Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport - Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet in verband met waardeoverdracht van klein pensioen en enige andere wijzigingen inzake waardeoverdracht (Wet waardeoverdracht klein pensioen)

Dit advies Raad van State en nader rapport is onder nr. 4 toegevoegd aan wetsvoorstel 34765 - Wet waardeoverdracht klein pensioen i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport - Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet in verband met waardeoverdracht van klein pensioen en enige andere wijzigingen inzake waardeoverdracht (Wet waardeoverdracht klein pensioen)
Document­datum 29-08-2017
Publicatie­datum 25-10-2017
Kenmerk 34765, nr. 4
Externe link origineel bericht

2.

Tekst

Ministerie van Sociale Zaken

en Werkgelegenheid

Postbus 90801

2509 LV Den Haag

Parnassusplein 5

T 070 333 44 44

F 070 333 44 00

www.szw.nl

Onze referentie

2017-0000125005

 

Datum

25 augustus 2017025-07-2017

 

Betreft

Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet in verband met waardeoverdracht van klein pensioen en enige andere wijzigingen inzake waardeoverdracht (Wet waardeoverdracht klein pensioen)

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 22 mei 2017, nr. 2017000830, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.

Dit advies, gedateerd 12 juli 2017, nr. W12.17.0139/III, bied ik U hierbij aan.

Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State (hierna: de Afdeling) aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen over het vervallen van de afkoopmogelijkheid en de positie van de deelnemer bij waardeoverdracht, en over een wachttijd en de fiscale gevolgen bij het vervallen van zeer kleine pensioenen. Op de opmerkingen van de Afdeling wordt in het hiernavolgende ingegaan.

  • 1. 
    Overdracht
  • a. 
    Vervallen afkoopmogelijkheid

De Afdeling brengt naar voren dat nu reeds kan worden voorzien dat overdracht van kleine pensioenen in verschillende situaties niet zal kunnen slagen, en adviseert in het voorstel hiervoor een voorziening te treffen en dit niet vooruit te schuiven.

Aan dit aspect is reeds aandacht besteed in hoofdstuk VIII Toetsen van de algemene toelichting van het voorstel. Het doel van het voorstel is dat kleine pensioenen zoveel mogelijk hun pensioenbestemming behouden. Het voorstel is een eerste stap om dit doel te realiseren. Drie jaar na inwerkingtreding van het voorstel zal worden bezien of het systeem werkt zoals is beoogd. Er wordt onderkend dat situaties zich kunnen voordoen waarin kleine pensioenen niet (direct) kunnen worden overgedragen, denk aan werkloosheid, zzp-schap, een volgende werkgever zonder pensioenregeling (witte vlek) of vertrek naar het buitenland. In deze situaties kan waardeoverdracht mogelijk wel weer op een later moment aan de orde zijn en zouden deze kleine pensioenen hun pensioenbestemming dus niet behouden als er alsnog na een aantal overdrachtspogingen kan worden afgekocht.

Bij de evaluatie zal onder meer worden bekeken in welke gevallen en waarom de waardeoverdracht nog niet is gelukt en zal tevens onderzocht worden of er meer mogelijkheden zijn voor waardeoverdracht. Een alternatief dat zal worden onderzocht, is of een overdracht naar een vorige pensioenuitvoerder kan worden gerealiseerd. Dit is thans te ingewikkeld om bij het pensioenregister te realiseren, omdat de website Mijnpensioenoverzicht.nl wordt herbouwd. Daarbij weegt mee dat dit qua automatisering ingewikkeld is (duur en kans op fouten). Ook sluit het niet aan op het huidige systeem van individuele waardeoverdracht waarbij de ontvangende uitvoerder altijd de uitvoerder van de nieuwe werkgever is.

Daarnaast zal worden bezien of alsnog afkoop van klein pensioen moet kunnen plaatsvinden en zo ja voor welke categorieën. Er wordt daarom in het voorstel geen voorziening getroffen.

  • b. 
    Positie deelnemer

De Afdeling concludeert dat bij de uitwerking van het voorstel de positie van de deelnemer onvoldoende is betrokken. De Afdeling adviseert het voorstel aan te passen opdat de deelnemer beter betrokken wordt bij de beslissing met betrekking tot de overdracht van het pensioen.

Het belang van de deelnemer staat bij dit voorstel voorop. Zoals hiervoor is aangegeven is het doel van het voorstel dat kleine pensioenen zoveel mogelijk hun pensioenbestemming behouden en niet meer massaal tussentijds worden afgekocht. Een nieuwe regeling moet zo eenvoudig en automatisch mogelijk worden ingericht en beperkende factoren moeten waar mogelijk worden weggenomen. Alleen zo kunnen kostenbeheersing en efficiëntie worden gerealiseerd bij uitvoerders. In het voorstel wordt daarom voorgesteld de waardeoverdracht zonder tussenkomst van de gewezen deelnemer uit te voeren. Door een deelnemer toch weer meer te betrekken bij het proces, wordt de efficiencywinst – en dus kostenvoordelen voor de deelnemers - grotendeels teniet gedaan en zal naar verwachting de waardeoverdracht minder vaak plaats kunnen vinden bijvoorbeeld omdat de werknemer niet bereikt kan worden of niet reageert.

In het voorstel wordt geregeld dat binnen een jaar na einde deelneming voor het eerst wordt bekeken of het kleine pensioen kan worden overgedragen. Dit moet niet te snel gebeuren, want dan is de kans aanwezig dat de gewezen deelnemer nog niet is geregistreerd bij een nieuwe pensioenuitvoerder. Ook zijn er sectoren met veel verloop waarin werknemers na betrekkelijk korte tijd weer terugkeren. Het kleine pensioen blijft dan in de administratie staan en groeit aan wanneer de deelnemer actief is in de sector. Met de introductie van een langere wachttijd worden niet het kostenvoordeel en de efficiëntie behaald zoals beoogd.

De Afdeling stelt de vraag waarom bij een individuele waardeoverdracht de eis blijft gehandhaafd dat bij een dekkingstekort de waardeoverdracht wordt opgeschort, terwijl deze eis komt te vervallen als de uitvoerder gebruik maakt van het recht om kleine pensioenen over te dragen. Het gaat hierbij om evenwichtige belangenafweging. Een uitvoerder kan gebruik maken van het recht om kleine pensioenen zonder tussenkomst van de gewezen deelnemer over te dragen, ook als er sprake is van onderdekking. Dit is een afweging van de uitvoerder binnen de eis van evenwichtige belangenafweging. Bij die afweging wordt het nadeel van het collectief van een overdracht in een situatie van onderdekking (het pensioen wordt tegen 100% overgedragen) en de grootte van de over te dragen bedragen die hierbij aan de orde zijn, gewogen met het voordeel voor het collectief van lagere administratiekosten. Als een waardeoverdracht van een klein pensioen van een individuele deelnemer altijd mag doorgaan, ook in onderdekking, dan kan een uitvoerder hier geen belangenafweging meer maken.

  • 2. 
    Vervallen zeer kleine pensioenen
  • a. 
    Wachttijd

In het voorstel is geen wachttijd voorzien bij het vervallen van hele kleine pensioenen. De Afdeling adviseert nader in te gaan op het ontbreken van een wachttijd ingeval de deelnemer na een betrekkelijk korte tijd weer terugkeert bij dezelfde pensioenuitvoerder, en zo nodig het voorstel aan te passen.

Met de introductie van een wachttijd voor het vervallen van hele kleine pensioenen is een groot deel van het kostenvoordeel voor de pensioenuitvoerder, en daarmee het deelnemerscollectief, verdwenen. Met een heel kleine pensioenaanspraak is geen sprake van een duidelijk materieel belang voor de deelnemer. Maar het tijdelijk handhaven van een dergelijk heel kleine pensioenaanspraak leidt, vanwege de onevenredig hoge kosten die gemoeid zijn met administratie, wel tot materiële nadelen voor de overige deelnemers. Daarom is het voorstel om dergelijke hele kleine afspraken direct te laten vervallen.

  • b. 
    Fiscale gevolgen

Naar aanleiding van het advies van de Afdeling is de memorie van toelichting aangevuld.

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken

en Werkgelegenheid,

  • J. 
    Klijnsma

AAN DE KONING Pagina 1 van 1


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.