Brief regering; Voortgang rondom de geconstateerde onregelmatigheden bij de registratie van runderen en kalveren in het Identificatie en Registratiesysteem (I&R) - Mestbeleid - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 287 toegevoegd aan dossier 33037 - Mestbeleid.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Mestbeleid; Brief regering; Voortgang rondom de geconstateerde onregelmatigheden bij de registratie van runderen en kalveren in het Identificatie en Registratiesysteem (I&R) |
---|---|
Documentdatum | 24-05-2018 |
Publicatiedatum | 25-05-2018 |
Nummer | KST33037287 |
Kenmerk | 33037, nr. 287 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
33 037 Mestbeleid
Nr. 287 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den haag, 24 mei 2018
Met deze brief informeer ik u over de voortgang rondom de geconstateerde onregelmatigheden bij de registratie van runderen en kalveren in het Identificatie en Registratiesysteem (I&R).
Afronding geblokkeerde bedrijven fase 1
Op dit moment is bij het grootste deel van de eerder geblokkeerde bedrijven de I&R-registratie door de veehouder weer op orde gebracht en op basis daarvan zijn het bedrijf en de dieren gedeblokkeerd. Van de circa 2200 initieel geblokkeerde bedrijven zijn op dit moment nog 41 bedrijven geblokkeerd. Dit betreft met name bedrijven waar de geconstateerde situatie complex is en het extra inspanningen vraagt van de veehouder om de I&R-registratie weer op orde te brengen. Van een deel van deze bedrijven moeten de resultaten van DNA-analyses nog binnen komen.
Bij ongeveer 100 geblokkeerde bedrijven was het door de houder aangeleverde bewijs onvoldoende duidelijk dan wel dusdanig complex dat aan de hand daarvan het bedrijf niet gedeblokkeerd kon worden. Een fysieke inspectie door de NVWA is dan noodzakelijk om de bedrijfssituatie te beoordelen en te komen tot een juiste registratie van de aanwezige runderen en kalveren in het I&R-systeem. De afgelopen periode zijn in dit kader bij 83 bedrijven ter plaatse inspecties uitgevoerd. De verwachting is dat voor 1 juni aanstaande de resterende bedrijven zijn bezocht. Dit betekent overigens niet dat alle onderzoeken van fase 1 op 1 juni aanstaande zijn afgerond. Tijdens de inspectie kan immers geconstateerd worden dat de veehouder nog informatie of DNA-bewijs aan moet leveren en/of dat nader onderzoek nodig is voordat het onderzoek daadwerkelijk afgerond kan worden. Mogelijk is daarbij ook nog een extra inspectiebezoek noodzakelijk.
Voor de bedrijven waar onregelmatigheden zijn geconstateerd zal, zoals steeds aangegeven, een nacalculatie in het kader van het fosfaatreductieplan 2017 plaatsvinden op basis van de gecorrigeerde I&R-registraties. In juni zullen hiervoor de beschikkingen aan de desbetreffende ondernemers worden verstuurd. Dit met uitzondering van bedrijven waarvan de registratie nog niet zodanig is gecorrigeerd dat een nacalculatie kan worden uitgevoerd of waar op basis van bijvoorbeeld lopende rechtszaken nog geen beschikking mogelijk is. Ik zal u te zijner tijd, zoals ook toegezegd, informeren over de geheven naheffingen.
Onderzoek fase 2
Zoals eerder gemeld was de inzet vanuit de NVWA en RVO.nl in de eerste maanden van dit jaar volledig gericht op het zo snel mogelijk kunnen deblokkeren van bedrijven. Omdat dit grotendeels is afgerond, zoals ook in het debat van 15 maart jl. door mij aangekondigd (Handelingen II 2017/18, nr. 62, item 4), half april gestart met het onderzoek bij een volgende groep bedrijven (zgn. fase 2). In dit kader zijn onlangs 42 bedrijven geblokkeerd op basis van bevindingen uit administratieve controles. Hieruit bleek dat die bedrijven runderen houden die melk geven, maar waarbij geen (dood geboren) kalf geregistreerd staat. Daarnaast zullen ruim 60 bedrijven door middel van een inspectie ter plaatse worden onderzocht. Deze bedrijven zijn geselecteerd als bedrijven met de meest opvallende gegevens. Op basis van de bevindingen bij deze bedrijven zal bepaald worden of volgende groepen bedrijven moeten worden onderzocht. Ik zal uw Kamer te zijner tijd informeren over de uitkomst van het vervolgonderzoek. Een inschatting over de duur van het vervolgonderzoek is nu nog niet aan te geven.
Uitspraak voorlopige voorziening
Op 3 mei 2018 heeft de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in een voorlopige voorziening die een melkveehouder had aangespannen tegen de opgelegde bedrijfsblokkade. De voorzieningenrechter heeft in zijn voorlopige oordeel bevestigd dat de bedrijfsblokkade terecht is opgelegd, omdat het verbod noodzakelijk is om duidelijkheid te verkrijgen over (dood)geboortes bij de aanwezige vrouwelijke runderen en over de in 2017 op het bedrijf geboren meerlingkalveren, om daarmee het I&R-systeem kloppend te krijgen. Ten aanzien van de in 2018 op het bedrijf geboren kalveren heeft de rechter het afvoerverbod geschorst omdat het niet evenredig is, aangezien de juiste identificatie en registratie van die dieren op het desbetreffende bedrijf niet in het geding is en de huisvesting van het bedrijf niet is ingericht op het langdurig houden van deze kalveren. Dit sluit aan bij de door de NVWA sinds april 2018 toegepaste lijn om bij aantoonbare dierenwelzijnsproblemen op een geblokkeerd bedrijf op aanvraag ontheffing te verlenen van het afvoerverbod voor kalveren die in 2018 zijn geboren. Naar aanleiding van deze uitspraak heeft de NVWA aan geblokkeerde bedrijven ontheffing verleend van het afvoerverbod voor in 2018 geboren kalveren, tenzij ook die kalveren van het onderzoek deel uitmaken.
Verbetervoorstellen I&R-systeem runderen
Zoals gemeld in mijn brief van 8 februari jl. (Kamerstuk 33 037, nr. 269) buigt een gezamenlijke werkgroep van bedrijfsleven en overheid zich over mogelijke verbeteringen in het I&R-systeem voor runderen. Zoals toegezegd in het debat van 15 maart jl. (Handelingen II 2017/18, nr. 62, item 4) heeft begin april een groep van veehouders en handelaren de door de werkgroep opgestelde voorstellen vanuit hun praktijkervaring getoetst. De opmerkingen en de suggesties uit deze bijeenkomst worden betrokken bij de verdere uitwerking van de voorstellen. Vervolgens zal de NVWA de voorstellen die betrekking hebben op aanpassing van de regelgeving beoordelen op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid, de zogenaamde HUF-toets. Na de uitvoering van de toets zal ik u informeren over welke voorstellen worden opgepakt.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten