Nota naar aanleiding van het Verslag - Voorstel van wet van de leden Jasper van Dijk en Van Toorenburg houdende wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de invoering van voorschriften betreffende de doorverkoop van toegangskaarten voor een publieke gebeurtenis op het terrein van sport of cultuur (doorverkoop toegangskaarten) - Hoofdinhoud
Deze nota naar aanleiding van het verslag i is onder nr. J toegevoegd aan wetsvoorstel 31461 - Initiatiefvoorstel Doorverkoop van toegangskaarten voor evenementen i.
Inhoudsopgave
| Officiële titel | Voorstel van wet van de leden Jasper van Dijk en Van Toorenburg houdende wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de invoering van voorschriften betreffende de doorverkoop van toegangskaarten voor een publieke gebeurtenis op het terrein van sport of cultuur (doorverkoop toegangskaarten); Nota naar aanleiding van het Verslag |
|---|---|
| Documentdatum | 28-08-2017 |
| Publicatiedatum | 28-08-2017 |
| Nummer | KST31461J |
| Kenmerk | 31461, nr. J |
| Externe link | origineel bericht |
| Originele document in PDF |  |
31 461 Voorstel van wet van de leden Jasper van Dijk en Van Toorenburg houdende wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de invoering van voorschriften betreffende de doorverkoop van toegangskaarten voor een publieke gebeurtenis op het terrein van sport of cultuur (doorverkoop toegangskaarten)
J NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Ontvangen 18 augustus 2017
-
1.Inleiding
De indieners danken de leden van de fractie van het CDA voor hun aanvullende vragen.
-
2.Opschorting wetsvoorstel
De leden van de CDA-fractie vragen of indieners bereid zijn om de behandeling van het wetsvoorstel op te schorten, om precies duidelijk te krijgen hoe groot het probleem van het doorverkopen van tickets is. De indieners zien steeds vaker, zo blijkt tevens uit eerder aangehaald onderzoek uit België, dat tickets voor een veel hogere prijs worden doorverkocht. Het Belgische onderzoek laat zien hoe omvangrijk het probleem nog altijd is.1 Alleen al bij de kaartverkoop voor concerten van K3 in België waren minimaal 17.000 valse kaarten in omloop, waarvan er ruim 11.000 zijn gekocht door Nederlandse ticketverkopers. Indieners wijzen ook op de Kamervragen van de SP (maart 2016) over gesjoemel met tickets in Nederland en België.2 De grote onvrede over secundaire verkoop, zoals bijvoorbeeld bij de concerten van Adele, toont aan dat - nu kaartverkoop voornamelijk alleen nog digitaal plaatsvindt - dit nog altijd een relevant probleem is.3 Ook bijvoorbeeld voor Pinkpop en de Europa-League finale van Ajax werden voor vele honderden euro’s kaarten doorverkocht.4 5 Recent zagen we ook de doorverkoop voor tickets voor de finale van het EK-vrouwenvoetbal, waar kaarten voor honderden euro’s werden aangeboden. Dat is circa 10 keer zoveel als de originele prijs.6 Indieners zijn daarom niet bereid de behandeling op te schorten. Ook wijzen de indieners er op dat de wet na drie jaar wordt geëvalueerd. Dan zal duidelijk worden in hoeverre de problemen op de ticketmarkt zijn aangepakt.
-
3.Civielrechtelijke regeling, geschillencommissie en bestuurlijke handhaving
De leden van de fractie van het CDA vragen verder naar een nadere uiteenzetting waarom een civielrechtelijke procedure een aanvulling kan zijn in het oplossen van het probleem van secundaire tickethandel. Zij stellen daarbij zelf de vraag of de prijs op een eerlijke manier tot stand is gekomen. Door het grootschalige en dikwijls ondoorzichtige proces bij de secundaire tickethandel, wagen de indieners dat te betwijfelen. Zoals in het Belgische onderzoek naar voren komt, worden er vaak met vele (nep-)accounts tickets gekocht, wat een grote verstoring van de markt teweegbrengt. Omdat het in deze gevallen gaat om een uniek cultureel- of sportevenement, dat volgens de indieners niet alleen toegankelijk moet zijn voor een klein select gezelschap, is een civielrechtelijke procedure volgens de indieners een waardevolle aanvulling.
Indieners willen daarbij opmerken, ook in nadere vragen van het CDA, dat de indieners zeker openstaan voor aanvullende maatregelen of initiatieven vanuit de sector zelf. Eerdere initiatieven van de branche zelf, zoals de website weetwaarjekoopt.nl, of initiatieven zoals Ticketswap, juichen de indieners dan ook van harte toe. Een geschillencommissie kan daar een rol in spelen. Is er echt aanwijsbare fraude gepleegd, dan ligt daar een rol voor handhaving op basis van de wet Oneerlijke Handelspraktijken. Genoemde wet biedt echter voor de doorverkoop van tickets voor een veel hogere prijs geen uitkomst. Daarom zal voorliggende initiatiefwet ook daar een waardevolle aanvulling op zijn.
Voorts vragen de leden van het CDA naar de bestuurlijke handhaving door de ACM. Indieners constateren dat ACM afgelopen juni: «geen aanleiding ziet om verder onderzoek te doen naar de doorverkoop van kaarten». De organisatie schrijft: «ACM heeft geen bewijzen gevonden dat de hoge prijzen die op sites als Seatwave voor doorverkoop-kaarten worden gevraagd het gevolg zijn van ongeoorloofde gedragingen van Ticketmaster en/of Seatwave. ACM concludeert dat de hoge prijzen worden veroorzaakt door vraag en aanbod in de markt.»
Indieners constateren dat de ACM zich beperkt heeft tot onderzoek naar «ongeoorloofde gedragingen» van Ticketmaster en Seatwave. De «hoge prijzen» voor tickets worden als een gevolg van vraag en aanbod in de markt beschouwd. Het moge duidelijk zijn dat indieners met voorliggend wetsvoorstel een eind willen maken aan deze hoge prijzen. Zij zien kaarten voor een cultureel of sportief evenement niet als een regulier marktproduct, maar als een uniek evenement wat voor iedereen zoveel mogelijk toegankelijk moet zijn - ongeacht de dikte van iemands portemonnee. Indien deze wet wordt aangenomen, kan de ACM volgens de indieners een waardevolle rol spelen wanneer tickets stelselmatig voor meer dan 120% van de prijs worden doorverkocht.
-
4.Strafrechtelijke handhaving en internationale wetgeving
De leden van de fractie van het CDA vragen naar het Belgische onderzoek en Belgische civielrechtelijke wetgeving. Zij vragen hierbij specifiek naar het «waterbedeffect» dat volgens hen zou kunnen plaatsvinden. De indieners erkennen dat een waterbedeffect zou kunnen optreden. Dat alleen is echter geen valide argument om in Nederland deze praktijken onbestraft te laten. Tegelijkertijd staan de indieners positief tegenover een bredere Europese aanpak om de uitwassen van secundaire tickethandel aan te pakken. Het Belgische onderzoek laat zien hoe groot het probleem van de secundaire tickethandel is, dat er niet zelden ook fraude wordt gepleegd, maar ook dat de afschrikkende werking van een civielrechtelijke maatregel zijn vruchten kan afwerpen. Indien er niet gehandhaafd kan worden wanneer er fraude is gepleegd, biedt deze wet een extra middel om grootschalige secundaire tickethandel alsnog tegen te gaan. Het Belgische voorbeeld laat dat zien: inmiddels zijn meerdere secundaire ticketwebsites uit de lucht gehaald.7
Wellicht ten overvloede hopen de indieners spoedig over te kunnen gaan tot behandeling van deze wet in de Eerste Kamer. Uiteraard kunnen resterende vragen daar aan de orde komen. Indieners zullen hun uiterste best doen om alle vragen zorgvuldig te beantwoorden.
Jasper van Dijk
Noot 1
Noot 2
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-2322.html.
Noot 3
Noot 4
http://www.limburger.nl/cnt/dmf20170311_00037545/woekerprijzen-voor-pinkpop-kaarten-op-marktplaats.
Noot 5
http://www.at5.nl/artikelen/169028/verontwaardiging-over-doorverkopen-kaartjes-ajax-finale.
Noot 6
Noot 7
http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20160427_02261037.