voor werkgevers om werk te bieden aan mensen uit de doelgroep banenafspraak of beschut werk?
  • Waarom heeft de minister ervoor gekozen om de uitzonderingsbepaling te baseren op de aanwezigheid van een cao en kiest de minister niet voor één van de andere in de nota van toelichting genoemde uitzonderingsmogelijkheden?
  • Is het mogelijk om naast de voorgestelde uitzondering voor de Wsw-doelgroep, voor de doelgroep banenafspraak en beschut werk een aparte uitzondering te realiseren via een ministeriele arbeidsvoorwaardenregeling?
  • Waaraan moeten de contracten voldoen om op basis van een ministeriele arbeidsvoorwaardenregeling van het payrollregime te worden uitgezonderd? Kan bijvoorbeeld een tweejarig contract met een vast aantal uren onder de uitzonderingsbepaling vallen?
  • Waarom is in het besluit niet opgenomen dat, zodra er een cao of arbeidsvoorwaardenregeling bestaat voor de doelgroep banenafspraak en beschut werk, ook voor deze groepen de uitzondering geldt?
  • Wat is erop tegen dit alsnog in de AMvB op te nemen?
  • Is een uitzondering binnen het huidige wettelijke kader ook mogelijk als het gaat om een regionale of een bedrijfs-cao?
  • Is de minister bereid om de AMvB aan te vullen met een uitzondering voor de doelgroep banenafspraak en beschut werk als voor hen op regionaal niveau of bedrijfsniveau een cao is afgesloten?
  • In de nota van toelichting staat op pagina vijf dat de Europese Uitzendrichtlijn drie uitzonderingsmogelijkheden biedt op het payrollregime. Wordt hier niet bedoeld, de richtlijn voor zover Nederland deze in wetgeving heeft geïmplementeerd?
  • Is het juist dat in het kader van de Europese Uitzendrichtlijn een aparte uitzondering mogelijk is voor groepen die met inzet van loonkostensubsidie aan het werk zijn? Klopt het dat dit punt niet is geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving?
  • Zou de minister achteraf gezien en met de kennis van nu, dit deel van de Uitzendrichtlijn ook willen implementeren? Wat is hiervoor nodig?
  • Hoe ver wil de minister gaan om concrete stappen te zetten om dit, ook de doelgroep banenafspraak en beschut werk uit te zonderen, mogelijk te maken?
  • Kunnen de leden van de SP-fractie ervan uitgaan dat de minister per direct stappen zet om artikel 1, derde lid van de Europese Uitzendrichtlijn ook in nationale wetgeving te implementeren?
  • Blijkbaar ziet de minister dus wel mogelijkheden om de uitzondering te verbreden. Waarom wordt die keuze niet nu alvast gemaakt?
  • Betekent het voornemen om de effecten te monitoren dat de minister wel degelijk verwacht dat de Wab negatieve effecten heeft op de baankansen van de doelgroep banenafspraak en beschut werk?
  • Is de minister bereid tijdens de duur van de monitoring, via pilots en regionaal een vergelijkingsgroep te creëren waarbinnen de doelgroep banenafspraak en beschut werk wel wordt uitgezonderd van het payrollregime?
  • Hoe past deze AMvB in het streven van de minister om het eenvoudiger te maken voor werkgevers om meer mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt bij betaald werk in te schakelen?
  • Erkent de minister dat detacheringscontracten voor veel kwetsbare werknemers een bewezen en succesvol instrument is om op de arbeidsmarkt te participeren?

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie

De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van het Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs. Zij hebben nog enkele vragen.

Voor de leden van PvdA-fractie is het van groot belang dat uitzonderingen op het payrollregime in de Wab alleen mogelijk zijn via afspraken in een cao. Is de minister bereid om aan deze voorwaarde vast te houden? Ook willen de leden van de PvdA-fractie weten of de minister met hen van mening is dat mensen met een arbeidsbeperking de mogelijkheid moeten krijgen om door te groeien naar een hoger salaris.

Is de minister het met de leden van de PvdA-fractie eens dat een cao beschut werk/banenafspraak zeer wenselijk zou zijn voor werknemers met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt? Is de minister bereid om de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) aan te sporen voor een cao beschut werk/banenafspraak? Hoeveel geld zou er nodig zijn om te komen tot een cao beschut werk/banenafspraak? Is de minister bereid om hiervoor extra middelen vrij te maken?

De leden van de PvdA-fractie vragen verder of de minister inzichtelijk kan maken welke (vormen van) constructies er bij gemeenten en sociale werkvoorziening (SW)-bedrijven gebruikt worden bij het uitlenen van mensen met een arbeidsbeperking. Is hierbij ook sprake van onwettige constructies? Kan de minister aangeven of gemeenten gevolgen ondervinden van het nieuwe payrollregime in Wab? Zo ja, hoeveel en op welke manier?

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van het Ontwerpbesluit. Zij hebben hierover nog enkele vragen.

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat in het Ontwerpbesluit alleen een uitzondering wordt gecreëerd voor de Wsw-doelgroep, met als argument dat het ontbreekt aan een cao voor de doelgroepen banenafspraak en beschut werk. Deze leden vragen waarom de minister kiest voor het beperken van de uitzonderingsbepaling, terwijl onderkend wordt dat hierdoor extra drempels worden opgeworpen voor werkgevers om werk te bieden aan mensen uit de doelgroep banenafspraak of beschut werk. Waarom heeft de minister ervoor gekozen om de uitzonderingsbepaling te baseren op de aanwezigheid van een cao en kiest de minister niet voor één van de andere in de nota van toelichting genoemde uitzonderingsmogelijkheden? Kan de minister uiteenzetten welke mogelijkheden er zijn om alsnog een uitzondering te creëren voor de doelgroep banenafspraak en beschut werk? Is het bijvoorbeeld mogelijk om voor de doelgroep banenafspraak en beschut werk een aparte uitzondering te realiseren via een ministeriële arbeidsvoorwaardenregeling? Welke andere opties zijn er?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen waarom in het besluit niet is opgenomen dat, zodra er een cao of arbeidsvoorwaardenregeling bestaat voor de doelgroep banenafspraak en beschut werk, ook voor deze groepen de uitzondering geldt. Wat is erop tegen dit alsnog in het besluit op te nemen? Of kan in het besluit een uitzondering opgenomen worden voor de doelgroep banenafspraak en beschut werk als voor hen op regionaal niveau of bedrijfsniveau een cao is afgesloten?

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat de Europese Uitzendrichtlijn drie uitzonderingsmogelijkheden biedt op het payrollregime. Lidstaten kunnen deze richtlijn niet van toepassing verklaren op arbeidsovereenkomsten die met steun van de overheid tot stand zijn gekomen. Klopt het dat in het kader van de Uitzendrichtlijn een aparte uitzondering mogelijk is voor groepen die met inzet van loonkostensubsidie aan het werk zijn? Klopt het dat dit punt niet is geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving? Zou de minister met de kennis van nu, dit deel van de richtlijn ook willen implementeren? Wat is hiervoor nodig?

II Reactie van de minister


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.