Brief van de minister van EZK inzake Consultatie ministeriële regeling gebiedsaanwijzing gasaansluitplicht - Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (voortgang energietransitie) - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. E toegevoegd aan wetsvoorstel 34627 - Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (voortgang energietransitie) i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (voortgang energietransitie); Brief van de minister van EZK inzake Consultatie ministeriële regeling gebiedsaanwijzing gasaansluitplicht |
---|---|
Documentdatum | 31-05-2018 |
Publicatiedatum | 31-05-2018 |
Nummer | KST34627E |
Kenmerk | 34627, nr. E |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
34 627 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (voortgang energietransitie)
E BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 mei 2018
Op 1 juli 2018 treedt de Wet van 9 april 2018 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (voortgang energietransitie) in werking. Onderdeel van deze wet is het vervallen van de taak van gasnetbeheerders om een gasaansluiting te verzorgen bij nieuwbouw, zoals vormgegeven in het amendement Jetten c.s. Op basis van de wet bestaat de mogelijkheid voor een college van burgemeester en wethouders om een gebied aan te wijzen waar de netbeheerder toch aansluit op het gastransportnet. Dit kan alleen indien aansluiting om zwaarwegende redenen van algemeen belang strikt noodzakelijk is. Bij ministeriële regeling dienen hiertoe regels gesteld te worden.
Tijdens de behandeling van de wet in de Tweede Kamer heb ik toegezegd om deze regeling aan de Tweede Kamer toe te zenden wanneer de consultatie start. Voor de volledigheid treft u hierbij tevens de conceptregeling aan.
In de ministeriële regeling is een aantal situaties opgenomen die aanleiding kunnen zijn om een besluit tot aanwijzing van een gebied te nemen. In de ministeriële regeling zijn in de eerste plaats situaties opgenomen die zich doorlopend kunnen voordoen. Dit doet zich voort als aardgasvrij technisch onmogelijk is of tot hoge kosten leidt, of indien de keuze voor aardgasvrije verwarmingsoplossingen ten aanzien van een of enkele nieuwe gebouwen ertoe zou kunnen leiden dat de (financiële) haalbaarheid van een gemeentelijk beleidsplan voor die wijk of de nabij gelegen wijk op termijn aardgasvrij te maken in gevaar komt. In de tweede plaats is een situatie opgenomen betreffende de periode tot 1 januari 2019. De laatste categorie is bedoeld om vertraging in de woningbouw als gevolg van ingrijpende aanpassingen aan bestaande plannen te voorkomen.
Het blijft aan een college van burgemeester en wethouders om een besluit tot aanwijzing van een gebied goed te motiveren en te beargumenteren dat aansluiting in een concreet geval strikt noodzakelijk is om zwaarwegende redenen van algemeen belang. De ministeriële regeling wordt conform mijn toezegging tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer binnen 2 jaar geëvalueerd.
Dit onderdeel van de wet zal op 1 juli 2018 in werking treden. Dat betekent dat deze ministeriële regeling ook op 1 juli 2018 in werking moet treden. Daarom is ervoor gekozen om de openbare consultatie te beperken tot twee weken. Wel zijn voorafgaand aan het opstellen van de regeling de betrokken stakeholders nauw betrokken.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes