Gewijzigd amendement Voortman c.s. ter vervanging van nr. 47 over nadere invulling van "geautomatiseerde werken" bij amvb - Regels met betrekking tot de inlichtingen- en veiligheidsdiensten alsmede wijziging van enkele wetten (Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..) - Hoofdinhoud
Dit gewijzigd amendement i is onder nr. 61 toegevoegd aan wetsvoorstel 34588 - Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20.. i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Regels met betrekking tot de inlichtingen- en veiligheidsdiensten alsmede wijziging van enkele wetten (Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..); Amendement; Gewijzigd amendement van het lid Voortman c.s. ter vervanging van nr. 47 over nadere invulling van "geautomatiseerde werken" bij amvb |
---|---|
Documentdatum | 13-02-2017 |
Publicatiedatum | 13-02-2017 |
Nummer | KST3458861 |
Kenmerk | 34588, nr. 61 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2016-
2017
34 588
Regels met betrekking tot de inlichtingen- en veiligheidsdiensten alsmede wijziging van enkele wetten (Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20.)
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VOORTMAN C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 47
Ontvangen 13 februari 2017
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Aan artikel 45 worden twee leden toegevoegd, luidende:
-
13.Bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld welke werken worden aangemerkt als geautomatiseerde werken in de zin van dit artikel.
-
14.De voordracht voor een krachtens het vorige lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Met dit amendement wordt geregeld dat bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld welke werken vallen onder het begrip «geautomatiseerde werken» in artikel 45. Deze algemene maatregel van bestuur dient voor vaststelling te worden voorgehangen bij het parlement.
Hiermee beogen de indieners helderheid te verschaffen over welke apparaten op grond van deze bevoegdheid door de diensten mogen worden verkend en binnengedrongen. De indieners achten dit wenselijk voor de rechtszekerheid en ter voorkoming dat de diensten onbedoeld toegang wordt gegeven tot reeds nog niet uitgevonden apparaten zonder dat de wenselijkheid hiervan door regering en parlement is beoordeeld. Door dit per algemene maatregel van bestuur te regelen wordt voorkomen dat in de toekomst opnieuw een wetswijziging nodig zal zijn indien de gegeven definitie door technologische ontwikkelingen wordt achterhaald.
Voortman Van Raak Verhoeven
kst-34588-61 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2017
Tweede Kamer, vergaderjaar 2016-2017, 34 588, nr. 61