Amendement Van Kent over het niet verlengen van de ketenbepaling - Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten om de balans tussen vaste en flexibele arbeidsovereenkomsten te verbeteren (Wet arbeidsmarkt in balans) - Hoofdinhoud
Dit amendement i is onder nr. 12 toegevoegd aan wetsvoorstel 35074 - Wet arbeidsmarkt in balans i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten om de balans tussen vaste en flexibele arbeidsovereenkomsten te verbeteren (Wet arbeidsmarkt in balans); Amendement; Amendement Van Kent over het niet verlengen van de ketenbepaling |
---|---|
Documentdatum | 25-01-2019 |
Publicatiedatum | 25-01-2019 |
Nummer | KST3507412 |
Kenmerk | 35074, nr. 12 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-2019
35 074 |
Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten om de balans tussen vaste en flexibele arbeidsovereenkomsten te verbeteren (Wet arbeidsmarkt in balans) |
Nr. 12 |
AMENDEMENT VAN HET LID VAN KENT Ontvangen 25 januari 2019 De ondergetekende stelt het volgende amendement voor: I |
In artikel I, onderdeel F, vervallen de onderdelen 1 en 3. II In artikel I, onderdeel N, wordt «36 maanden» vervangen door «24 maanden». Toelichting Het voorliggend wetsvoorstel voorziet in het verlengen van de ketenbepaling van twee naar drie jaar met als doel zekere contracten te bevorderen. De indiener constateert dat de Wet werk en zekerheid (Wwz) hetzelfde doel had, maar met een tegenovergestelde maatregel; het verkorten van de ketenbepaling van drie naar twee jaar. Zonder dat de Wwz is geëvalueerd deze maatregel nu alweer terugdraaien, getuigt volgens de indiener van een onbetrouwbare overheid. Bovendien ontbreekt de onderbouwing hoe juist het verlengen van de periode waarover onzekere contracten kunnen worden aangeboden, gaat bijdragen aan meer zekere contracten. Sterker: er is brede twijfel of dit het middel is voor het beoogde doel. Indiener is daarom van mening dat het beter is de ketenbepaling vooralsnog ongewijzigd te laten. Van Kent |
kst-35074-12 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019 |
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 35 074, nr. 12 |