Brief regering; Reactie op het verzoek van het lid Geleijnse over het bericht ‘Zorg voor patiënten met psychoses is ondermaats’ - Geestelijke gezondheidszorg - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 477 toegevoegd aan dossier 25424 - Geestelijke gezondheidszorg.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Geestelijke gezondheidszorg; Brief regering; Reactie op het verzoek van het lid Geleijnse, gedaan tijdens de Regeling van werkzaamheden van 4 juni 2019, over het bericht ‘Zorg voor patiënten met psychoses is ondermaats’ |
---|---|
Documentdatum | 02-07-2019 |
Publicatiedatum | 04-07-2019 |
Nummer | KST25424477 |
Kenmerk | 25424, nr. 477 |
Commissie(s) | Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-2019
25 424
Nr. 477 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID,
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 2 juli 2019
Op vrijdag 31 mei jongstleden verscheen het bericht in de Volkskrant dat behandeling met psychotherapie effectief kan zijn voor mensen met psychose en overlast voor de samenleving kan verminderen. Tegelijkertijd blijkt uit onderzoek van de Vereniging voor Gedrags- en Cognitieve therapieën, dat circa 75.000 Nederlandse patiënten met psychoses niet de zorg krijgen die zij nodig hebben. Als belangrijkste reden wordt hiervoor aangegeven dat er te weinig behandelaars zijn. De psychologen die er wel zijn, laten zich vaak afschrikken door de complexe problemen waar de patiënten mee kampen en zouden denken dat de behandelwinst beperkt is, aldus de Volkskrant.
Iedereen die geestelijke gezondheidszorg (ggz) nodig heeft moet veilige, kwalitatief goede en betaalbare zorg krijgen. Dat geldt dus ook voor patiënten met een psychose. Het is belangrijk dat deze kwetsbare mensen de juiste opvang, zorg en ondersteuning krijgen. Ik vind het daarom waardevol dat de Vereniging voor Gedrags- en Cognitieve therapieën onderzoek heeft gedaan naar zorg voor patiënten met psychoses. De conclusies van dit onderzoek en het artikel over dit rapport van 31 mei 2019 in de Volkskrant vind ik opvallend en zorgelijk. Dit signaal vraagt om meer verdieping. In deze brief licht ik daarom toe welke acties ik heb ingezet om zorg voor patiënten met psychose te verbeteren en het signaal van de Vereniging voor Gedrags- en Cognitieve therapieën in een bredere context te plaatsen.
Ten eerste is het aan organisaties van zorgverzekeraars, zorgverleners, zorgaanbieders en patiënten om met elkaar te beschrijven wat zij zien als noodzakelijk goede zorg en hoe ze dat doelmatig organiseren. Onder begeleiding van Alliantie kwaliteit in de GGZ (Akwa GGZ) is er de afgelopen jaren gewerkt aan een nieuwe Zorgstandaard Psychose. De ontwikkeling hiervan zal binnenkort worden afgerond. Daarmee is vanaf dat moment sprake van een nieuwe veldnorm voor goede zorg voor patiënten met een psychose.
kst-25424-477 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Ten tweede moet er voldoende behandelcapaciteit zijn. In het hoofdlijnenakkoord ggz (Kamerstuk 25 424, nr. 420) heb ik met partijen afspraken gemaakt over het verruimen van de opleidingscapaciteit. In 2018 zijn 150 extra opleidingsplaatsen voor gz-psychologen beschikbaar gesteld en voor 2019 is € 20 miljoen extra gereserveerd voor opleidingen.
Ten derde doet Zorginstituut Nederland (het Zorginstituut) op dit moment onderzoek naar zinnige zorg voor patiënten met een psychose. Het doel van dit onderzoek is te komen tot concrete aanbevelingen voor de patiëntgerichtheid, effectiviteit en doelmatigheid. Dit onderwerp heeft het Zorginstituut gekozen op basis van signalen van veldpartijen in de ggz. De conclusies van het onderzoek van de Vereniging Gedrags- en Cognitieve therapieën waar de Volkskrant naar verwijst worden bij het onderzoek van het Zorginstituut betrokken. Ik verwacht de conclusies van het Zorginstituut aan het einde van dit jaar te mogen ontvangen. Ik zal het eindrapport met uw Kamer delen en op basis van de conclusies van het Zorginstituut in gesprek gaan met ggz-partijen.
Ik hoop uw Kamer hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P Blokhuis
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 25 424, nr. 477 2