Brief regering; Reactie op het verzoek van het lid Van der Lee over de 5 adviezen uit de aardbevingsregio - Gaswinning - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 552 toegevoegd aan dossier 33529 - Gaswinning.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Gaswinning; Brief regering; Reactie op het verzoek van het lid Van der Lee, gedaan tijdens de Regeling van werkzaamheden van 15 januari 2019, over de 5 adviezen uit de aardbevingsregio |
---|---|
Documentdatum | 16-01-2019 |
Publicatiedatum | 16-01-2019 |
Nummer | KST33529552 |
Kenmerk | 33529, nr. 552 |
Commissie(s) | Economische Zaken en Klimaat (EZK) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-2019
33 529
Nr. 552 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 16 januari 2019
Het Groninger Gasberaad en de Groninger Bodembeweging hebben samen met de colleges van B&W van 7 gemeenten in Groningen en het college van de provincie Groningen uw Kamer een brief gestuurd waarin zij een oproep doen met oog op het aanstaande debat Schade en Versterken. Met deze brief geef ik reactie op de vijf adviezen uit de brief. Hiermee kom ik tegemoet aan het verzoek van het lid Van der Lee tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 15 januari jl. (Handelingen II 2018/19, nr. 40).
In de brief worden veel zorgen geuit over het tempo van schadeafhandeling. De Technische Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG) en ikzelf delen deze zorgen. De TCMG voert op dit moment versnellingsmaat-regelen door, zoals de inzet van meer schade-experts. Deze maatregelen leiden tot een hoger aantal opnames en besluiten. De volledige effecten van de maatregelen zullen vanaf eind februari zichtbaar worden. De Kamer wordt eind februari geïnformeerd over de voortgang. Ondertussen blijf ik met de TCMG doorlopend zoeken naar verdere versnellingsmoge-lijkheden. De voorstellen voor verdere versnelling van de schadeafhandeling uit de brief van de regionale partijen worden daarbij ook meegenomen. Hierbij zullen vooral de praktische consequenties van de voorstellen bekeken worden, zoals de uitvoerbaarheid en beschikbaarheid van gegevens.
Daarnaast gaat de brief in op de rol van de NAM en de financiering van de versterking. Ik wil benadrukken dat de NAM op afstand is gezet en geen rol meer heeft in de beoordeling van de mate waarin huizen aan de veiligheidsnorm voldoen, noch in de uitvoering van de versterking.
kst-33529-552 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
De NAM is wel verantwoordelijk voor de kosten van de uitvoering van de veiligheid. Ik heb daartoe op 22 november 2018 de interim- betalingsover-eenkomst versterken gesloten met NAM (Kamerstuk 33 529, nr. 535). Kern daarvan is het niet langer aan de NAM is om te bepalen wat nodig is voor de veiligheid, maar dat wel alle kosten van de versterking door de NAM gedragen worden. Er is dus geen vast of beperkt budget voor de veiligheid: NAM betaalt alle kosten die nodig zijn om de versterkingsoperatie uit te voeren.
De colleges en de maatschappelijke organisaties vragen van mij de garantie om de benodigde middelen in te zetten vóór 1 februari. Dit is gebeurd. De interim- betalingsovereenkomst versterken met NAM biedt de garantie voor de middelen die nodig zijn voor de versterking. Zo heeft conform deze overeenkomst het CVW inmiddels de opdracht gekregen om te starten met inspecties van woningen met een verhoogd risicoprofiel. Hiermee kan in het eerste halfjaar van 2019 de opname en beoordeling van bijna 3000 adressen worden uitgevoerd. Versterking wordt betaald door NAM; voor aanvullende ambities, zoals in het kader van gebiedsontwikkeling, is het geld van het Nationaal Programma Groningen beschikbaar gesteld.
De gemeenten maken de lokale versterkingsplannen. Daarmee voeren de gemeenten regie op de lokale inpassing van de versterkingsopgave en wordt lokaal maatwerk benut. Gemeenten hebben ruimte om de verster-kingsaanpak te verbinden aan andere opgaven, zolang dit niet ten koste gaat van het tempo van versterken van onveilige woningen.
Verder wordt erop aangedrongen dat alle eigenaren van panden die geïnspecteerd zijn in 2017 en 2018 recht hebben op een versterkings-advies. Met de bestuurders in Groningen heb ik op 20 september specifieke afspraken gemaakt over de implementatie van het advies van de Mijnraad. In die afspraken is ook rekening gehouden met reeds gewekte verwachtingen voor twee specifieke groepen.
Zo zijn afspraken gemaakt om de batch 1588 toch volledig uit te voeren ook al hebben vanuit het oogpunt van veiligheid slechts een deel van de huizen de hoogste prioriteit. Ook de batch 1467 wordt onverkort uitgevoerd.
Ik begrijp dat sommige mensen wiens huis al was geïnspecteerd graag expliciet uitsluitsel willen hebben over hun veiligheid, zelfs als hun huis in de nieuwe situatie niet meer risicovol is. Dit is een begrijpelijke wens. Dit mag uiteraard de aanpak van de wel risicovolle woningen niet vertragen. Ik heb de NCG gevraagd hoe dit in de planning kan worden meegenomen.
De governance, en de rol van het voorgenomen onafhankelijk instituut, leidt ook tot vragen. Partijen uit de regio zijn van mening dat het onafhankelijk instituut dat moet gaan beoordelen wat er nodig is voor de veiligheid slechts het doel kan hebben vast te stellen of een gebouw voldoet aan de veiligheidsnorm en de gemeenten verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van hun eigen versterkingsplan.
Zoals u weet, rust op mij als Minister van EZK wettelijk de zorgplicht voor de veiligheid als gevolg van de aardgaswinning in Groningen. De veiligheid wordt het best geborgd door een instituut met experts dat onafhankelijk en zonder invloed van partijen vaststelt welke woningen versterkt moeten worden, met welke omvang (maatregelen, kosten) en binnen welk tijdpad. Ik zie vervolgens, binnen de kaders van de veiligheid, een dominante rol voor de gemeenten voor me in de uitvoering, bijvoorbeeld als opdrachtgever. Daarbij mogen de kosten niet leidend zijn.
Uitgangspunt is dat gemeenten de ruimte krijgen om, op basis van de randvoorwaarden die het onafhankelijk instituut op objectniveau vaststelt, de plannen lokaal in te passen en te combineren met overige maatregelen zolang dit niet ten koste gaat van de veiligheid. De uitvoeringsorganisatie krijgt een belangrijke regisserende rol in dit proces. Over de vraag wie de uitvoeringsorganisatie gaat aansturen ben ik samen met de Minister van BZK nog met de regionale overheden in gesprek, waarbij mijn inzet is heldere verantwoordingslijnen en doorzettingsmacht te organiseren.
Tot slot, er wordt opgeroepen om voor samenhang te zorgen tussen schade en versterken. Dit is mijn bedoeling. Schade kan betekenis hebben voor versterking, en tijdens de versterkingsoperatie kunnen schades worden weggewerkt, dus waar dit zich voordoet moet het gezamenlijk uitvoeren van schadeafhandeling en de versterkingsopgave mogelijk zijn. Ik zal de NCG vragen om dit in de procedures in te regelen. Gisteren heeft de NCG hierover overleg gevoerd met TCMG. Er is afgesproken om de samenwerking te versterken.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 33 529, nr. 552 3