Amendement Van Kent over het vervangen van de vier-dagentermijn - Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten om de balans tussen vaste en flexibele arbeidsovereenkomsten te verbeteren (Wet arbeidsmarkt in balans) - Hoofdinhoud
Dit amendement i is onder nr. 13 toegevoegd aan wetsvoorstel 35074 - Wet arbeidsmarkt in balans i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten om de balans tussen vaste en flexibele arbeidsovereenkomsten te verbeteren (Wet arbeidsmarkt in balans); Amendement; Amendement van het lid Van Kent over het vervangen van de vier-dagentermijn |
---|---|
Documentdatum | 25-01-2019 |
Publicatiedatum | 25-01-2019 |
Nummer | KST3507413 |
Kenmerk | 35074, nr. 13 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-
2019
35 074
Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten om de balans tussen vaste en flexibele arbeidsovereenkomsten te verbeteren (Wet arbeidsmarkt in balans)
AMENDEMENT VAN HET LID VAN KENT
Ontvangen 25 januari 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel B, onderdeel 2, wordt in het tweede, derde en vierde lid «vier dagen» telkens vervangen door «veertien dagen».
Het voorliggend wetvoorstel voorziet in een 4-dagentermijn voor oproepovereenkomsten. Alhoewel dit een verbetering is ten opzichte van de huidige praktijk, is dit een zeer korte termijn. Bovendien is er een risico dat door de vierdagentermijn nu in de wet vast te leggen dit in de praktijk niet als minimale termijn zal dienen, maar als de nieuwe norm. Deze korte termijn bemoeilijkt het combineren van meerdere parttime banen en is daardoor ongewenst. Indiener stelt daarom voor de 4-dagentermijn te vervangen door een 14-dagentermijn.
Van Kent
kst-35074-13 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 35 074, nr. 13