Brief regering; Informatie over toezending van het historisch onderzoek dat zich richt op de overwegingen die een rol hebben gespeeld bij de bepaling van het inkomensbestanddeel van de grondwettelijke uitkering op basis van artikel 40 van de Grondwet - Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2017 - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 10 toegevoegd aan wetsvoorstel 34550 I - Vaststelling begroting Koning 2017 en dossier 34550 I - Vaststelling begroting Koning 2017.
Inhoudsopgave
| Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2017 ; Brief regering; Informatie over toezending van het historisch onderzoek dat zich richt op de overwegingen die een rol hebben gespeeld bij de bepaling van het inkomensbestanddeel van de grondwettelijke uitkering op basis van artikel 40 van de Grondwet |
|---|---|
| Documentdatum | 28-08-2017 |
| Publicatiedatum | 29-08-2017 |
| Nummer | KST34550I10 |
| Kenmerk | 34550 I, nr. 10 |
| Externe link | origineel bericht |
| Originele document in PDF |  |
34 550 I Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2017
Nr. 10 BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 augustus 2017
Op 14 december 2016 heb ik u geïnformeerd over de verlening van de opdracht tot een historisch onderzoek dat zich richt op de overwegingen die een rol hebben gespeeld bij de bepaling van het inkomensbestanddeel van de grondwettelijke uitkering op basis van artikel 40 van de Grondwet (Kamerstuk 34 550 I, nr. 8).
In deze brief heb ik aangegeven dat het onderzoeksteam onder leiding van prof. dr. C.C. van Baalen zou worden gevraagd binnen vier tot zes maanden na aanvang van het onderzoek aan mij te rapporteren. Gelet op de startdatum van het onderzoek zou dat geleid hebben tot oplevering uiterlijk op 1 september 2017. Recent heeft de voorzitter van de onderzoekscommissie mij laten weten dat het onderzoek niet op 1 september kan worden afgerond maar uiterlijk 30 november gereed zal zijn.
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte