Brief regering; Reactie op het verzoek van het lid Koerhuis over het bericht ‘Deel van dak stadion AZ ingestort’ - Bouwregelgeving - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 202 toegevoegd aan dossier 28325 - Bouwregelgeving.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Bouwregelgeving; Brief regering; Reactie op het verzoek van het lid Koerhuis, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 3 september 2019, over het bericht ‘Deel van dak stadion AZ ingestort’ |
---|---|
Documentdatum | 27-09-2019 |
Publicatiedatum | 30-09-2019 |
Nummer | KST28325202 |
Kenmerk | 28325, nr. 202 |
Commissie(s) | Binnenlandse Zaken (BIZA) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-
2020
28 325
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 27 september 2019
In het ordedebat van 3 september heeft het lid Koerhuis, naar aanleiding van het gedeeltelijk instorten van het dak van het AZ-stadion in Alkmaar op 10 augustus 2019, gevraagd om een overzicht waar soortgelijke gevaarlijke dakconstructies zijn toegepast in Nederland en naar de stand van zaken van mijn inventarisatie (Handelingen II 2018/19, nr. 103, item 7).
Op 2 september 2019 heb ik Kamervragen beantwoord over deze instorting (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nrs. 3765, 3766 en 3767). De daarin genoemde onderzoeken naar de instorting van Haskoning en de Onderzoeksraad voor Veiligheid zijn nog niet afgerond. Haskoning verwacht in het eerste kwartaal 2020 met haar definitieve rapport te komen. Hoewel al bekend is dat het instorten van de overkapping is veroorzaakt door falende lasverbindingen is nog niet precies bekend waardoor deze verbindingen zijn bezweken. Dit moeten de onderzoeken van Haskoning en de Onderzoeksraad uitwijzen. Het is dan ook niet mogelijk om bepaalde dakconstructies nu al als gevaarlijk te bestempelen en hiervan een overzicht te geven of een inventarisatie uit te voeren.
Zodra er meer bekend is, zal ik mij beraden of er landelijke actie bij andere bouwwerken nodig is.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
kst-28325-202 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 28 325, nr. 202