Brief inzake Aanpassing Wzd en Wvggz - Regels voor het kunnen verlenen van verplichte zorg aan een persoon met een psychische stoornis (Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg) - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. E toegevoegd aan wetsvoorstel 31996 - Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten i en wetsvoorstel 32399 - Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Regels voor het kunnen verlenen van verplichte zorg aan een persoon met een psychische stoornis (Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg); Brief inzake Aanpassing Wzd en Wvggz |
---|---|
Documentdatum | 11-01-2018 |
Publicatiedatum | 11-01-2018 |
Nummer | KST31996E |
Kenmerk | 31996; 32399, nr. E |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
31 996 Regels ten aanzien van zorg en dwang voor personen met een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap (Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten) 32 399 Regels voor het kunnen verlenen van verplichte zorg aan een persoon met een psychische stoornis (Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg)
E1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 januari 2018
Ik dank u voor de spoedige reactie per brief van 20 december 2017 op mijn brief van 18 december 2017. Naar aanleiding van mijn brief merkt u terecht op dat, hoewel de in mijn brief genoemde wijzigingen betrokken kunnen worden bij het debat op 15 en 16 januari, dit staatsrechtelijk bezien niet gezien kan worden als tevens inhoudende een behandeling en beoordeling van een nog bij de Tweede Kamer in te dienen wijzigingswetsvoorstel. Uiteraard zullen beide Kamers een wijzigingswetsvoorstel te zijner tijd separaat en op zijn eigen merites beoordelen.
Ik zie uit naar de behandeling van de betrokken wetsvoorstellen op 15 en 16 januari aanstaande.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge
Noot 1
Letter E heeft alleen betrekking op wetsvoorstel 31 996.