Brief regering; Reactie op het verzoek van het lid Krol over de tussenrapportage van de Staatscommissie Parlementair Stelsel - Staatscommissie Parlementair Stelsel - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 8 toegevoegd aan dossier 34430 - Staatscommissie Parlementair Stelsel.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Staatscommissie Parlementair Stelsel; Brief regering; Reactie op het verzoek van het lid Krol, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 21 juni 2018, over de tussenrapportage van de Staatscommissie Parlementair Stelsel |
---|---|
Documentdatum | 29-06-2018 |
Publicatiedatum | 02-07-2018 |
Nummer | KST344308 |
Kenmerk | 34430, nr. 8 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
34 430 Staatscommissie Parlementair Stelsel
Nr. 8 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 juni 2018
In de regeling van werkzaamheden in uw Kamer op 21 juni jl. (Handelingen II 2017/18, nr. 97, Regeling van werkzaamheden) heeft het lid Krol gevraagd om een brief over het tussenrapport dat de Staatscommissie parlementair stelsel op die datum heeft gepresenteerd (Kamerstuk 34 430, nr. 7).
In haar tussenrapport noemt de Staatscommissie een groot aantal mogelijke maatregelen om de democratie, de rechtsstaat en het parlement te versterken en toekomstbestending te maken. Ik heb hier met veel belangstelling kennis van genomen en ben de Staatscommissie zeer erkentelijk voor haar uitvoerige analyse. De Staatscommissie heeft benadrukt dat het tussenrapport niet moet worden gezien als een concept-eindrapport, en dat alle genoemde maatregelen nogmaals tegen het licht zullen worden gehouden om tot een finale afweging te komen. De Staatscommissie wil haar tussenrapport graag eerst verder onderzoeken en bespreken met burgers, wetenschappers en andere deskundigen voordat zij haar werk afrondt. Gelet hierop onthoud ik mij van een inhoudelijk oordeel over de in het tussenrapport genoemde maatregelen. Ik zie uit naar het eindrapport van de Staatscommissie. Het kabinet zal daar vervolgens inhoudelijk op reageren.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren