Motie Van Brenk/Van Rooijen over de berekening van de verplichtingen van pensioenfondsen vergeleken met de premieberekening - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2019 - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 76 toegevoegd aan wetsvoorstel 35000 XV - Vaststelling begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2019 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2019; Motie; Motie van de leden Van Brenk en Van Rooijen over de berekening van de verplichtingen van pensioenfondsen vergeleken met de premieberekening |
---|---|
Documentdatum | 29-11-2018 |
Publicatiedatum | 30-11-2018 |
Nummer | KST35000XV76 |
Kenmerk | 35000 XV, nr. 76 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-
2019
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2019
MOTIE VAN DE LEDEN VAN BRENK EN VAN ROOIJEN
Voorgesteld 29 november 2018
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de realiteit van pensioenkortingen dichterbij gekomen is door het klappen van de onderhandelingen over een nieuw pensioenstelsel;
overwegende dat het niet consistent is als pensioenpremie en pensioenverplichtingen volgens verschillende maatstaven worden berekend;
verzoekt de regering, om bij de berekening van de verplichtingen van pensioenfondsen uit te gaan van hetzelfde «verwachte rendement» als bij de pensioenberekening,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Brenk Van Rooijen
kst-35000-XV-76 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2018
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 35 000 XV, nr. 76