Lijst van vragen en antwoorden over de nadere toedracht van de vertraging van de afhandeling van schenk- en erfbelasting - Belastingdienst - Hoofdinhoud
Deze lijst van vragen en antwoorden i is onder nr. 398 toegevoegd aan dossier 31066 - Belastingdienst.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Belastingdienst; Lijst van vragen en antwoorden; Lijst van vragen en antwoorden over de nadere toedracht van de vertraging van de afhandeling van schenk- en erfbelasting |
---|---|
Documentdatum | 29-03-2018 |
Publicatiedatum | 29-03-2018 |
Nummer | KST31066398 |
Kenmerk | 31066, nr. 398 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
31 066 Belastingdienst
Nr. 398 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 30 maart 2018
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over de brief van 31 januari 2018 inzake nadere toedracht vertraging schenk- en erfbelasting (Kamerstuk 31 066, nr. 395).
De Staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 29 maart 2018. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Anne Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Freriks
Vraag 1
Kunt u alle memo's en vergelijkbare documenten die het management team, de raad van bestuur en/of de Directeur-Generaal van de Belastingdienst ontvangen hebben over de schenk- en erfbelasting sinds 2014 aan de Kamer doen toekomen?
Vraag 2
Kunt u alle memo's en vergelijkbare documenten die u en/of de Minister ontvangen hebben over de schenk- en erfbelasting sinds 2014 aan de Kamer doen toekomen?
Antwoord 1 en 2
De relevante informatie uit de gevraagde documenten is opgenomen in mijn brief van 31 januari jl. De gevraagde interne documenten verstrek ik niet, waarbij ik kortheidshalve verwijs naar de Kamerbrief van 25 april 2016 van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1.
Vraag 3
Hoeveel van de naar verwachting 2.850 functiepunten van het systeem Klantoptimalisatie schenk- en erfbelasting (KOS) zijn nu afgerond (bladzijde 245 Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2016)?
Vraag 50
Kunt u een overzicht geven van de functionaliteiten die het gehele nieuwe systeem van de erfbelasting wel heeft en die de basisvariant van de erfbelasting niet heeft (graag een precieze specificatie)?
Vraag 51
Kunt u een overzicht geven van de functionaliteiten die het gehele nieuwe systeem van de schenkbelasting wel heeft en die de basisvariant van de schenkbelasting niet heeft (graag een precieze specificatie)?
Vraag 56
Welke (meer complexe) functionaliteiten voor het nieuwe systeem van de erfbelasting worden nu nog gebouwd?
Antwoord op de vragen 3, 50, 51 en 56
Vanaf 2016 tot 1 januari 2018 zijn voor de erfbelasting 2113 functiepunten gerealiseerd. Voor de schenkbelasting zijn tot 1 januari 2018 445 functiepunten opgeleverd. Het aantal functiepunten zegt iets over de omvang van het informatiesysteem en daarmee ook over de hoeveel tijd (en dus geld) om een dergelijk systeem te ontwikkelen.
Voor een overzicht van de functionaliteiten die het gehele nieuwe systeem van de erfbelasting (Op 22 maart 2018, opgenomen in basisvariant en gewenste situatie) wordt verwezen naar bijlage 1.2
Voor een overzicht van de functionaliteiten die het gehele nieuwe systeem van de schenkbelasting (Op 22 maart 2018, opgenomen in basisvariant en gewenste situatie) wordt verwezen naar bijlage 2.3
Voor de basisvariant erfbelasting worden (of zullen) de volgende functionaliteiten (worden) gebouwd:
-
-
-
-het verminderen van een definitieve aanslag, het opleggen van een definitieve aanslag na een voorlopige aanslag en het verwerken/vertoetsen van papieren aangiften erfbelasting;
-
-
-
-
-het mogelijk maken van het opleggen van navorderingsaanslagen, opleggen van ambtshalve aanslagen en het mogelijk maken van het opleggen van meer complexere aanslagen en het verminderen daarvan;
-
-
-
-
-het afmaken van het aanbrengen van jaaraanpassingen zodat ook alles wat voor 2017 is en wordt gebouwd ook werkt voor 2018;
-
-
-
-
-het mogelijk maken dat aangiften die in verband met o.a. gegevensfouten nog niet behandeld kunnen worden behandelbaar worden gemaakt.
-
Voor de basisvariant schenkbelasting worden (of zullen) de volgende functionaliteiten (worden) gebouwd:
-
-
-
-het verminderen van de voorlopige aanslagen 2017;
-
-
-
-
-het systeem voor de schenkbelasting wordt in gereedheid gebracht op het kunnen ontvangen van digitale aangiften van softwareleveranciers;
-
-
-
-
-het opleggen van voorlopige aanslagen 2018 en het verminderen daarvan en het opleggen van definitieve aanslagen 2017 en 2018;
-
-
-
-
-het mogelijk maken dat aangiften die in verband met o.a. gegevensfouten nog niet behandeld kunnen worden behandelbaar worden gemaakt;
-
-
-
-
-het opleggen van navorderingsaanslagen, opleggen van ambtshalve aanslagen en het opleggen van meer complexere aanslagen en het verminderen daarvan.
-
Alle nadruk ligt nu op het afbouwen van de basisvarianten. Direct daarna wordt gestart met de finalisering van de gehele systemen.
Vraag 4
Kunt u aangeven wat de oorspronkelijk begrote kosten voor het hele project waren, wat de uitgaven tot nu toe zijn, welke uitgaven nog gemaakt moeten worden en of die middelen daarvoor al zijn vrijgemaakt?
Vraag 25
Hoeveel euro gaan de maatregelen kosten met betrekking tot het vrijmaken van extra capaciteit?
Vraag 26
Wie draait op voor de kosten van de maatregelen met betrekking tot het vrijmaken van extra capaciteit?
Vraag 40
Hoeveel euro bedragen de kosten van deze twee nieuwe systemen?
Vraag 41
Worden de kosten van de invoering van deze systemen overschreden en zo ja: met hoeveel euro en wie draagt deze kosten?
Antwoord op de vragen 4, 25, 26, 40 en 41
De oorspronkelijke raming van de bouw van een nieuw systeem voor de schenk- en erfbelasting bedroeg in april 2014 € 8,2 miljoen. Tot en met 2017 is € 13,1 miljoen besteed. De prognose van de nog te maken uitgaven vanaf 1 januari 2018 tot aan het einde van het project bedraagt € 15,6 miljoen. Het totale project zal daardoor naar verwachting € 28,7 miljoen kosten. De actuele raming is daarmee € 20,5 miljoen hoger dan oorspronkelijk geraamd. Deze hogere uitgaven zijn een uiting van het feit dat de complexiteit van het project op voorhand fors is onderschat. Deze hogere uitgaven worden binnen de capaciteit en begroting van de Belastingdienst (Art. 1, Hfdst. IX) opgevangen.
De kosten van de extra inzet om de achterstanden in de aanslagregeling in te lopen bedragen € 0,6 miljoen.
Ook deze hogere uitgaven worden binnen de capaciteit en begroting van de Belastingdienst (Art. 1, Hfdst. IX) opgevangen.
Vraag 5
Zijn er nu nog belastingsoorten waar de aangifte en de verwerking van de aangifte met papier verloopt?
Antwoord op vraag 5
Er bestaan nog belastingsoorten waarbij de aangifte op papier verloopt. Voor de aangiften inkomensheffing betreft het een beperkt aantal specifieke situaties. Bijvoorbeeld een P-biljet4 voor de aangifte inkomensheffing (IH) van burgers die op papier aangifte willen doen. Ook een F-biljet5 voor de aangifte IH is nog niet digitaal beschikbaar. Na ontvangst worden deze aangiften gedigitaliseerd, zodat ze vanuit een digitaal systeem verwerkt kunnen worden. De aanslagen IH worden zowel op papier als digitaal verzonden. De aangiften afvalstoffenbelasting, assurantiebelasting, bankenbelasting, belasting op leidingwater, energiebelasting, kansspelbelasting en de kolenbelasting zijn voorbeelden van belastingen waarbij de aangiften alleen op papier kunnen worden gedaan.
Vraag 6
Zijn er lessen getrokken uit deze casus voor de afhandeling van aangiftes in andere belastingen? Zo ja; welke?
Vraag 7
Tot wat voor concrete acties leiden de getrokken lessen uit deze casus bij andere afdelingen van de Belastingdienst of de afstemming tussen de afdelingen?
Vraag 44
Is het probleem met het systeem bij de erf- en schenkbelasting volgens u een incident?
Vraag 93
Bent u van mening dat de taak van het voorkomen van problemen momenteel ordentelijk wordt uitgevoerd? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op de vragen 6, 7, 44 en 93
Het probleem met de systemen bij de schenk- en erfbelasting is een voorbeeld van een incident dat in verband kan worden gebracht met het gebrekkige risicomanagement in het verleden en de informele besluitvormingscultuur. Ik haal één van de aanbevelingen van de Commissie onderzoek Belastingdienst (COB) aan in antwoord op deze vragen.
Aanbeveling 7 luidt als volgt. «Om de ambitieuze Investeringsagenda beheerst te kunnen realiseren, dienen risico’s onderkend te worden op het niveau van het programma, de Belastingdienst en op departementaal en rijksniveau. Vervolgens dienen beheersmaatregelen te worden getroffen om geïdentificeerde risico’s te beheersen. Risico’s betreffen onder meer ICT-problematiek (zowel de kwetsbare oude systemen als de transitie naar nieuwe systemen); personeelsrisico’s inherent aan grote reorganisatie; politieke en financiële risico’s als bijvoorbeeld de inning van belastingen in het geding komt. Dit risicomanagement is geen eenmalige exercitie maar vraagt om periodieke bijstelling.»6
De Belastingdienst heeft deze aanbevelingen voortvarend opgepakt. Door de inrichting van de nieuwe topstructuur, de versterking van de controlfunctie en de bijzondere aandacht voor de legacy op IT-gebied wordt getracht vergelijkbare incidenten te voorkomen. De ambitie is om in het voorjaar 2018 een framework voor integraal risicobeleid op te leveren. Risicomanagement zal worden verankerd in alle lagen van de organisatie. De eerste stappen hiertoe zijn gezet. Om risicomanagement te verankeren in de planning-en-controlcyclus zijn in het jaarplan 2017 van de DG Belastingdienst de belangrijkste risico’s benoemd. Alle jaarcontracten met de onderliggende directies bevatten een risicoparagraaf waarin risico’s worden benoemd, met bijbehorende beheersmaatregelen. In de periodieke rapportages leggen de dienstonderdelen verantwoording af hierover.
Vraag 8
Wilt u alsnog alle feiten aanleveren en die overzichtelijk in een feitenrelaas zetten aangezien de brief een beschrijving is maar geen feitenrelaas?
Antwoord op vraag 8
Met mijn brief van 31 januari jl. heb ik uitvoerig inzicht gegeven in de nadere toedracht rondom de vertraging in de oplevering van de nieuwe systemen voor de schenk- en erfbelasting.
Vraag 9
Waarom heeft het management van de Belastingdienst deze problematiek in de Halfjaarrapportage niet gekenmerkt als een serieuze productieverstoring? Wie is hiervoor verantwoordelijk?
Antwoord op vraag 9
De vertraging met de schenk- en erfbelasting komt voort uit problemen in de ontwikkeling van een nieuw ICT-systeem. Het overzicht van ernstige productieverstoringen gaat om acute verstoringen in het massale gegevensverwerkende proces. In reactie op die verstoringen wordt een zogeheten damage-procedure opgestart. Onderdeel van de procedure is dat de storing wordt gemeld op de website van de Belastingdienst in het Verstoringenoverzicht. De vertraging met de schenk- en erfbelasting viel, hoewel ernstig, buiten de definitie van productieverstoringen omdat het een vertraging betreft in de ontwikkeling van nieuwe ICT. Dit type vertragingen werd daarom als zodanig niet in het overzicht van verstoringen opgenomen, maar werd wel gemeld in de Rapportage Grote Projecten.
Vraag 10
Bent u het eens met de uitspraak over de Belastingdienst: «De ICT klopt niet. De interne informatievoorziening klopt niet en de informatie die de Kamer krijgt klopt niet.»? Kunt u hier een uitvoerige toelichting op geven?
Vraag 11
Wanneer verwacht u dat de door de Algemene Rekenkamer geconstateerde onvolkomenheid, namelijk de managementinformatie bij de Belastingdienst, is opgelost?
Vraag 12
Hoelang spelen de thema’s gebrekkige managementinformatie, onvoldoende interne verbindingen en slecht risicomanagement al bij de Belastingdienst en wanneer verwacht u dat deze (grotendeels) zijn opgelost?
Vraag 13
Is er bij dergelijke problemen zoals gebrekkige managementinformatie en gebrekkige risicobeheersing bij de Belastingdienst eerder sprake van onwil of onkunde?
Antwoord op de vragen 10, 11, 12 en 13
De Belastingdienst heeft al geruime tijd problemen met het systematisch aanbieden van de benodigde managementinformatie voor sturing en beheersing. Daarnaast ontbrak er scherpte in de beleidsdoelen waardoor de Belastingdienst niet concreet kon aangeven welke middelen waarop precies werden ingezet. Dit werd nog eens goed duidelijk door de analyse van de Commissie De Jong. Verder wees de COB begin 2017 nadrukkelijk op de gebrekkige managementaandacht en onduidelijkheid in de verantwoordelijkheids-verdeling.
Sindsdien zijn verschillende trajecten in gang gezet. Er is een uitgavenmodel en een budgetmodel in ontwikkeling. Ook zal de Belastingdienst zijn doelstellingen nader concretiseren en van de juiste prestatie-indicatoren voorzien. Met de door de COB aanbevolen aanpassing van de topstructuur is er nu een scherpe toedeling van verantwoordelijkheden. Structureel is dit probleem pas opgelost als de bedrijfsprocessen fundamenteel zijn vernieuwd en de systemen daarop zijn aangepast. Er is in dit verband geen sprake van onwil of onkunde.
Vraag 14
Wat is uw visie op het gebied van digitaliseren van aangiftes voor de schenk- en erfbelasting?
Vraag 15
Waar staat de Belastingdienst nu op het gebied van digitaliseren van aangiftes voor de schenk- en erfbelasting?
Vraag 16
Waar wilt u over vijf jaar staan op het gebied van digitaliseren van aangiftes voor de schenk- en erfbelasting?
Antwoord op de vragen 14, 15 en 16.
Sinds de zomer van 2017 kunnen burgers naast een papieren aangifte schenkbelasting ook digitaal aangifte schenkbelasting doen. Vanaf april van dit jaar (2018) kan dat ook voor de erfbelasting. Dit is een grote vereenvoudiging van het aangifteproces. Voor professionele dienstverleners ligt dat anders. De Belastingdienst heeft met software leveranciers afgesproken dat de software die professionele dienstverleners nodig hebben om digitaal aangifte te kunnen doen voor de schenkbelasting gereed zal zijn voor schenkingen vanaf het belastingjaar 2018 en voor de erfbelasting voor overlijdens vanaf het belastingjaar 2019. Dat houdt in dat professionele dienstverleners voor schenkingen vanaf 1 januari 2018 digitaal aangifte schenkbelasting kunnen doen en voor overlijdens vanaf 1 januari 2019 voor de aangifte erfbelasting.
Vraag 17
Hoeveel fte wordt beschikbaar gemaakt in de voortbrengingsketen?
Vraag 18
Hoeveel fte wordt beschikbaar gesteld om de achterstand in aanslagoplegging in te lopen?
Vraag 19
Betreft het uitbreiden van het bouwteam met vier fte (ook) externen? Zo ja: hoeveel externen betreft het en tegen welke vergoedingen?
Vraag 21
Hoeveel extra capaciteit wordt in 2018 ingezet om de achterstanden in te lopen?
Vraag 22
Hoe wordt de extra capaciteit ingezet in 2018 en wat zijn de kosten van die capaciteit?
Vraag 27
Worden er externen ingehuurd en zo ja: hoeveel externen betreft het en tegen welke vergoeding worden zij ingehuurd?
Antwoord op de vragen 17, 18, 19, 21, 22 en 27
Voor wat betreft de voortbrengingsketen
In de afgelopen jaren is in wisselende grootte van teams gewerkt (afhankelijk van budget) aan de applicaties. Op 16 maart 2018 werkten 45 fte aan de IV producten. Dit zijn met name technische medewerkers. In 2018 worden nog 6 extra fte ingezet binnen de IV keten om de bouw van het systeem voor de schenkbelasting te kunnen versnellen. Deze worden nu geworven. De eerdere uitbreiding in het vierde kwartaal 2017 betrof 4 fte: 2 interne medewerkers van de Belastingdienst en 2 externen. De externen worden ingehuurd tegen de geldende tarieven van de ICT mantel. De totale kosten tot en met 31 december 2017 bedragen 13,1 miljoen.
Voor wat betreft de achterstand in de aanslagoplegging
Om de achterstand in de aanslagoplegging van de erfbelasting in te lopen worden 11 uitzendkrachten op hbo-niveau ingezet. Deze uitzendkrachten zijn gedurende dit jaar fulltime bezig met het wegwerken van de ontstane achterstand (bedrijfstarief: € 26,36 per uur totale kosten geschat 620.000 euro). Daarnaast worden 7 fte uit Switch ingezet (dit zijn interne medewerkers). Tevens wordt continu gemonitord of het nodig is meer capaciteit toe te voegen.
Vraag 20
Is het mogelijk dat externe medewerkers in aanraking komen met vertrouwelijke gegevens?
Vraag 28
Hebben zij op enige wijze toegang tot vertrouwelijke gegevens van belastingplichtigen, zoals de externen die eerder werden ingehuurd bij de Broedkamer dat wel hadden?
Antwoord op de vragen 20 en 28
Externen die worden ingezet in het domein van de schenk- en erfbelasting kunnen toegang hebben tot gegevens van belastingplichtigen. Daarom moeten externe medewerkers een geheimhoudingsverklaring tekenen en zijn zij gebonden aan dezelfde maatregelen ter bescherming van vertrouwelijke gegevens als interne medewerkers van de Belastingdienst.
Vraag 23
Hoe wordt een «waterbedeffect» in achterstanden voorkomen?
Antwoord op vraag 23
Er is continue aandacht voor het voorkomen van nieuwe achterstanden. Ieder proces dat op orde is, wordt op orde gehouden. Dit wordt scherp in de gaten gehouden.
Vraag 24
Hebben erfgenamen reeds beschikking over de erfenis waarvan de aangifte erfbelasting is vertraagd? Zo nee: ontvangen de gedupeerden daarover belastingrente, op wiens kosten gebeurt dit eventueel en hoe hoog zijn deze kosten?
Vraag 80
Is het feit dat dit geen vertraging hoeft op te leveren bij notarissen bij deze groep voldoende bekend?
Vraag 81
Hoe komt het dat sommige notarissen alsnog wachten met het afhandelen van een nalatenschap?
Antwoord op de vragen 24, 80 en 81
De vertraging in de aanslagoplegging hoeft geen belemmering te zijn voor het verdelen en uitkeren van een nalatenschap, bijvoorbeeld door een notaris: hij hoeft daarmee niet te wachten totdat een aanslag is opgelegd. Daarbij kan bijvoorbeeld een deel van de nalatenschap worden achtergehouden voor het voldoen van de erfbelasting. Verder kunnen belastingplichtigen expliciet verzoeken om een voorlopige aanslag erfbelasting, om sneller meer zekerheid te krijgen.
De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) en overige intermediairs zijn geïnformeerd over een binnen de Belastingdienst ingestelde postbus voor «complexe situaties». Onder complexe situaties wordt verstaan dat in het geval klanten ernstige hinder ondervinden van de vertraging bij de erfbelasting zij de Belastingdienst kunnen verzoeken om de aangifte erfbelasting of het verzoek om een voorlopige aanslag met voorrang te behandelen. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om situaties waarbij de erfenis in afwachting van de vaststelling van de te betalen erfbelasting nog niet is vastgesteld, maar waarbij inmiddels wel uitgaven moeten worden gedaan met die erfenis. Inmiddels is tot 1 maart 587 keer aanspraak gemaakt op de voorrangsbehandeling, waarvan 2 keer door notarissen, 32 keer door belastingadviseurs en 553 keer door particulieren. Ook kan telefonisch contact worden opgenomen met het serviceteam nabestaanden van de Belastingdienst.
Er is geen sprake van het vergoeden van rente door de belastingdienst als gevolg van de vertraagde verwerking van aangiften erfbelasting. Dit omdat óf de erven nog geen belasting hebben betaald en zij dus nog de beschikking hebben over de volledige erfenis, óf het bedrag betaald hebben wat zij volgens een door hen zelf ingediend verzoek om een voorlopige aanslag verschuldigd zijn.
Waarom sommige notarissen alsnog wachten met het afhandelen van een nalatenschap is mij niet bekend.
Vraag 29
Doelt u bij het instellen van een risicomanager hier op iemand die reeds in dienst is bij de Belastingdienst?
Antwoord op vraag 29
Ja.
Vraag 30
Zijn extra kosten gemoeid met het instellen van een risicomanager en zo ja: hoeveel en wie draait daarvoor op?
Antwoord op vraag 30
De risicomanager is in vaste dienst bij de Belastingdienst en veroorzaakt daarom geen extra kosten of uitgaven.
Vraag 31
Hoeveel euro bedraagt de financiële vergoeding voor de risicomanager?
Antwoord op vraag 31
In verband met de privacy mag het salaris van deze medewerker niet vermeld worden. Coördinerend specialistisch adviseurs worden in overeenstemming met het functiegebouw Rijk ingeschaald in de schalen 13 t/m 15.
Vraag 32
Worden er maatregelen getroffen gericht op de verantwoordelijken (managers/leidinggevenden) voor dit falen? Heeft deze mislukking geleid tot consequenties voor deze verantwoordelijke(n)? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Vraag 33
Wie is/zijn verantwoordelijk voor het koppelen van de genoemde systemen en wie is/zijn verantwoordelijk voor additionele vertragingen die mogelijk in de toekomst optreden?
Vraag 34
Waarom heeft het lang geduurd voordat de vertraging duidelijk werd?
Antwoord op de vragen 32, 33 en 34
In het verkeer met uw Kamer kunt u mij aanspreken op het functioneren van de Belastingdienst, en ga ik niet in op het functioneren van mijn ambtenaren. Ik voer graag het debat met u over de nadere toedracht rondom de vertraging in de oplevering van de nieuwe systemen voor de schenk- en erfbelasting. Binnen een grote organisatie als de Belastingdienst is het op een goede manier inregelen van de aansturing een grote uitdaging. Met de nieuwe topstructuur die in het najaar van 2017 is vastgesteld, is beoogd deze verantwoordelijkheden duidelijker en eenduidiger te beleggen. In mijn brief van 8 december 2017 en de bijlage daarbij7 ga ik hier uitvoeriger op in.
De redenen dat de schenk- en erfsystemen later zijn opgeleverd zijn divers. Belangrijkste reden in de periode 2014-2016 was dat voor het project onvoldoende middelen werden vrijgemaakt in verband met interne prioriteringen bij de Belastingdienst. In de zomer van 2016 is een herijkte business case opgesteld en op basis daarvan is nader onderzoek gedaan naar de status van het project en zijn beheersmaatregelen getroffen, zoals verbeteringen in de ontwikkelprocessen, extra inzet van uitvoeringscapaciteit, een versterking van de sturing en meer management aandacht.
Daarnaast is gebleken dat de fiscale complexiteit en de complexiteit in het nieuwe proces veel groter waren dan vooraf ingeschat. Het door elkaar lopen van bestaande en nieuwe werkwijzen en technologieën hebben hier negatief aan bijgedragen. Daardoor was het nodig de planningen meerdere keren aan te passen.
Vraag 35
Wanneer was het management van de Belastingdienst van deze kwestie op de hoogte, wanneer is de leiding geïnformeerd?
Vraag 36
Waarom is de Kamer niet eerder geïnformeerd over de vertraagde oplevering?
Vraag 37
Hoe legt u uit dat u niet helemaal verrast was door de melding dat er problemen zouden zijn met het systeem van de schenk- en erfbelasting?
Antwoord op de vragen 35, 36 en 37
Zoals ik in de brief heb aangegeven wordt in het najaar binnen de Belastingdienst duidelijk wat de ernst is van de vertraging in de oplevering van de nieuwe systemen voor de schenk- en erfbelasting. Naar aanleiding van dat inzicht wordt op dat moment aan de ambtelijke top van de Belastingdienst gemeld dat er vertragingen in aanslagoplegging en belastinginkomsten zullen gaan optreden. Het achterblijven van de aanslagoplegging werkt vanaf september 2017 ook door in de kasontvangsten. Op basis hiervan wordt de raming voor de opbrengsten in 2017 in de Najaarsnota neerwaarts bijgesteld. Op 13 november ben ik, tijdens een bespreking van de concept Halfjaarsrapportage met daarin de melding van de problemen, voor het eerst geïnformeerd over de vertraging in de oplevering van de nieuwe systemen, en op 14 november zijn de Minister en ik per notitie geïnformeerd over de tegenvallende kasrealisaties.
Vraag 38
Wie heeft op welk moment besloten om niet verder te investeren in het oude systeem?
Antwoord op vraag 38
Het oude systeem bestaat in feite uit een applicatie waarin gegevens worden verwerkt tot een aanslag en een hardware-omgeving waar deze applicatie op «draait», het zogeheten platform. Zowel de applicatie als de hardware voldeden niet meer aan de vereisten. Daarom is in 2010 besloten om het toenmalige platform uit te faseren. Eind 2014 is besloten de betreffende applicaties alleen in beheer te houden en alleen nog het noodzakelijke onderhoud uit te voeren. In januari 2015 is de vervanging van de applicatie en de infrastructuur opgenomen in het programma Rationalisatie.
Vraag 39
Hoe kunnen de eerste tekenen van vertraging medio 2016 zichtbaar worden indien volgens de planning de nieuwe systemen in het eerste kwartaal van 2016 afgerond hadden moeten zijn?
Vraag 42
Wat waren de eerste signalen die medio 2016 bekend werden?
Antwoord op de vragen 39 en 42
De originele planning is niet gehaald en is een aantal keren bijgesteld. Halverwege 2016 is gebleken dat ook deze bijgestelde planning niet haalbaar geacht werd onder meer doordat de bouw van sommige onderdelen complexer was dan voorzien en daardoor langer duurde. Eind 2016 is er met een herziene planning voor gekozen om in 2017 een beperkte variant voor de erfbelasting en een minimale variant voor de schenkbelasting op te leveren.
Vraag 43
Is het systeem van de schenk- en erfbelasting in het geheel wel of niet opgestart in 2017? Zo ja: wanneer precies?
Antwoord op vraag 43
De eerste (administratieve) functionaliteiten van het nieuwe systeem voor de erfbelasting zijn vanaf begin januari 2017 in gebruik genomen, doordat de van gemeenten ontvangen berichten van overlijden werden geregistreerd. Vanaf maart 2017 is gestart met het versturen van uitnodigingen tot het doen van aangifte. Vanaf april 2017 is het ook mogelijk om digitaal aangifte te doen voor de erfbelasting; deze aangiften worden vanaf mei 2017 ook automatisch in het systeem ingelezen. Vanaf augustus 2017 is (gefaseerd) begonnen met het geautomatiseerd opleggen van voorlopige en eenvoudige definitieve aanslagen erfbelasting. Ook de eerste onderdelen van het nieuwe systeem voor de schenkbelasting zijn in 2017 in gebruik genomen, maar beperkter dan het systeem voor de erfbelasting. Sinds juni 2017 is het voor het eerst mogelijk om digitaal aangifte te doen voor de schenkbelasting. Voor de burger betekent dit een forse vereenvoudiging van het aangifteproces. De binnenkomende digitale aangiften zijn na ontvangst in het nieuw systeem ingelezen. Vanaf november 2017 kon het systeem ook worden gebruikt voor aangifteverwerking, namelijk voor het opleggen van voorlopige aanslagen over 2017. Eind 2017 zijn met behulp van het nieuwe systeem 10.377 voorlopige aanslagen schenkbelasting opgelegd conform aangifte.
Vraag 45
Wiens verantwoordelijkheid is het (geweest) dat het systeem op het moment van oplevering niet in voldoende mate getest bleek te zijn om in gebruik te kunnen nemen?
Vraag 46
Hoe borgt u dat bij de implementatie van een nieuw systeem in de toekomst voldoende testen worden uitgevoerd teneinde vertragingen in de belastinginning te voorkomen?
Vraag 47
Waarom is het systeem niet in voldoende mate getest?
Vraag 48
Is het systeem überhaupt getest? Zo ja: wat waren de uitkomsten van deze test? Zo nee: waarom niet?
Antwoord op de vragen 45, 46, 47 en 48
Het systeem wordt bij iedere release met een nieuwe functionaliteit uitvoerig getest conform de teststrategieën van de Belastingdienst. Dat is voor de systemen van de schenk- en erfbelasting ook gebeurd.
Vraag 49
Welke ICT-systemen zijn de komende jaren aan vervanging toe? Welke ICT-systemen worden daadwerkelijk vervangen?
Antwoord op vraag 49
Het oude systeem van de schenk- en erfbelasting wordt vervangen door een nieuw systeem voor de schenkbelasting (OSA) en een nieuw systeem voor de erfbelasting (SEA).
Daarnaast moeten er voor de schenk- en erfbelasting drie lokale ontwikkel-applicaties worden vervangen:
-
-
-
1.de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR);
-
-
-
-
2.de heffingsrente berekening voor de erfbelasting oude jaren (RAS);
-
-
-
-
3.de belastingrenteberekening voor de erfbelasting vanaf 2013 (BRAS).
-
Vraag 52
Wat waren de gevolgen geweest voor de aangiftebehandeling 2017 als de basisvarianten per 1 juli 2017 af zouden zijn geweest?
Antwoord op vraag 52
Dan waren de aanslagen 2017 tijdig opgelegd, waren er geen grote voorraden ontstaan en zou het patroon van de kasontvangsten vergelijkbaar aan andere jaren zijn geweest.
Vraag 53
Wat betekent het voor de processen als in de basisvariant aangiften niet op juistheid gecontroleerd kunnen worden en er geen correcties aangebracht kunnen worden?
Vraag 54
Wanneer zou die juistheid van aangiften gecontroleerd moeten worden door medewerkers van de Belastingdienst als dit niet is opgenomen in de basisvariant?
Antwoord op de vragen 53 en 54
Deze vragen hebben betrekking op de schenkbelasting, waarbij het in de basisvariant alleen mogelijk was om «conform aangifte» een voorlopige aanslag op te leggen, waardoor de eventuele correcties op een later moment bij het opleggen van de definitieve aanslag, moeten worden aangebracht. Ik realiseer mij dat dit verwarrend over kan komen. Bij het opleggen van voorlopige aanslagen worden de aangiften, tenzij er een formeel vereiste ontbreekt, niet inhoudelijk beoordeeld. De inhoudelijke beoordeling van de aangiften gebeurt bij de definitieve aanslagregeling. Dat is een normale werkwijze. Er worden geen belastingopbrengsten misgelopen door deze beperkte correctiemogelijkheden, omdat het aanbrengen van correcties wel mogelijk is bij het opleggen van de definitieve aanslag.
Vraag 55
Wat moeten medewerkers van de Belastingdienst doen in de tussentijd dat zij geen aangiften kunnen controleren aangezien dit geen deel uitmaakt van de Belastingdienst?
Antwoord op vraag 55
De medewerkers hebben zich in 2017, zoals altijd, beziggehouden met het verwerken van aangiften, bezwaarschriften en andere werkzaamheden van oude jaren. Tevens moest de nog aanwezige voorraad versneld afgebouwd worden vanwege de bouw van het nieuwe systeem. Bovendien kunnen aangiften erfbelasting al wel worden gecontroleerd.
Vraag 57
Wanneer begint de aanslagoplegging over 2017 normaal?
Antwoord op vraag 57
In het tweede kwartaal van 2017.
Vraag 58
Wie zijn er geïnformeerd over de beslissing om eind 2016 het project te herijken en overgaan tot het eerst bouwen van de basisvarianten?
Antwoord op vraag 58
Deze beslissing is genomen op directieniveau.
Vraag 59
Hoeveel aangiftes erfbelasting zijn er in 2017 gedaan over het jaar 2017?
Antwoord op vraag 59
In 2017 zijn er in totaal 18.270 aangiften 2017 gedaan. waarvan 10.871 digitaal en 7.399 op papier. Zoals in de brief is aangegeven kan één aangifte erfbelasting worden gedaan voor meerdere belastingplichtigen.
Vraag 60
Bij hoeveel aangiftes erfbelasting is een voorlopige aanslag opgelegd en bij hoeveel aangiftes niet?
Antwoord op vraag 60
Er zijn in totaal in de periode van 1 januari 2017 t/m 4 maart 2018 1532 verzoeken om een voorlopige aanslag ontvangen. Hiervan zijn er in 2017 820 opgelegd en in 2018 712. Als geen verzoek om een voorlopige aanslag wordt gedaan, legt de Belastingdienst zoveel als mogelijk direct een definitieve aanslag op.
Vraag 61
Kunt u de cijfers over aangiftes en voorlopige aanslagen erfbelasting in 2017 vergelijken met aangiftes in 2016 over het jaar 2016?
Antwoord op vraag 61
In 2016 zijn 19.949 aangiften erfbelasting 2016 ontvangen en in 2017 18.270 aangiften 2017.
Er werden in 2016 weinig verzoeken om een voorlopige aanslag gedaan voor de erfbelasting. Om die reden is dit aantal niet bijgehouden. Het aantal verzoeken om een voorlopige aanslag in 2017 bedroeg 1.298.
Vraag 62
Hoeveel aangiftes schenkbelasting zijn er in 2017 gedaan over het jaar 2017?
Antwoord op vraag 62
In 2017 zijn er in totaal 28.676 aangiften 2017 gedaan, waarvan 15.146 digitaal en 13.530 op papier.
Vraag 63
Bij hoeveel aangiftes schenkbelasting is een voorlopige aanslag opgelegd en bij hoeveel aangiftes niet?
Antwoord op vraag 63
In totaal zijn t/m 4 maart 2018 59.827 aangiften over 2017 ingediend. Voor 22.432 aangiften zijn voorlopige aanslagen opgelegd. Voor 37.395 aangiften moeten nog voorlopige aanslagen worden opgelegd. Dit is een reguliere voorraad omdat in de maanden januari en februari veel aangiften worden ingediend in verband met de uiterste inleverdatum van twee maanden na het jaar waarin de schenking is gedaan.
2016
2017
Ontvangen aangiften erfbelasting
19.949
18.270
Ontvangen verzoeken voorlopige aanslag
-
1.298
Ontvangen aangiften schenkbelasting 2017 in 2017
-
28.676
Totaal ontvangen aangiften schenkbelasting 2017 tot 4-3-2018
-
59.827
Totaal aantal opgelegde voorlopige aanslagen schenkbelasting 2017 tot 4-3-2018
-
22.432
Nog op te leggen voorlopige aanslagen 2017 per 4-3-2018
-
37.395
Vraag 64
Kunt u de cijfers over aangiftes en voorlopige aanslagen schenkbelasting in 2017 vergelijken met aangiftes in 2016 over het jaar 2016?
Antwoord op vraag 64
In 2016 zijn 16.631 aangiften schenkbelasting 2016 ontvangen en in 2017 27.145 aangiften 2017.
In 2017 zijn 10.397 voorlopige aanslagen schenkbelasting 2017 opgelegd.
In 2016 werden nauwelijks voorlopige aanslagen schenkbelasting opgelegd. Om die reden is dit aantal niet bijgehouden.
Vraag 65
Kunt u aangeven hoe groot de werkvoorraad van de erfbelasting en de schenkbelasting is aan het eind van elk kwartaal sinds 2015?
Antwoord op vraag 65
Erfbelasting
GRS (oude systeem)
SEA (nieuwe systeem)
papier
Totaal
1e kwartaal 2015
7.078
7.078
2e kwartaal 2015
9.421
9.421
3e kwartaal 2015
9.561
9.561
4e kwartaal 2015
10.023
10.023
1e kwartaal 2016
5.093
5.093
2e kwartaal 2016
4.822
4.822
3e kwartaal 2016
4.860
4.860
4e kwartaal 2016
5.154
5.154
1e kwartaal 2017
4.605
0
0
4.605
2e kwartaal 2017
5.572
840
568
6.980
3e kwartaal 2017
4.307
5.577
2.660
12.544
4e kwartaal 2017
2.797
10.871
7.399
21.067
Schenkbelasting
GRS (oude systeem)
OSA (nieuwe systeem)
papier
Totaal
1e kwartaal 2015
78.699
78.699
2e kwartaal 2015
80.078
80.078
3e kwartaal 2015
58.736
58.736
4e kwartaal 2015
24.908
24.908
1e kwartaal 2016
36.150
36.150
2e kwartaal 2016
28.576
28.576
3e kwartaal 2016
5.749
5.749
4e kwartaal 2016
3.171
3.171
1e kwartaal 2017
19.817
10
0
19.827
2e kwartaal 2017
4.649
2.900
0
7.549
3e kwartaal 2017
1.977
7.868
1.146
10.991
4e kwartaal 2017
1.452
15.146
13.530
30.128
Aangiften waarbij een voorlopige aanslag is opgelegd maken nog deel uit van de werkvoorraad. Met betrekking tot de genoemde werkvoorraad van 30.128 aangiften zijn dus al 10.397 voorlopige aanslagen opgelegd. In dat geval heeft de aangever al wel een reactie gekregen van de Belastingdienst. De verwachting is dat voor het belastingjaar 2017 het aantal aangiften schenkbelasting zal toenemen in verband met de verhoogde vrijstelling schenkbelasting voor een koopwoning. De piek in de werkvoorraad begin 2015 had ook te maken met de eerdere vergelijkbare verhoogde vrijstelling.
Vraag 66
Zal eind 2018 de werkvoorraad voor voorlopige en voor definitieve aanslagen erfbelasting op de reguliere voorraad zitten?
Antwoord op vraag 66
Ja, naar alle waarschijnlijkheid is dit het geval. De prognose is dat in november 2018 de in 2017 opgelopen achterstand met betrekking tot de erfbelasting volledig is ingelopen. In de maanden april, mei en juni zal een inhaalslag gemaakt worden voor het vertoetsen (digitaliseren) van de aangiften erfbelasting. Het aantal nog te behandelen verzoeken om voorlopige aanslagen erfbelasting bevindt zich inmiddels op het niveau van de reguliere voorraad, evenals de uitnodigingen tot het doen van een aangifte en het aantal bezwaren.
Vraag 67
Hoe groot is de werkvoorraad voor voorlopige en definitieve aanslagen erfbelasting op dit moment en hoe groot is de reguliere voorraad?
Antwoord op vraag 67
De werkvoorraad definitieve aanslagen bedraagt per 4 maart 2018 20.159. Een reguliere werkvoorraad is ongeveer 5000. Zoals ook uit het antwoord op vraag 60 blijkt zijn alle verzoeken om een voorlopige aanslag verwerkt en is er geen voorraad verzoeken om een voorlopige aanslag.
Vraag 68
Hoeveel aangiften erf- en schenkbelasting zijn op dit moment nog niet afgehandeld?
Antwoord op vraag 68
Voor de erfbelasting zie het antwoord op vraag 67.
De totale voorraad aangiften schenkbelasting bedraagt per 4 maart 2018 38.847. Het gaat hier om 1452 aangiften van het belastingjaar 2016 en om 37.395 aangiften van het belastingjaar 2017. Dit is reguliere voorraad omdat in de maanden januari en februari veel aangiften worden ingediend over het voorgaande jaar (in dit geval 2017) in verband met de aangiftetermijn die loopt tot 1 maart (in dit geval tot 1 maart 2018).
Vraag 69
Wat is de maximale wachttijd geweest voordat een casus is afgehandeld?
Antwoord op vraag 69
Momenteel wordt de achterstand weggewerkt. De maximale wachttijd is nog niet bekend. De achterstand wordt zoveel mogelijk first in first out ingelopen Op grond van artikel 11, derde lid, van de Algemene wet inzake Rijksbelastingen heeft de inspecteur de bevoegdheid een aanslag erfbelasting vast te stellen binnen drie jaar na het overlijdenstijdstip. De eventuele nadelige gevolgen van het later opleggen van een belastingaanslag erfbelasting - een oplopende belastingrente - zijn weggenomen doordat er zolang als nodig is geen belastingrente in rekening gebracht wordt. Volgens planning zullen alle aangiften die in 2017 zijn ingediend binnen de daarvoor geldende termijn worden afgedaan.
Vraag 70
Indien het definitief opleggen van schenkbelasting voor aangiftes van 2017 pas in 2019 mogelijk wordt, betekent dat dan dat er voor 2019 (bijna) geen definitieve aanslagen opgelegd worden?
Antwoord op vraag 70
Inderdaad. Wel ontvangen de aangevers een voorlopige aanslag.
Vraag 71
Hoeveel aanslagen schenk- en erfbelasting zijn in 2017 handmatig opgelegd? Kunt u een vergelijking maken met voorgaande jaren?
Antwoord op vraag 71
In de oude systemen werd niet bijgehouden hoeveel aanslagen handmatig werden opgelegd. In de nieuwe systemen is deze mogelijkheid er wel. Jaarlijks betreft het enkele tientallen handmatige aanslagen.
Vraag 72
Klopt het dat de Nederlandse Staat door deze vertraging in de inning van belastinggeld een financieringsbehoefte krijgt à 450 miljoen euro en daardoor ongeveer 0,7% rente op jaarbasis betaalt om deze 450 miljoen euro op de kapitaalmarkten te lenen en daardoor is opgezadeld met ongeveer 3,2 miljoen euro extra rentelasten (op jaarbasis)? Met andere woorden: hoe hoog zijn de opofferingskosten van deze vertraagde inning?
Antwoord op vraag 72
Mee- en tegenvallers in de uitgaven en ontvangsten van het Rijk hebben via het veranderende kassaldo Rijk een effect op de financieringsbehoefte van de Nederlandse Staat. Ze worden in eerste instantie opgevangen op de geldmarkt die bestaat uit leningen met looptijden korter dan een jaar. Voor ramingen van de rentelasten of -baten op de geldmarkt gebruikt het Agentschap de raming voor de korte rente van het CPB. Deze is momenteel negatief en bedraagt - 0,51% op jaarbasis, waardoor een tegenvaller in het kassaldo juist leidt tot extra ontvangsten voor de Staat. Pas in een later stadium worden mee- en tegenvallers onderdeel van de financiering op de kapitaalmarkt. Op het moment dat de tegenvaller van € 450 mln. bekend werd, was het financieringsplan voor de kapitaalmarkt voor 2018 al vastgesteld. De vertraging in de belastinginning werkt daarom ook in 2018 door in de geldmarktfinanciering; er zal voor de duur van de vertraging meer geleend worden op de geldmarkt dan eerder was voorzien. Wat precies het effect is op de rentelasten hangt daardoor mede af van de duur van de vertraging. Vanwege de negatieve rente gaat hier een positief effect (lagere rentelasten) van uit. Aangezien dit een incidentele tegenvaller betreft is er geen effect voor de kapitaalmarktfinanciering (lange termijn).
Vraag 73
Wat is het doel van uw kennisgeving dat een beperkt deel van de aangiften in het jaar van overlijden dan wel de schenking binnenkomt; wilt u met deze notie dit probleem te bagatelliseren?
Antwoord op vraag 73
In de brief is aangegeven dat het gebruikelijk is dat ca. 2/3e van de aangiften over een schenking in jaar t of over een verkrijging in verband met een overlijden in jaar t binnenkomt in latere jaren dan jaar t. Aangezien de nieuwe systemen steeds breder operationeel worden, zal niet voor al deze aangiften de vertraging in de aanslagoplegging zich voordoen.
Vraag 74
Wat zijn de gevolgen als het streven niet wordt gerealiseerd om alle aanslagen binnen de wettelijke termijn van drie jaar op te leggen en wie zal/zullen de consequenties dragen?
Vraag 76
Hoe kan de driejaarstermijn voor aanslagen over 2017 worden gehaald als pas in eind 2019 alle functionaliteiten voor de erfbelasting opgeleverd zullen zijn en pas in 2021 alle functionaliteiten voor de schenkbelasting?
Antwoord op vraag 74 en 76
Alle aanslagen zullen binnen de wettelijke termijn opgelegd worden, desnoods handmatig.
Er gaan geen belastingopbrengsten verloren als gevolg van de vertraagde oplevering van de systemen.
Vraag 75
Zag werkelijk niemand, binnen (managers, medewerkers, etc.) noch buiten de Belastingdienst (zoals ambtenaren van het Ministerie van Financiën), deze vertraging voorgaand aan de datum van 14 november 2017 aankomen? Zo ja: wie hebben deze vertraging wel zien aankomen en waarom heeft deze persoon de desbetreffende informatie niet aan de Kamer gestuurd? Zo nee: wat let het management van de Belastingdienst dergelijke informatie tot zich te nemen en door te geleiden naar het parlement?
Antwoord op vraag 75
Het is duidelijk dat rondom dit project een aantal dingen niet goed is gegaan. Het heeft te lang geduurd voordat geconcludeerd is dat er een grote vertraging in de afhandeling van aangiften en daarmee een vertraging in de kasontvangsten zou ontstaan.
De verklaring is gebrekkige managementinformatie, slecht risicomanagement en onderdelen die onvoldoende met elkaar in verbinding staan. Helaas zijn dit geen nieuwe constateringen. De COB wees hier vorig jaar ook op. Dit onderstreept de noodzaak om de komende jaren alles te blijven doen om deze zaken te veranderen. In dit project heeft het daarnaast ontbroken aan integrale sturing en is bovendien besloten om het oude systeem uit te faseren voordat de nieuwe systemen in hun geheel operationeel waren. Bij elkaar opgeteld leidt dat tot een achterstand in aangiftebehandeling en een vertraging in de belastingopbrengsten. Op dit moment wordt hard gewerkt om de achterstanden in te lopen.
Vraag 77
Zijn alle belastingplichtigen die te maken hebben met deze situatie actief geïnformeerd?
Vraag 78
Loopt de informatievoorziening richting betrokken belastingplichtigen op schema?
Antwoord op de vragen 77 en 78
Er is een aantal acties uitgevoerd. Voor de erfbelasting zijn er brieven verstuurd naar erfgenamen die reeds belastingrente in rekening gebracht hebben gekregen en naar erfgenamen waarvan de aangifte nog niet behandeld was. Daarnaast is de website aangepast en worden mensen desgevraagd geïnformeerd door het serviceteam nabestaanden. Voor de schenkbelasting worden belastingplichtigen die reeds aangifte hebben gedaan en getroffen zijn door de vertraagde afhandeling in april door middel van een brief op de hoogte gebracht. Omdat de schenkaangiften over 2017 op 1 maart binnen moeten zijn wordt in één keer aan alle belastingplichtigen een brief gestuurd. Belastingplichtigen die een verzoek om de verhoogde vrijstelling hebben gedaan krijgen een brief dat de definitieve aanslag volgt nadat aan de voorwaarden is voldaan (daar heeft de aangever drie jaar de tijd voor). De overige belastingplichtigen krijgen een algemene excuusbrief, waarin wordt uitgelegd dat de definitieve aanslag in de loop van 2019 opgelegd zal worden.
Vraag 79
Wat is er gecommuniceerd naar belastingplichtigen die tussen 1 januari en 1 juni 2017 aangifte van schenking wilden doen?
Antwoord op vraag 79
In deze periode is gecommuniceerd dat het in het tweede kwartaal van 2017 mogelijk werd om digitaal aangifte schenkbelasting te doen van een schenking in 2017.
Vraag 82
Bestaat er geen woord dat de lading beter dekt dan de foto die de ADR gaat maken van de technische staat? Waarom spreekt u in dergelijke wazige bewoordingen in een context waar het gaat om het meten van een belangrijke kwaliteitsindicator?
Antwoord op vraag 82
Deze terminologie is overgenomen uit het Gateway Reviewrapport, dat als bijlage bij de brief was gevoegd (zie in het rapport de eerste aanbeveling). Met het maken van een foto van de technische staat wordt een momentopname bedoeld: hoe is de technische staat van deze systemen op dit moment? Het gaat daarbij niet om het proces of de planning, maar om een oordeel over het technisch functioneren.
Vraag 83
Kunt u de foto van de technische staat van de ADR aan de Kamer doen toekomen?
Vraag 84
Waaruit heeft de monitoring van het project door de Auditdienst Rijk (ADR) bestaan en kunt u de documenten van die monitoring aan de Kamer doen toekomen?
Antwoord op vraag 83 en 84
Het doel van het onderzoek dat momenteel door de ADR wordt uitgevoerd is het concreet en objectief in beeld krijgen van (achterliggende) problemen in de context van het in de Gateway gerapporteerde beeld dat OSA (systeem van de schenkbelasting) en SEA (systeem van de erfbelasting) niet zouden voldoen aan eisen van toekomstvastheid en professionele kwaliteitseisen.
Dit als deelinvulling van aanbeveling nummer 1 uit de Gatewayreview:
Laat door een externe partij (bij voorkeur ADR) een foto maken van de technische staat van SEA en OSA.
Het andere deel van de invulling van deze aanbeveling, bestaat uit het laten uitvoeren van SIG-metingen op de technische kwaliteit van SEA en OSA, de «foto» waar het in vraag 82 over gaat. Zodra dit onderzoek is afgerond stuur ik de uitkomst naar uw Kamer. De verwachting is dat dit eind april van dit jaar zal zijn.
In het kader van de permanente controleopdracht volgt de Auditdienst Rijk (ADR) de ontwikkelingen bij het project erfbelasting en schenkbelasting (documentatie en verslaglegging).
Vraag 85
Hoe hoog zijn de kosten van een terugvaloptie?
Vraag 95
Waarom volgt u de aanbeveling om op zo kort mogelijke termijn een fall back scenario te onderzoeken en te realiseren niet onverkort op?
Antwoord op de vragen 85 en 95
De kosten van een terugvaloptie zijn nog niet bekend. De wenselijkheid van een terugvaloptie onderschrijf ik van harte. Om die reden zal de Belastingdienst bekijken of een terugvaloptie mogelijk is, en in hoeverre het oude systeem nog in het leven te roepen is voor nieuwe belastingjaren. Mocht de foto van de ADR leiden tot het beeld dat de nieuwe systemen ook technisch niet brengen wat de Belastingdienst verwacht, dan kan een terugvaloptie in beeld komen en zal een begroting worden gemaakt van de geschatte kosten.
Vraag 86
Bent u - gezien het feit dat u aangeeft dat een deel van de bijstelling van 450 miljoen euro te wijten is aan het te laat beschikbaar komen van een nieuw systeem - van mening dat het verstandig is de zogenoemde agile werkwijze niet langer tot beleid te maken en dat het verstandiger is te kiezen voor een waterfall werkwijze? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op vraag 86
Nee, die mening ben ik niet toegedaan. Met de waterval methode worden de gewenste functionaliteiten tot op detailniveau uitgewerkt voordat de bouw en realisatie van het systeem kunnen beginnen. Dit levert een lange doorlooptijd op.
Bij de agile methode wordt iteratief ontwikkeld; dat wil zeggen dat in overleg met de keten van de schenk- en erfbelasting wordt gekozen welke functionaliteiten wanneer gebouwd worden. Stapsgewijs worden deze gerealiseerd.
Vraag 87
Kunt u uw uitspraak dat u terughoudend zult zijn bij nieuwe fiscale maatregelen op het gebied van schenk- en erfbelasting nader specificeren? Doelt u hiermee op het tegenhouden van toekomstige fiscale ontwikkelingen om zodoende de Belastingdienst te behoeden voor verdere (capaciteits)problemen? Zo ja: bent u van mening dat terughoudendheid bij toekomstige fiscale ontwikkelingen op het gebied van schenk- en erfbelasting geboden is? Zo nee, wat is het precieze doel van uw uitspraak?
Antwoord op vraag 87
Zolang de nieuwe systemen voor de schenk- en erfbelasting nog in aanbouw zijn, wil ik terughoudend zijn met nieuwe (wettelijke) maatregelen op het gebied van de schenk- en erfbelasting. Nieuwe vrijstellingen of andere voorwaarden aan bestaande vrijstellingen kunnen bijvoorbeeld systeemtechnisch lastig te verwerken zijn, wat de nodige IV-capaciteit kost, terwijl de komende tijd alle beschikbare capaciteit nodig is voor het afmaken van de nieuwe systemen.
Vraag 88
Is de complexiteit bij de erfbelasting dat er meerdere belastingplichteigen achter één aangifte erfbelasting kunnen zitten eerder de norm of een uitzondering?
Antwoord op vraag 88
Dit is de norm. Gemiddeld zijn 4 erfgenamen betrokken bij 1 overlijden.
Vraag 89
In hoeveel procent van de gevallen zijn twee of méér belastingplichtigen betrokken bij één aangifte erfbelasting?
Antwoord op vraag 89
Gemiddeld zijn bij 80% van de aangiften twee of meer belastingplichtigen betrokken.
Vraag 90
Bent u van mening dat naast informatievoorziening goed management essentieel is? Zo ja: bent u de mening toebedeeld dat de informatiefunctie van het management van de Belastingdienst voldoende functioneert? Zo nee: waarom niet en gaat u over tot actie?
Antwoord op vraag 90
Vanzelfsprekend is goed management vereist voor een organisatie als de Belastingdienst. In het verkeer met uw Kamer wens ik evenwel dat u mij aanspreekt op het functioneren van de Belastingdienst, en ga ik niet in op het functioneren van mijn ambtenaren.
Vraag 91
Wat zijn de precieze uitkomsten van het overleg dat is ingesteld tussen de belastingramers, de uitvoerders en de fiscale wetgevers op het Ministerie van Financiën?
Antwoord op vraag 91
Dit overleg heeft inmiddels vijf keer plaatsgevonden, en tot nu toe leidt het overleg ertoe dat er over en weer beter inzicht ontstaat welke informatie vanuit de uitvoering relevant is voor de raming van de belastingontvangsten en de mogelijkheden van de Belastingdienst om deze informatie op te leveren. Dit overleg is ook bedoeld om een vast overleg te hebben om vroegtijdig met elkaar te kijken naar afwijkingen in de uitvoering ten opzichte van voorgaande jaren, en te bezien of deze gevolgen kunnen hebben voor de belastingontvangsten.
Vraag 92
Wiens taak is het, volgens u, om dergelijke problemen bij de Belastingdienst te voorkomen in het licht van uw uitspraak: «daarbij beschouw ik het als mijn taak om deze problemen op te lossen»?
Antwoord op vraag 92
Zoals ik in de brief heb aangegeven beschouw ik het als mijn taak om problemen die zich voordoen, op te lossen. Problemen in een dienst van de omvang van de Belastingdienst zijn helaas niet altijd te voorkomen. Wel kunnen problemen worden opgelost, risico’s zo klein mogelijk worden gemaakt, kan worden geleerd van fouten uit het verleden en zal ik proactief communiceren met uw Kamer over risico’s en problemen.
Vraag 94
Kunt u aangeven op welke momenten is gevraagd om een definitieve planning en realisatiedatum en welke antwoorden hierop gegeven zijn?
Antwoord op vraag 94
Het gevraagde overzicht is niet in detail te geven, mede omdat niet geheel duidelijk is waar deze uitlating in de Gateway Reviewrapport op is gebaseerd. Zoals in mijn brief van 31 januari 2018 is aangegeven, is in september 2017 opnieuw naar de integrale planning gekeken, nadat eerder de focus lag op (de planning voor) de basisvarianten. Op dat moment werd inzichtelijk dat de vertraging veel groter is dan voorzien.
Vraag 96
Wanneer is het plan van herijking gereed?
Antwoord op vraag 96
Het plan van herijking wordt opgesteld naar aanleiding van de bevindingen van de ADR. Deze worden eind april verwacht.
Vraag 97
Gaat u een nieuwe Gateway Review laten opstellen als het plan van herijking gereed is?
Antwoord op vraag 97
De ADR is gevraagd tegen de zomer een onderzoek te doen naar de werking van maatregelen die getroffen zijn naar aanleiding van de aanbevelingen van de Gateway review. Het onderzoek van de ADR is meer diepgaand dan een Gateway review.
Noot 1
Kamerstuk 28 362, nr. 8.
Noot 2
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.
Noot 3
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.
Noot 4
Degene die binnenlands belastingplichtig is, maar niet in Nederland woont, een «aangiftebrief» heeft ontvangen en geen gebruik maakt van de online aangifte voor binnenlands belastingplichtigen, moet aangifte doen met een P-formulier.
Noot 5
Een aangifteformulier inkomensheffing voor een overledene.
Noot 6
Rapportage - afrondende voortgangsrapportage implementatie aanbevelingen Commissie onderzoek Belastingdienst, 8 december 2017.
Noot 7
Rapportage - afrondende voortgangsrapportage implementatie aanbevelingen Commissie onderzoek Belastingdienst, 8 december 2017. Bijlage bij Kamerstuk 31 066, nr. 374.