Brief regering; Opleverdatum RIVM-onderzoek cumulatieve blootstelling gewasbeschermingsmiddelen - Gewasbeschermingsbeleid - Hoofdinhoud

Deze brief is onder nr. 420 toegevoegd aan dossier 27858 - Gewasbeschermingsbeleid.

Officiële titel	Gewasbeschermingsbeleid; Brief regering; Opleverdatum RIVM-onderzoek cumulatieve blootstelling gewasbeschermingsmiddelen
Document­datum	20-04-2018
Publicatie­datum	23-04-2018
Nummer	KST27858420
Kenmerk	27858, nr. 420
Externe link	origineel bericht
Originele document in PDF

27 858 Gewasbeschermingsbeleid

Nr. 420 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 april 2018

Op 11 december jl. stuurde ik u een Commissiebrief¹ over de cumulatieve risico’s van resten van gewasbeschermingsmiddelen. Het lid Ouwehand (PvdD) had mij daarom gevraagd tijdens de RvW van 7 november jl. (Handelingen II 2017/18, nr. 18, item 8).

Er zijn diverse stappen nodig om bij de risicobeoordeling van residuen rekening te kunnen houden met combinatie-effecten. Belangrijk is dat de European Food Safety Authority (EFSA) het door het RIVM ontwikkelde model om de cumulatieve blootstelling te berekenen moest valideren en uitwerken voor toepassing in het Europese wettelijke kader. Ik heb bij EFSA aangedrongen op bespoediging van dit proces. EFSA heeft het rekenmodel nu gepubliceerd en zo beschikbaar gemaakt voor gebruik. Toepassing van het model bij het vaststellen van residunormen vraagt nog verdere uitwerking en internationale afstemming.

Het RIVM zal het model nu gebruiken voor een risico-inschatting voor de bevolking in Nederland. Oorspronkelijk zou het RIVM zijn werk starten voordat EFSA het model had gevalideerd. Nu EFSA het model heeft gepubliceerd, kan het RIVM zijn risicoschatting hierop baseren. Dit voorkomt discussies over de gebruikte methode. Het rapport verschijnt daardoor op 1 juli 2018 en niet in maart, zoals eerder aangekondigd.

Ik zal u het rapport van het RIVM, samen met mijn reactie daarop, nog voor de start van het zomerreces toesturen. Als de resultaten het nemen van vervolgstappen noodzakelijk maakt, zal ik daarop in mijn reactie ingaan.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

Noot ¹

Kamerstuk 27 858, nr. 414