Brief regering; Reactie op verzoek commissie over berichtgeving in de Volkskrant over de woonplannen van het kabinet - Integrale visie op de woningmarkt - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 552 toegevoegd aan dossier 32847 - Integrale visie op de woningmarkt.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Integrale visie op de woningmarkt; Brief regering; Reactie op verzoek commissie over berichtgeving in de Volkskrant over de woonplannen van het kabinet |
---|---|
Documentdatum | 12-09-2019 |
Publicatiedatum | 13-09-2019 |
Nummer | KST32847552 |
Kenmerk | 32847, nr. 552 |
Commissie(s) | Binnenlandse Zaken (BIZA) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-
2019
Integrale visie op de woningmarkt
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 12 september 2019
In de procedurevergadering van donderdag 5 september jl. heeft de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken verzocht om een reactie over berichtgeving in de Volkskrant over de woonplannen van het kabinet.
Ik begrijp het ongeduld van de vaste Kamercommissie naar aanleiding van de berichtgeving in de media. Op berichtgeving in de media kan ik niet ingaan, omdat op dit moment geen sprake is van besluitvorming. Prinsjesdag, de derde dinsdag van september, is niet alleen traditiegetrouw het moment om de plannen voor het volgende jaar met de Tweede Kamer te delen. Het is ook een moment dat Grondwettelijk en in de Comptabiliteitswet is verankerd. Daar kan ik niet van afwijken. Tussen de Tweede Kamer en het kabinet bestaat daarom de afspraak dat kabinetsvoornemens over de begroting op gezette tijden worden gedeeld met de Tweede Kamer.
Op dit moment buigt de Raad van State zich over de conceptbegrotingen. De adviezen van de Raad van State worden de komende tijd betrokken bij de besluitvorming van het Kabinet.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
kst-32847-552 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 32 847, nr. 552