Amendement Van Kent over een contract met vaste arbeidsomvang van rechtswege - Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten om de balans tussen vaste en flexibele arbeidsovereenkomsten te verbeteren (Wet arbeidsmarkt in balans) - Hoofdinhoud
Dit amendement i is onder nr. 14 toegevoegd aan wetsvoorstel 35074 - Wet arbeidsmarkt in balans i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten om de balans tussen vaste en flexibele arbeidsovereenkomsten te verbeteren (Wet arbeidsmarkt in balans); Amendement; Amendement van het lid Van Kent over een contract met vaste arbeidsomvang van rechtswege |
---|---|
Documentdatum | 25-01-2019 |
Publicatiedatum | 25-01-2019 |
Nummer | KST3507414 |
Kenmerk | 35074, nr. 14 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-2019
35 074 |
Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten om de balans tussen vaste en flexibele arbeidsovereenkomsten te verbeteren (Wet arbeidsmarkt in balans) |
Nr. 14 |
AMENDEMENT VAN HET LID VAN KENT Ontvangen 25 januari 2019 De ondergetekende stelt het volgende amendement voor: I |
Artikel I, onderdeel B, onderdeel 2, wordt als volgt gewijzigd:
II Artikel IX vervalt. Toelichting Het voorliggend wetsvoorstel voorziet in een verplichting voor werkgevers om werknemers met een oproepovereenkomst, na 12 maanden een contract voor een vast aantal uren aan te bieden. De indiener constateert dat deze termijn van 12 maanden een verslechtering is ten opzichte van de drie maanden waarna een beroep op het rechtsver- |
kst-35074-14 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019 |
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 35 074, nr. 14 1 |
moeden van arbeidsomvang kan worden gedaan door de werknemer. Bovendien blijft het bij een verplichting tot het doen van een aanbod. Mede gelet op de zwakke positie van de oproepmedewerker, zal hij naar verwachting de werkgever hier niet op aan durven spreken indien dit aanbod uitblijft. De indiener is daarom van mening dat een oproepover-eenkomst na drie maanden van rechtswege over dient te gaan in contract met een aantal vaste uren, overeenkomstig het gemiddelde van de voorgaande drie maanden.
Van Kent
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 35 074, nr. 14