Verslag van een schriftelijk overleg over het Fiche: Wijziging verordening grensoverschrijdende betalingen en valutawisselkosten - Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Dit verslag van een schriftelijk overleg is onder nr. 2685 toegevoegd aan dossier 22112 - Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie; Verslag van een schriftelijk overleg; Verslag van een schriftelijk overleg over het Fiche: Wijziging verordening grensoverschrijdende betalingen en valutawisselkosten
Document­datum 28-08-2018
Publicatie­datum 28-08-2018
Nummer KST221122685
Kenmerk 22112, nr. 2685
Commissie(s) Financiën (FIN)
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2017-

2018

22 112

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 2685

VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 29 augustus 2018

De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over de brief van 25 mei 2018 over het Fiche: Wijziging verordening grensoverschrijdende betalingen en valutawisselkosten (Kamerstuk 22 112, nr. 2568).

De vragen en opmerkingen zijn op 13 juni 2018 aan de Minister van Financiën voorgelegd. Bij brief van 28 augustus 2018 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie,

Anne Mulder

De adjunct-griffier van de commissie,

Freriks

kst-22112-2685 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2018

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het onderhavige BNC-fiche. Deze leden zien de lage transactiekosten als een groot voordeel voor de grensoverschrijdende handel en daarmee voor de gehele Nederlandse economie. De Europese Commissie doet hiermee bij uitstek waartoe de EU in het leven is geroepen: het bevorderen van een gemeenschappelijke markt en het slechten van handelsbelemmeringen. Deze leden hebben nog enkele vragen.

De leden van de VVD-fractie krijgen graag inzicht in de kosten die betaaldienstaanbieders maken voor dit soort overboekingen. Weerspiegelen de huidige tarieven vooral marktmacht of gaan er reële kosten achter schuil? Deze leden begrijpen dat de inkomstenderving zal worden goedgemaakt door hogere transactievolumes. Kan de Minister aangeven wat dan het verwachte inkomstenverlies is voor de betaaldienstaanbieders en welke volumestijging wordt aangenomen?

De leden van de VVD-fractie vragen waarom zo weinig landen gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid die Single Euro Payments Area (SEPA) biedt om de transactiekosten gelijk te trekken. Zien andere lidstaten niet de voordelen van gelijke en lage transactiekosten?

De leden van de VVD-fractie lezen dat er in het impact assessment vier beleidsalternatieven zijn overwogen, maar dat de derde optie als het meest efficiënt is beoordeeld. Deelt de Minister deze analyse? Waarom?

De leden van de VVD-fractie lezen dat het voor de regering van belang is dat er een zo goed mogelijk zicht komt op de concrete kostenvoordelen voor Nederlandse consumenten en bedrijven. Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat deze er zo snel mogelijk komen? Welke invloed heeft het op het Nederlandse standpunt wanneer er geen goed zicht komt op de kostenvoordelen voor Nederlandse consumenten en bedrijven?

De leden van de VVD-fractie vragen hoe gezorgd wordt voor meer transparantie van de totale kosten van grensoverschrijdende transacties. Zoals de regering zelf formuleert, zijn consumenten hierbij gebaat.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het Fiche «Wijziging verordening grensoverschrijdende betalingen en valutawissel-kosten».

Naar aanleiding van het fiche brengen de leden van de PVV-fractie het volgende naar voren.

Allereerst willen de leden van de PVV-fractie weten wat de gemiddelde prijzen zijn voor binnenlandse transacties in Nederland en voor grensoverschrijdende transacties tussen de eurolanden. Hoe hoog zijn de transactiekosten vanuit Nederland naar niet-eurolanden?

Voorts willen de leden van de PVV-fractie weten wat de onbedoeld nadelige effecten van de gelijktrekking van de transactietarieven zouden kunnen zijn. Hoe zal voorkomen worden dat de kosten voor de (relatief goedkope) binnenlandse betalingen toenemen, in de plaats van dat er sprake is van een afname van kosten voor grensoverschrijdende transacties?

Verder merken de leden van de PVV-fractie op dat de Europese Bankauto-riteit (EBA) technische reguleringsnormen zal opstellen om valutawissel-praktijken helder uit te kunnen werken. De leden van de PVV-fractie willen weten of dit binnen het mandaat van de EBA valt. Ook willen de leden van de PVV-fractie weten of hiermee het mandaat van de EBA wordt opgerekt. Indien hier sprake van is, in hoeverre vindt de Minister dit wenselijk? Op welke wijze kan de Kamer verder invloed uitoefenen op de technische reguleringsnormen van EBA?

Tevens merken de leden van de PVV-fractie op dat de EBA in de overgangsfase een tijdelijke bovengrens voor de kosten van valutawissel zal vaststellen. De leden van de PVV-fractie willen weten wat deze tijdelijke bovengrens voor de kosten van valutawissel zal zijn.

Ten slotte willen de leden van de PVV-fractie weten hoeveel de Nederlandse betaalaanbieders mis zullen lopen als gevolg van dit voorstel en hoe voorkomen zal worden dat dit verlies alsnog wordt doorberekend in hogere consumentenprijzen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66

De leden van de D66-fractie hebben met grote interesse kennisgenomen van het BNC-fiche Wijziging verordening grensoverschrijdende betalingen en Valutawisselkosten. Zij ondersteunen met kracht het doel om grensoverschrijdende betalingen in de EU makkelijker en goedkoper te maken. Lagere kosten voor betaaldiensten bevordert marktwerking en concurrentie tussen financiële dienstverleners. Meer concurrentie leidt niet alleen tot lagere prijzen, maar kan ook de kwaliteit en klantgerichtheid van financiële dienstverlening bevordert. Hiervan profiteren consumenten en bedrijven. Bovendien maken lagere prijzen voor grensoverschrijdende betalingen het toegankelijker om financiering voor investeringen aan te trekken uit een andere lidstaat. De mogelijkheid om financiering aan te trekken vanuit verschillende bronnen bevordert investeringen en maakt een economie weerbaar. Tot slot zijn de aan het woord zijnde leden enthousiast over het voorstel om grotere transparantie bij een valutawissel te verplichten. Op die manier kunnen consumenten een betere keuze maken bij een valutawissel.

Deze leden hebben nog enkele vragen over de nadere uitwerking van deze verordening.

De leden van de D66-fractie lezen dat met het voorstel van de Europese Commissie de betalingskosten voor grensoverschrijdende transacties gelijk wordt getrokken met de kosten van binnenlandse transacties. Zijn er ook situaties waarbij dit juist leidt tot hogere kosten voor de consument? Kan dit in Nederland leiden tot hogere kosten voor binnenlandse betalingen?

De leden van de D66-fractie lezen dat de verordening een besparing oplevert van 900 miljoen euro. Welk deel van deze besparing slaat in Nederland neer? Is hiermee ook rekening gehouden met secundaire effecten zoals het kunnen aantrekken van een bredere financieringsmix? Is er bij die berekening rekening gehouden met het effect op investeringen door bedrijven? Zo nee, hoe schat de Minister dit effect in?

De leden van de D66-fractie lezen dat de EBA gevraagd zal worden om de transparantieverplichting voor een valutawissel nader uit te werken. Het kabinet stelt dat een zorgvuldige discussie over de reikwijdte en uitwerking van het mandaat van EBA van belang is. Hoe ziet de Minister dit mandaat voor zich? Hoe wil de Minister dit mandaat inperken?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het fiche Wijziging verordening grensoverschrijdende betalingen en valutawisselkosten. Deze leden vragen de Minister hoe deze verordening nu gaat realiseren dat consumenten in de Europese Unie voortaan volledig geïnformeerd worden over de kosten van een valutawissel. Zij vragen of dit in de praktijk ook gaat gebeuren wanneer consumenten met hun betaalkaart betalen in een winkel of restaurant of geld opnemen bij een automaat.

De leden van de SP-fractie vragen de Minister hoe de kosten voor het overmaken van geld buiten de eurozone gelijkgetrokken kan worden. Deze leden vragen dit omdat de kosten van grensoverschrijdende betalingen en valutawisselkosten vaak verborgen zijn. Voorgenoemde leden vragen de Minister hoe het komt dat met de invoering van de Payment Services Directive 2 (PSD2) de Europese Commissie er niet in geslaagd is om grensoverschrijdende betalingsprocessen transparanter te maken. Zij vragen de Minister of Nederland niet een belangrijkere rol kan spelen om ervoor te zorgen dat de banken niet opnieuw wegkomen met een gebrek aan transparantie. De leden van de SP-fractie vragen de Minister wat hij hieraan gaat doen. Deze leden vragen de Minister transparantie te eisen en dit bij banken neer te leggen. Zij vragen de Minister dit te controleren.

De leden van de SP-fractie vragen hoe het komt dat de Europese Commissie voorstelt om de EBA te vragen technische reguleringsnormen op te stellen om valutawisselpraktijken helder uit te kunnen werken. Deze leden vragen de Minister waarom de lidstaten zelf niet met dit kader kunnen komen.

De leden van de SP-fractie vragen de Minister waarom hij stelt dat een efficiënt betalingsverkeer gebaat is bij concurrentie. Deze leden vragen de Minister wat de negatieve gevolgen van concurrentie zijn binnen het grensoverschrijdend betalingsverkeer. Zij vragen de Minister hoe hij deze negatieve gevolgen gaat wegnemen. Voorgenoemde leden vragen de Minister of Nederland als lidstaat nog meer maatregelen wil nemen die de mobiliteit en keuzevrijheid van consumenten en bedrijven verhogen en de kosten van betalingsdiensten verlagen.

De leden van de SP-fractie vragen de Minister hoe hij een toename van kosten voor de (relatief goedkope) binnenlandse betalingen tegen zal gaan. Deze leden vragen de Minister waar een afname van de kosten voor de grensoverschrijdende transacties gecompenseerd zullen worden.

De leden van de SP-fractie vragen de Minister hoe hij in het kader van grensoverschrijdende betalingen en valutawisselkosten omgaat met bitcoins, blockchain of andere cryptovaluta die het mogelijk maken om zeer snel grensoverschrijdende betalingen te doen.

II Reactie van de Minister

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van de vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van de VVD, de PVV, D66 en de SP. Voor de leesbaarheid is gekozen voor clustering van vragen en antwoorden naar onderwerp:

I    Tarieven transacties en inkomsten betaaldienstaanbieders;

II    Gevolgen voor Nederlandse consumenten en bedrijven;

III    Mogelijkheden SEPA en beleidsalternatieven;

IV    Transparantie valutawisselkosten;

V    Technische reguleringsnormen EBA valutawissel;

VI    Grensoverschrijdende betalingen en cryptovaluta.

I Tarieven transacties en inkomsten betaaldienstaanbieders

Allereerst willen de leden van de PVV-fractie weten wat de gemiddelde prijzen zijn voor binnenlandse transacties in Nederland en voor grensoverschrijdende transacties tussen de eurolanden. Hoe hoog zijn de transactiekosten vanuit Nederland naar niet-eurolanden?

De leden van de VVD-fractie krijgen graag inzicht in de kosten die betaaldienstaanbieders maken voor dit soort overboekingen. Weerspiegelen de huidige tarieven vooral marktmacht of gaan er reële kosten achter schuil?

Onderhavig voorstel bestaat uit twee onderdelen: (1) de gelijktrekking van de kosten (tarieven) in de Europese Unie (EU) en de Europese Economische Ruimte (EER) van grensoverschrijdende transacties in euro's naar, vanuit of tussen niet-eurolanden met de kosten voor binnenlandse transacties in nationale valuta, en (2) de invoering van transparantiever-plichtingen (en waar mogelijk vergelijkbaarheid van opties voor betaal-dienstgebruikers) bij betalingen waarmee valutawissel gemoeid is. Onderhavige vragen gaan over het eerste onderdeel. Als gevolg van de wijziging zou bijvoorbeeld een consument of bedrijf dat vanuit Bulgarije euro's overmaakt, dezelfde kosten betalen voor een overschrijving in euro's naar Finland als voor een binnenlandse overschrijving in leva in Bulgarije.

Uit het impact assessment blijkt dat de Europese Commissie de gemiddelde tarieven voor grensoverschrijdende transacties in euro's in niet-eurolanden op dit moment inschat op € 8,- voor een overschrijving,

€ 0,40 voor een kaartbetaling (debit- of creditcard) en € 2,30 voor een geldopname. Conform voorstel zullen deze tarieven verminderen tot die voor binnenlandse transacties in lokale valuta (bijvoorbeeld betalingen binnen Bulgarije in leva), die volgens de Europese Commissie gemiddeld respectievelijk € 1,-, € 0,- en € 0,63 bedragen.1

Voor de tarieven voor binnenlandse transacties in Nederland, tussen eurolanden en vanuit Nederland naar niet-eurolanden geldt het volgende. De prijzen die traditionele betaaldienstaanbieders (banken) hanteren voor binnenlandse transacties in Nederland zijn kenbaar via hun websites. Voor binnenlandse overschrijvingen en voor overschrijvingen naar andere eurolanden brengen Nederlandse banken over het algemeen geen kosten in rekening. Wel worden er periodieke (vaak maandelijkse) kosten in rekening gebracht voor het gebruik van het betaalrekeningpakket.2 Op grond van artikel 3 van Verordening 924/2009 i gelden deze kostenniveaus voor binnenlandse transacties in eurolanden ook voor grensoverschrijdende betalingen (kaartbetalingen, incasso's en overschrijvingen, geldopnames en geldtransfers) in euro's binnen de Eurozone. Voor transacties naar of vanuit niet-eurolanden tot slot is de wisselkoers relevant. Actuele informatie over tarieven voor buitenlandse niet-eurobetalingen en wisselkoersen voor vreemde valuta kan worden verkregen door de websites van Nederlandse banken te raadplegen. Als gevolg van internationale handel fluctueren wisselkoersen voortdurend. Informatie over wisselkoersen wordt doorgaans (tweemaal) dagelijks door banken op hun websites gepubliceerd.3 Naast het feit dat de waarde van vreemde valuta fluctueert, zoals wisselkoersen laten zien, geldt ook dat voor de verkoop van vreemde valuta doorgaans een commissie wordt gerekend. Daardoor zullen transacties tussen eurolanden en niet-euro-landen altijd duurder zijn dan transacties in euro's binnen de eurozone.

De leden van de PVV-fractie willen weten hoeveel Nederlandse betaalaan-bieders mis zullen lopen als gevolg van dit voorstel en hoe voorkomen zal worden dat dit verlies alsnog wordt doorberekend in hogere consumentenprijzen.

De leden van de VVD-fractie begrijpen dat de inkomstenderving zal worden goedgemaakt door hogere transactievolumes. Kan de Minister aangeven wat dan het verwachte inkomstenverlies is voor de betaaldien-staanbieders en welke volumestijging wordt aangenomen?

Het te verwachten inkomstenverlies alsook de stijging van transactievo-lumes als gevolg van het voorstel laten zich lastig kwantificeren. Aangenomen dat het aandeel aan eurotransacties in het totaal aan grensoverschrijdende transacties niet zal afnemen, schatte de Europese Commissie het inkomstenverlies voor alle betaaldienstaanbieders samen op 900 miljoen euro op jaarbasis. Het inkomstenverlies zal zich moet name voordoen bij betaaldienstaanbieders die actief zijn in niet-eurolanden. De impact op de Nederlandse betaalmarkt zal zeer beperkt zijn omdat de kosten voor transacties in euro's binnen de eurozone al laag zijn. Omdat het voorstel beoogt de kosten voor grensoverschrijdende transacties te verlagen, zal de barrière voor grensoverschrijdend handelsverkeer met niet-eurolanden vermoedelijk lager worden en zal het aantal grensoverschrijdende transacties in euro's naar, vanuit of tussen niet-eurolanden naar verwachting toenemen.

II Gevolgen voor Nederlandse consumenten en bedrijven

De leden van de VVD-fractie lezen dat het voor de regering van belang is dat er een zo goed mogelijk zicht komt op de concrete kostenvoordelen voor Nederlandse consumenten en bedrijven. Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat deze er zo snel mogelijk komen? Welke invloed heelt het op het Nederlandse standpunt wanneer er geen goed zicht komt op de kostenvoordelen voor Nederlandse consumenten en bedrijven?

De leden van de D66-fractie lezen dat de verordening een besparing oplevert van 900 miljoen euro. Welk deel van deze besparing slaat in Nederland neer? Is hiermee ook rekening gehouden met secundaire effecten zoals het kunnen aantrekken van een bredere financieringsmix? Is er bij die berekening rekening gehouden met het effect op investeringen door bedrijven? Zo nee, hoe schat de Minister dit effect in?

Het is niet bekend welk deel van de door de Europese Commissie berekende 900 miljoen euro naar verwachting zal neerslaan bij Nederlandse consumenten en bedrijven. Ik veronderstel dat dat deel zeer bescheiden zal zijn, omdat de effecten van het voorstel en kostenvoordelen vooral zullen neerslaan bij consumenten en bedrijven actief buiten de eurozone. Het is mij niet bekend dat de Europese Commissie in haar berekeningen rekening heeft gehouden met secundaire effecten, zoals het door bedrijven aantrekken van een bredere financieringsmix of effecten op hun investeringen. Ook bij deze afgeleide effecten is de verwachting dat die zich in Nederland zeer beperkt zullen voordoen.

Voorts willen de leden van de PVV-fractie weten wat de onbedoeld nadelige effecten van de gelijktrekking van de transactietarieven zouden kunnen zijn. Hoe zal voorkomen worden dat de kosten voor de (relatief goedkope) binnenlandse betalingen toenemen, in de plaats van dat er sprake is van een afname van kosten voor grensoverschrijdende transacties?

De leden van de D66-fractie lezen dat met het voorstel van de Europese Commissie de betalingskosten voor grensoverschrijdende transacties gelijk wordt getrokken met de kosten van binnenlandse transacties. Zijn er ook situaties waarbij dit juist leidt tot hogere kosten voor de consument? Kan dit in Nederland leiden tot hogere kosten voor binnenlandse betalingen?

De leden van de SP-fractie vragen de Minister hoe hij een toename van kosten voor de (relatief goedkope) binnenlandse betalingen tegen zal gaan. Deze leden vragen de Minister waar een afname van de kosten voor de grensoverschrijdende transacties gecompenseerd zullen worden.

De leden van de SP-fractie vragen de Minister waarom hij stelt dat een efficiënt betalingsverkeer gebaat is bij concurrentie. Deze leden vragen de Minister wat de negatieve gevolgen van concurrentie zijn binnen het grensoverschrijdend betalingsverkeer. Zij vragen de Minister hoe hij deze negatieve gevolgen gaat wegnemen. Voorgenoemde leden vragen de Minister of Nederland als lidstaat nog meer maatregelen wil nemen die de mobiliteit en keuzevrijheid van consumenten en bedrijven verhogen en de kosten van betalingsdiensten verlagen.

Het voorstel zal geen negatieve gevolgen hebben voor Nederlandse consumenten en bedrijven, omdat Nederland al tot de Eurozone behoort en de norm van artikel 3 van Verordening 924/2009 i al sinds 1 november 2009 voor Nederland geldt.4 Het geschetste risico van hogere kosten voor de consument zal zich in Nederland dan ook niet voordoen. De uitbreiding van de reikwijdte tot grensoverschrijdende transacties in euro's naar, vanuit of tussen niet-eurolanden biedt alleen voordelen voor Nederlandse consumenten en bedrijven voor zover zij transacties verrichten in of met niet-eurolanden. Om die reden blijven de totale kosten voor Nederlandse betaaldienstgebruikers gelijk of nemen zij hooguit licht af.

Concurrentie in het grensoverschrijdend betalingsverkeer heeft doorgaans positieve gevolgen, omdat het ondernemerschap en efficiëntie bevordert en het aanbod van betalingsdiensten doet toenemen. Het biedt consumenten en bedrijven meer keuze, houdt de prijzen laag en de kwaliteit hoog, en bevordert innovatie. Ten behoeve van de mobiliteit en keuzevrijheid van consumenten en bedrijven in de Europese Unie is de richtlijn betaalrekeningen (Payment Accounts Directive, PAD) een belangrijke maatregel. De PAD heeft tot doel de kosten voor het gebruik van betaalrekeningen voor consumenten transparanter te maken, het overstappen naar een andere betaalrekeningaanbieder eenvoudiger te maken en de toegang tot een basisbetaalrekening te waarborgen. Deze richtlijn is in 2016 in Nederland geïmplementeerd. Aanbieders van betaalrekeningen moeten vanaf 31 oktober 2018 voldoen aan de transparantiebepalingen uit de PAD. Met betrekking tot meer maatregelen ten behoeve van de mobiliteit en keuzevrijheid heb ik in het kader van het plenair debat over de verhoging van de beloning van de bestuursvoorzitter van ING (Handelingen II 2017/18, nr. 69, item 10) naar aanleiding van een motie van de leden Van Raan en Paternotte toegezegd dat ik zal bekijken of nummerportabiliteit en het overstappen van bank kan worden vergemakkelijkt. Ik zal de Europese Commissie enthousiasmeren om het voornemen voor een onderzoek naar nummerportabiliteit in 2019 gestand te doen.5

III Mogelijkheden SEPA en beleidsalternatieven

De leden van de VVD-fractie vragen waarom zo weinig landen gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid die Single Euro Payments Area (SEPA) biedt om de transactiekosten gelijk te trekken. Zien andere lidstaten niet de voordelen van gelijke en lage transactiekosten?

De leden van de VVD-fractie lezen dat er in het impact assessment vier beleidsalternatieven zijn overwogen, maar dat de derde optie als het meest efficiënt is beoordeeld. Deelt de Minister deze analyse? Waarom?

In haar impact assessment (p. 24) legt de Europese Commissie uit waarom andere Europese lidstaten geen gebruik hebben gemaakt van de genoemde lidstaatoptie om de kosten voor binnenlandse transacties in lokale valuta (bijvoorbeeld een betaling binnen Bulgarije in leva) gelijk te trekken met de kosten voor grensoverschrijdende transacties in lokale niet-euro valuta.6

Uit de toelichting blijkt dat de kosten die de implementatie van deze lidstaatoptie voor betaaldienstaanbieders tot gevolg zou hebben, hoog zullen zijn, vanwege de grote kostenverschillen tussen beide soorten transacties. Het aanbieden van grensoverschrijdende transacties in lokale niet-euro valuta tegen hetzelfde tarief als binnenlandse transacties in lokale valuta zou daarom hoogstwaarschijnlijk tot verliezen voor betaaldienstaanbieders leiden. Volgens de Europese Commissie kwamen deze bezwaren destijds in de openbare consultatie aan het licht. Het is denkbaar dat deze lidstaatoptie, mocht die door nationale overheden zijn geïmplementeerd, tot gevolg had gehad dat betaaldienstaanbieders hogere prijzen zouden rekenen voor binnenlandse transacties, om het verlies te compenseren. Dit zou een negatief gevolg zijn. Om die reden zijn in dit impact assessment ook andere beleidsalternatieven overwogen die een oplossing zouden kunnen zijn voor hoge transactietarieven.

De meeste grensoverschrijdende transacties in niet-eurolanden vinden plaats in euro's, waarmee de gekozen optie - namelijk het gelijktrekken van kosten voor binnenlandse transacties in lokale valuta met die voor grensoverschrijdende transacties in euro's naar, vanuit of tussen niet-eurolanden - een groot deel van de transacties afvangt. Daarnaast zijn grensoverschrijdende transacties in euro's ten opzichte van die in lokale (niet-euro) valuta relatief goedkoop. Dat neemt het risico op bovengenoemd ongewenst neveneffect grotendeels weg, namelijk het risico dat betaaldienstverleners hun tarieven voor binnenlandse transacties verhogen om de grensoverschrijdende eurobetalingen te kruissub-sidiëren. Om deze redenen deel ik de analyse dat de gekozen optie uit alle overwogen alternatieven de meest efficiënte is.

5    Kamerstuk 32 013, nr. 182.

6    SDW(2018) 84 (impact assessment), p. 24.

IV Transparantie valutawisselkosten

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het fiche Wijziging verordening grensoverschrijdende betalingen en valutawisselkosten. Deze leden vragen de Minister hoe deze verordening nu gaat realiseren dat consumenten in de Europese Unie voortaan volledig geïnformeerd worden over de kosten van een valutawissel. Zij vragen of dit in de praktijk ook gaat gebeuren wanneer consumenten met hun betaalkaart betalen in een winkel of restaurant of geld opnemen bij een automaat.

De leden van de VVD-fractie vragen hoe gezorgd wordt voor meer transparantie van de totale kosten van grensoverschrijdende transacties. Zoals de regering zelf formuleert, zijn consumenten hierbij gebaat.

De leden van de SP-fractie vragen de Minister hoe de kosten voor het overmaken van geld buiten de eurozone gelijkgetrokken kan worden. Deze leden vragen dit omdat de kosten van grensoverschrijdende betalingen en valutawisselkosten vaak verborgen zijn. Voorgenoemde leden vragen de Minister hoe het komt dat met de invoering van de Payment Services Directive 2 (PSD2) de Europese Commissie er niet in geslaagd is om grensoverschrijdende betalingsprocessen transparanter te maken. Zij vragen de Minister of Nederland niet een belangrijkere rol kan spelen om ervoor te zorgen dat de banken niet opnieuw wegkomen met een gebrek aan transparantie. De leden van de SP-fractie vragen de Minister wat hij hieraan gaat doen. Deze leden vragen de Minister transparantie te eisen en dit bij banken neer te leggen. Zij vragen de Minister dit te controleren.

Onderhavig voorstel bestaat uit twee onderdelen: (1) de gelijktrekking van de kosten (tarieven) in de EU en de EER van grensoverschrijdende transacties in euro's naar, vanuit of tussen niet-eurolanden met die voor binnenlandse transacties in nationale valuta, en (2) de invoering van transparantieverplichtingen (en waar mogelijk vergelijkbaarheid van opties voor betaaldienstgebruikers) bij betalingen waar valutawissel gemoeid is. Onderhavige vragen gaan over het tweede onderdeel. Deze verplichtingen zijn aanvullend op de transparantie- en informatieverplichtingen voor de praktijken bij valutawissel overeenkomstig de artikelen 45, 52, en 59(2) van de herziene richtlijn betaaldiensten (Payment Services Directive, PSD II). Als gevolg van deze verplichtingen zullen de volledige kosten van een grensoverschrijdende transactie vooraf aan de consument duidelijk moeten worden gemaakt. Zo kunnen consumenten een weloverwogen keuze maken tussen verschillende aanbieders van valutawisseldiensten, wat de concurrentie tussen aanbieders van dergelijke diensten bevordert.

Volgens de Europese Commissie wordt een consument die een betaling doet buiten de eurozone (een geldopname bij een geldautomaat of een kaartbetaling bij een fysiek of online verkooppunt, zoals een winkel, restaurant of webshop) vaak geconfronteerd met een gebrek aan transparantie over de werkelijke kosten die gemoeid zijn met betalingen waar valutawissel mee is gemoeid. Het is daarom ten eerste van belang om te verduidelijken welke informatie precies aan de consument dient te worden verstrekt om ervoor te zorgen dat de transparantie-verplichtingen van PSD II en onderhavig voorstel consequent worden toegepast, en om de transparantie voor consumenten daadwerkelijk te verbeteren zodat ze beter zijn beschermd tegen buitensporige kosten voor valutawissel. Ten tweede zullen de voorgestelde transparantie-eisen ertoe leiden dat extra informatie op het scherm van betaal- en geldautomaten (of op het beeldscherm van een computer of smartphone in geval van een online betaling) moet worden gepresenteerd voorafgaand aan aankopen waarmee valutawissel is gemoeid. Dit betekent dat nadere inhoudelijke en technische uitwerking nodig is.

Op 25 juni jl. is in de Raad een compromisvoorstel overeengekomen, dat hierna verder zal worden behandeld in het Europees parlement.5 Dit compromisvoorstel adresseert het feit dat nadere inhoudelijke en technische uitwerking nodig is op twee manieren. Ten eerste, door in artikel 3a te verduidelijken hoe de kosten voor valutawissel moeten worden berekend. Ten tweede, door in artikel 14a de Europese Bankenau-toriteit (EBA) te mandateren om, 30 maanden na inwerking-treding van de verordening, een verslag in te dienen op basis waarvan de Europese Commissie de toepassing en het effect van de verordening kan beoordelen, en aanvullende wetgeving kan voorstellen indien nodig. Het geheel heeft als doel om de transparantie voor consumenten daadwerkelijk te verbeteren. Ten aanzien van de transparantie- en informatieverplichtingen van PSD II merk ik tot slot op dat die verplichtingen nog niet van kracht zijn. Vanaf het moment dat dit het geval is, is het aan de toezichthouders om toe te zien op de naleving hiervan.

V Technische reguleringsnormen EBA valutawissel

Verder merken de leden van de PVV-fractie op dat de Europese Bankauto-riteit (EBA) technische reguleringsnormen zal opstellen om valutawissel-praktijken helder uit te kunnen werken. De leden van de PVV-fractie willen weten of dit binnen het mandaat van de EBA valt. Ook willen de leden van de PVV-fractie weten of hiermee het mandaat van de EBA wordt opgerekt. Indien hier sprake van is, in hoeverre vindt de Minister dit wenselijk? Op welke wijze kan de Kamer verder invloed uitoefenen op de technische reguleringsnormen van EBA?

De leden van de D66-fractie lezen dat de EBA gevraagd zal worden om de transparantieverplichting voor een valutawissel nader uit te werken. Het kabinet stelt dat een zorgvuldige discussie over de reikwijdte en uitwerking van het mandaat van EBA van belang is. Hoe ziet de Minister dit mandaat voor zich? Hoe wil de Minister dit mandaat inperken?

De leden van de SP-fractie vragen hoe het komt dat de Europese Commissie voorstelt om de EBA te vragen technische reguleringsnormen op te stellen om valutawisselpraktijken helder uit te kunnen werken. Deze leden vragen de Minister waarom de lidstaten zelf niet met dit kader kunnen komen.

Aanvankelijk is door de Europese Commissie voorgesteld om de vereisten over transparantie en prijsvergelijkbaarheid in valutawisselpraktijken nader uit te laten werken door de Europese Bankenautoriteit (EBA) in technische reguleringsnormen (regulatory technical standards, RTS). In het algemeen geldt voor ontwerpRTS dat de Raad er bezwaar tegen kan aantekenen en de delegatie aan de Europese Commissie tot vaststelling van RTS op ieder moment kan intrekken, waarmee inwerkingtreding voorkomen wordt. De mogelijkheid om als lidstaat invloed uit te oefenen op de vaststelling van RTS is daarmee geborgd via de Raad.

Bij onderhavig voorstel om de EBA te mandateren RTS op te stellen heeft een aantal lidstaten kanttekeningen geplaatst. Volgens deze lidstaten zouden nadere transparantieverplichtingen niet in lagere regelgeving maar in de verordening zelf moeten worden vastgelegd. Met het recent overeengekomen compromisvoorstel wordt dit bezwaar geadresseerd door het mandaat voor de EBA om RTS op te stellen te schrappen. In plaats daarvan wordt in de verordening verduidelijkt hoe de kosten voor valutawissel moeten worden uitgedrukt, ten behoeve van de transparantie. Ook wordt de EBA gemandateerd om een verslag in te dienen waarin onder meer informatie over de impact van de verordening op de ontwikkeling van valutawissel wordt opgenomen. Dit verslag dient als basis voor de evaluatie die de Europese Commissie zal uitvoeren naar de toepassing en het effect van de verordening.

Tevens merken de leden van de PVV-fractie op dat de EBA in de overgangsfase een tijdelijke bovengrens voor de kosten van valutawissel zal vaststellen. De leden van de PVV-fractie willen weten wat deze tijdelijke bovengrens voor de kosten van valutawissel zal zijn.

De Raad heeft de bovengrens (het kostenplafond) uit haar compromisvoorstel geschrapt. Van een dergelijke bovengrens is dus niet langer sprake.

VI Grensoverschrijdende betalingen en cryptovaluta

De leden van de SP-fractie vragen de Minister hoe hij in het kader van grensoverschrijdende betalingen en valutawisselkosten omgaat met bitcoins, blockchain of andere cryptovaluta die het mogelijk maken om zeer snel grensoverschrijdende betalingen te doen.

Bitcoin en andere cryptovaluta vallen buiten de reikwijdte van de verordening en buiten die van de wijzigingsvoorstellen. Zoals beschreven in mijn brief van 8 maart jl. bezie ik momenteel de mogelijkheden om cryptovaluta onder een passend regelgevend kader te brengen.6 Het investeren in cryptovaluta is niet zonder risico's en er zijn zorgen over het gebruik van cryptovaluta voor criminele doeleinden, zoals fraude en witwassen. De techniek achter cryptovaluta, zoals blockchain-technologie en andere vormen van distributed ledger technology (DLT), kan op termijn mogelijk waardevolle technologische innovaties opleveren, ook in betalingen. Er wordt daarom zowel in de publieke als in de private sector geëxperimenteerd met blockchain-technologie. De Nederlandsche Bank (DNB) heeft bij wijze van experiment in de afgelopen drie jaar cryptovaluta op basis van blockchain-techologie ontwikkeld en geëvalueerd. Het doel hiervan was om zowel kennis op te bouwen als om te toetsen in hoeverre deze technologie bruikbaar is voor verbeteringen in het betalings- en effectenverkeer. Recent heeft DNB geconcludeerd dat de blockchain-technologie vooralsnog niet aan de zeer hoge eisen van een financiële marktinfrastructuur kan voldoen.7 De grootste tekortkomingen zijn volgens DNB de tekortschietende capaciteit, inefficiëntie door hoge energieconsumptie en gebrek aan volledige zekerheid over het hebben voldaan van een betaling. Omdat DNB de technologie evenwel interessant en veelbelovend vindt, blijft zij daarmee experimenteren en blijft zij investeren in kennisopbouw over deze technologie.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2017-2018, 22 112, nr. 2685 11

1

   SDW(2018) 84 (impact assessment) en SWD(2018) 85 (werkdocument samenvatting)

2

   De kosten van betaalrekeningen zijn te vergelijken via https://www.consumentenbond.nl/ betaalrekening/vergelijker?prijsVanaf=0&prijsTot=100&sortCriterion=prijsVanaf&sort Direction=asc&pageSize=18&productGroup=BETAALR.

3

https://www.abnamro.nl/nl/prive/betalen/tarieven/geld-overmaken-en-ontvangen.htmlhttps://www.ing.nl/particulier/betalen/tarieven/buitenland/index.htmlhttps://www.rabobank.nl/particulieren/betalen/betalen-buitenland/https://www.snsbank.nl/particulier/betalen/actuele-wisselkoers-mijn-sns.html.

4

Op grond van artikel 3 van Verordening 924/2009 i gelden deze kostenniveaus voor binnenlandse transacties ook voor grensoverschrijdende betalingen (debit- en creditcardbetalingen, geldautomaat -opnames, Europese incasso's en overschrijvingen, en geldtransfers) in euro's binnen de Eurozone.

5

COM(2018) 163 i. Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council amending Regulation (EC) No 924/2009 i as regards certain charges on cross-border payments in the Union and currency conversion charges - Mandate for negotiations with the European Parliament. 25 juni 2018. Verkregen via https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/PDF/ ?uri=CONSIL:ST_10345_2018_INIT&from=EN.

6

   Kamerstuk 32 013, nr. 168.

7

   https://www.dnb.nl/nieuws/nieuwsoverzicht-en-archief/DNBulletin2018/dnb376502.jsp.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.