Brief regering; Beantwoording vragen van de rapporteurs over het Jaarverslag 2018 van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat - Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Diergezondheidsfonds 2018 - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 26 toegevoegd aan wetsvoorstel 35200 XIII - Jaarverslag en slotwet Economische Zaken en Klimaat, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Diergezondheidsfonds 2018 i en dossier 35200 XIII - Jaarverslag en slotwet Economische Zaken en Klimaat, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Diergezondheidsfonds 2018.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Diergezondheidsfonds 2018; Brief regering; Beantwoording vragen van de rapporteurs over het Jaarverslag 2018 van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat |
---|---|
Documentdatum | 27-08-2019 |
Publicatiedatum | 29-08-2019 |
Nummer | KST35200XIII26 |
Kenmerk | 35200 XIII, nr. 26 |
Commissie(s) | Economische Zaken en Klimaat (EZK) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-
2019
35 200 XIII
Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Diergezondheidsfonds 2018
Nr. 26
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 27 augustus 2019
Bijgaand ontvangt u de schriftelijke reactie op de vragen van de rapporteurs Jaarverslag 2018 van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
kst-35200-XIII-26 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Bent u bereid in uw overkoepelende verhaal over de beleidsprioriteiten voortaan tabellen met kernindicatoren op te nemen en op basis daarvan de relatie te schetsen tussen ingezette middelen, beleidsprestaties en de doelen/ambities van uw beleid?
Antwoord
EZK rapporteert in afzonderlijke stukken uitvoerig aan uw Kamer over de voortgang van beleid. Omdat de begrotingsstukken zich niet lenen voor het opnemen van deze vaak gedetailleerde informatie, wordt in het jaarverslag veelal verwezen naar deze rapportages. Wel bevat het jaarverslag - veelal per beleidsinstrument gegroepeerd - kengetallen en prestatie-indicatoren. Deze presentatievorm heeft het voordeel dat dergelijke informatie direct in verband gebracht kan worden met het financiële instrument. Daar staat het nadeel tegenover van een beperkt overzicht in het totaal van de informatie per beleidsveld.
Gezien het verzoek van uw Kamer, zal ik voor de beleidsvelden van EZK de beschikbare kengetallen en indicatoren waar mogelijk op meer gestructureerde wijze presenteren in het jaarverslag EZK over 2019.
2
Deelt u de opvatting dat in het verhaal over de beleidsprioriteiten de merkbare effecten van uw beleid een (meer) centrale plek verdienen?
Antwoord
Ik begrijp de behoefte van de Kamer aan een meer centrale presentatie van indicatoren. Ik ga hieraan werken binnen de marges die de Rijksbegrotingsvoorschriften mij bieden, zoals vaste structuur en een beperkt aantal pagina's voor toelichting.
3
Bent u bereid doelstellingen, die op dit moment nog kwalitatief zijn, te kwantificeren en/of te voorzien van relevante indicatoren?
Antwoord
Er zijn gezien de recente ontwikkelingen in het EZK-beleid - zoals de uitwerking van het Klimaatakkoord - goede redenen om de informatievoorziening in de begrotingscyclus en indicatoren te herijken. In dat verband worden voor alle beleidsartikelen van de EZK-begroting 2020 de mogelijkheden bezien voor verdere kwantificering van doelstellingen en de informatievoorziening aan uw Kamer door middel van indicatoren.
4
Bent u bereid voor nieuw beleid (onder andere digitalisering, het midden-en kleinbedrijf, startups, klimaatakkoord) te komen met gekwantificeerde doelstellingen en daar structureel over te rapporteren in verantwoordingsstukken?
Antwoord
Het expliciet benoemen van doelstellingen, doeltreffendheid en doelmatigheid van nieuw beleid krijgt Rijksbreed hernieuwde aandacht naar aanleiding van het in 2018 in werking getreden artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet. Onder leiding van het Ministerie van Financiën wordt op dit moment door alle departementen bezien hoe we hier het beste invulling aan kunnen geven.
Niet in alle gevallen zullen de begroting en het jaarverslag daar de geëigende plek voor zijn, maar zal ik de Kamer per beleidsonderwerp met afzonderlijke rapportages informeren over gewenste doelen, resultaten, monitoring en evaluaties. Deze rapportages zullen ook hun eigen timing hebben, die zich niet altijd zal verhouden tot de momenten waarop de
Kamer de begrotingsstukken ontvangt. Een voorbeeld daarvan is de Klimaatnota die vanaf 2020 telkens in beginsel op de vierde donderdag van oktober verschijnt.
Uiteraard zal ik op hoofdlijnen in de begroting en jaarverslag aandacht besteden aan resultaten op basis van benoemde indicatoren, zoals hiervoor uiteengezet.
5
Bent u bereid te onderzoeken hoe u een systematische verbetering van de verantwoordings- en sturingsinformatie kunt realiseren, met het oog op meer zicht op doeltreffendheid, zoals dat eerder in 2012 is gedaan met «durf te meten»?
Antwoord
Met dit doel is het Kabinet de Operatie Inzicht in Kwaliteit gestart, onder leiding van het Ministerie van Financiën. EZK neemt hier actief aan deel met twee initiatieven, waarover uw Kamer op 18 april jl. een brief ontving (Kamerstuk 31 865, nr. 134). De uitkomsten van dit Rijksbrede leerproces pas ik graag toe in het verbeteren van verantwoordings- en sturingsinformatie.
6
Bent u bereid, als onderdeel van evaluatieonderzoek, onderzoeksbureaus om voorstellen te vragen hoe beleidsdoelen gekwantificeerd kunnen worden en welke voortgangsinformatie daarbij kan worden gebruikt?
Antwoord
Ja, ik ben bereid de kwantificering van beleidsdoelen standaard een expliciet punt van afweging te laten zijn bij het bepalen van de onderzoeksopzet van beleidsevaluaties en beleidsdoorlichtingen.
7
Bent u bereid voor elk (substantieel) instrument structureel prestatiegegevens te rapporteren die inzicht geven in de merkbare effecten, zoals u momenteel al doet voor artikelen 2 en 3?
Antwoord
Ja, ik ben bereid om ook voor de andere beleidsartikelen van de EZK-begroting de wijze van rapporteren in de verantwoording zo veel mogelijk in lijn te brengen met de wijze waarop dit gebeurt voor de artikelen 2 en 3. Dit met in achtneming van mijn antwoord op vraag 4, aangaande de rapportage over de gekwantificeerde doelstellingen.
8
Ziet u mogelijkheden om relevante verantwoordingsinformatie bij verantwoordingsstukken bij elkaar te brengen op één site conform de aanpak van bedrijvenbeleid in beeld, met de gewenste actualiteit?
9
Bent u bereid verantwoordingsstukken en aanvullende informatie op websites vanuit één structuur vorm te geven zodat deze beter op elkaar aansluiten?
Antwoord
Ik wil uw Kamer graag tegemoet komen in het beter presenteren van beschikbare verantwoordingsinformatie daar waar dat haalbaar is. Voor grote beleidsthema's als het Bedrijfslevenbeleid en Klimaat zijn er al sites (www.bedrijvenbeleidinbeeld.nl) of wordt er gewerkt aan het digitaal toegankelijk maken van informatie. De inhoud van het beleid rechtvaardigt dat hier aparte sites voor komen, die naar de aard van het beleidsthema hun eigen structuur, detailniveau en rapportagemomenten zullen hebben. Dit kan niet voor alle beleidsthema's exact hetzelfde zijn. Wel kan ik de Kamer toezeggen dat ik voor de belangrijke thema's op gebied van Innovatie, Klimaat en Energie en Groningen, de beschikbare informatie op meer gestructureerde wijze zal weergeven, zoals onder meer verwoord in het antwoord op vraag 7.
10
Bent u in verantwoordingsstukken ten aanzien van de totale apparaatskosten, ook bij externe organisaties (agentschappen en zelfstandige bestuursorganen), bereid explicieter in te gaan op hoe u voortdurend werkt aan een daadkrachtige uitvoering, welke doelen u daarbij stelt en welke uitgangspunten u hanteert?
Antwoord
De «uitvoering» is een overkoepelend begrip voor de personele en materiële uitgaven van het kerndepartement, diensten van EZK zoals CPB, SodM, onze agentschappen RVO, AT, NEa, DICTU en ZBO's waaronder ACM, CBS, TNO en KvK. Het is helaas niet mogelijk in het jaarverslag in enkele zinnen samen te vatten hoe er tot een daadkrachtige uitvoering bij al deze uiteenlopende organisaties wordt gekomen.
Aansluitend een beknopte beschrijving van hoe binnen het EZK-concern zicht gehouden wordt op de uitvoering:
-
•Voor het kerndepartement EZK bestaat een managementcyclus waarbij de SG en plaatsvervangend SG gesprekken voeren met beleids-DG's en stafdirecteuren over de jaarlijkse prioriteiten en allocatie van middelen. Veel van de materiële uitgaven van het departement verlopen via de Shared Service Organisaties voor de Rijksdienst, zoals P-direkt en FM Haaglanden. De directe aansturing van deze organisaties is in handen van de Minister van BZK.
-
•Voor de individuele diensten, agentschappen van EZK en ZBO's onder de verantwoordelijkheid van EZK geldt dat de SG en plaatsvervangend SG periodiek gesprekken voeren met de hoofden van dienst van deze organisaties over uitvoeringsaspecten. Deze gesprekken staan los van de overleggen tussen de uitvoerders en hun beleidsmatige EZK-opdrachtgevers, die hun eigen gesprekscyclus hebben. Informatie over uitvoeringsaspecten van de agentschappen staat in de zogenaamde Agentschapsparagrafen in de jaarlijkse EZK-begroting en het jaarverslag, met onder andere een overzicht van doelmatigheidsindicatoren. ZBO's brengen - onder eigen verantwoordelijkheid - jaarverslagen uit.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 35 200 XIII, nr. 26 4