Brief regering; Verslag Telecomraad van 4 december 2018 - Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 738 toegevoegd aan dossier 21501-33 - Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie; Brief regering; Verslag Telecomraad van 4 december 2018 |
---|---|
Documentdatum | 20-12-2018 |
Publicatiedatum | 22-12-2018 |
Nummer | KST2150133738 |
Kenmerk | 21501-33, nr. 738 |
Commissie(s) | Economische Zaken en Klimaat (EZK) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-
2019
Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 20 december 2018
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Telecomraad van 4 december jl. in Brussel. De Raad bereikte een gedeeltelijke algemene oriëntatie op de verordening ter oprichting van het Digital Europe Programme i. Daarnaast presenteerde het voorzitterschap voortgangsrapportages over de verordening Europees kenniscentrum voor industrie, technologie en onderzoek op het gebied van cyberbeveiliging en het netwerk van nationale coördinatiecentra en over de verordening herziening regels met betrekking tot e-privacy. Over de e-privacyverordening i vond ook een gedachtewisseling plaats.
Ten slotte stond een aantal diversenpunten op de agenda: de herziening richtlijn hergebruik overheidsinformatie i, de aanpassing van de verordening invoering en werking.eu-topniveaudomein internet, de verordening inzake ENISA (EU Cybersecurity Agency) en cybersecurity certificering (Cybersecurity Act), de status van de implementatie van de digitale interne marktstrategie en het werkprogramma van het inkomende Roemeense voorzitterschap.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
kst-21501-33-738 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2018
Verslag Telecomraad d.d. 4 december 2018
Verordening Digital Europe Programme i
Gedeeltelijke algemene oriëntatie
De Raad bereikte een gedeeltelijke algemene oriëntatie op de verordening ter oprichting van het Digital Europe Programme i (DEP), onderdeel van het Meerjarig Financieel Kader 2012-2027. Nederland sprak zich ook uit vóór dit gedeeltelijke akkoord en noemde daarbij het belang van Europese samenwerking op de terreinen van cybersecurity, High Performance Computing en kunstmatige intelligentie om internationaal concurrerend te blijven. Ook de andere lidstaten spraken zich positief uit over de gedeeltelijke algemene oriëntatie.
Ierland gaf een verklaring waarin werd gesteld dat de deelname van derde landen te vergaand wordt beperkt door het huidige voorstel. Deze verklaring was medeondertekend door het Verenigd Koninkrijk, Tsjechië, Finland, Portugal en Slowakije en werd tijdens de Raad door een aantal lidstaten, waaronder Nederland, gesteund.
Verordening Europees kenniscentrum voor industrie, technologie en onderzoek op het gebied van cyberbeveiliging en het netwerk van nationale coördinatiecentra
Voortgangsrapportage
Het voorzitterschap presenteerde een voortgangsrapportage over de verordening ter oprichting van een kenniscentrum voor industrie, technologie en onderzoek (EUCCC) en het netwerk van nationale coördinatiecentra. De Europese Commissie benadrukte dat cybersecurity een prioriteit is binnen het Meerjarig Financieel Kader (MFK). De Commissie riep de Raad op om snel overeenstemming te bereiken over het voorstel, zodat de onderhandelingen met het Europees parlement kunnen beginnen. Enkele lidstaten gaven aan nog vragen te hebben over de financiering en het bestuur van het EUCCC en de bevoegdheden van de nationale coördinatiecentra.
Verordening herziening regels met betrekking tot e-privacy
Voortgangsrapportage en gedachtewisseling
Het voorzitterschap benadrukte het belang van dit voorstel voor het vertrouwen in de digitale economie.
De Raad wisselde vervolgens van gedachten over het voorstel. Een kleine meerderheid van de lidstaten gaf aan dat er nog werk nodig is voordat de onderhandelingen met het Europees parlement kunnen starten. Daarbij moet vooral aandacht worden besteed aan de balans tussen de verschillende belangen en de juridische kwaliteit van het voorstel in het algemeen. Daarnaast was er een groep lidstaten, waaronder Nederland, die voorstander was van zorgvuldige, maar spoedige besluitvorming om onderhandelingen met het Europees parlement te kunnen starten. Nederland pleitte, in lijn met de motie van het lid Verhoeven (Kamerstuk 21 501-33, nr. 711), voor het behoud van privacy by design. Enkele lidstaten gaven aan dat defensie en nationale veiligheid buiten de reikwijdte van dit voorstel moeten blijven. Ook gaven enkele lidstaten aan te willen voorkomen dat dit voorstel de opsporing van online seksueel kindermisbruik in de weg zou komen te staan. Andere onderwerpen die aan bod kwamen, waren het toekomstbestendig maken van regelgeving over e-privacy, de relatie met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en een oproep om opnieuw een impact assessment uit te voeren.
De Eurocommissaris Andreas Ansip dankte de lidstaten voor hun inbreng en benadrukte het belang van snelle afronding van dit voorstel, zodat onder andere de communicatie tussen apparaten beschermd kan worden, omdat dit privacygevoelig kan zijn. Over de relatie met de AVG merkte hij op dat de e-privacyverordening i ziet op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en het communicatiegeheim, terwijl de AVG gaat over het recht op bescherming van persoonsgegevens. Op basis van deze conclusies worden de onderhandelingen in de Raad begin 2019 voortgezet door het inkomende voorzitterschap van Roemenië.
Herziening Richtlijn Hergebruik Overheidsinformatie i
Informatie van het voorzitterschap
Het voorzitterschap informeerde de Raad over de onderhandelingen met het Europees parlement over de herziening van de richtlijn hergebruik overheidsinformatie (PSI). Aangegeven werd dat op een aantal punten de standpunten van de Raad en het Europees parlement nog uiteenlopen.
De ambitie van het voorstel wordt door Nederland gesteund. Wel benadrukte Nederland dat het belangrijk is dat er duidelijkheid komt over de gevolgen van het voorstel voor kennisinstellingen toegepast onderzoek (TO2-instellingen) en over de verhouding met de AVG. Hierover is Nederland nog in gesprek met de Europese Commissie.
Aanpassing verordening invoering en werking.eu-topniveaudomein internet
Informatie van het voorzitterschap
Het voorzitterschap hoopt de onderhandelingen over de aanpassing van de verordening invoering en werking.eu-topniveaudomein internet in één triloog af te ronden.
Verordening inzake ENISA (EU Cybersecurity Agency) en cybersecurity certificering (Cybersecurity Act)
Informatie van het voorzitterschap
De onderhandelingen met het Europees parlement over de verordening inzake ENISA en cybersecurity certificering hoopt het voorzitterschap voor het einde van het jaar af te ronden. Het voorzitterschap gaf aan dat op 10 december 2018 de volgende triloog is voorzien. Inmiddels is bekend dat de laatste triloog met succes is afgerond.
Status van de implementatie van de digitale interne marktstrategie
Informatie van de Europese Commissie.
De Europese Commissie informeerde de Raad over de status van de digitale interne marktstrategie uit 2015 en riep de Raad op snel overeenstemming te bereiken over de laatste voorstellen. Het nieuwe Telecom-kader (de zogenaamde Code) en de BEREC-verordening werden tijdens de Telecomraad door de Raad aangenomen. Nederland sprak hierover zijn tevredenheid uit, met name wat betreft het hoofdstuk over toegangsregu-lering. Andere lidstaten gaven ook aan tevreden te zijn.
Werkprogramma Roemeens voorzitterschap
Het inkomende voorzitterschap, Roemenië, presenteerde op de Telecomraad zijn werkprogramma. Roemenië toont ambitie en wil graag concrete resultaten behalen. Roemenië benadrukte hierbij het belang dat de EU leidend wordt in kunstmatige intelligentie, 5G en connected cars. Ook hecht Roemenië veel waarde aan het bevorderen van digitale vaardigheden van EU-burgers.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 21 501-33, nr. 738 4