Subamendement Schouten over goedkeuring van de Tweede Kamer voor staking van de vermoedelijk onrechtmatige uitoefening van een bevoegdheid - Regels met betrekking tot de inlichtingen- en veiligheidsdiensten alsmede wijziging van enkele wetten (Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..) - Hoofdinhoud

Dit subamendement is onder nr. 51 toegevoegd aan wetsvoorstel 34588 - Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20.. i.

Officiële titel	Regels met betrekking tot de inlichtingen- en veiligheidsdiensten alsmede wijziging van enkele wetten (Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..); Amendement; Subamendement van het lid Schouten over goedkeuring van de Tweede Kamer voor staking van de vermoedelijk onrechtmatige uitoefening van een bevoegdheid
Document­datum	08-02-2017
Publicatie­datum	08-02-2017
Nummer	KST3458851
Kenmerk	34588, nr. 51
Externe link	origineel bericht
Originele document in PDF

34 588 Regels met betrekking tot de inlichtingen- en veiligheidsdiensten alsmede wijziging van enkele wetten (Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..)

Nr. 51 SUBAMENDEMENT VAN HET LID SCHOUTEN

Ontvangen 8 februari 2017

De ondergetekende stelt het volgende subamendement voor:

In het amendement van het lid Voortman (stuk nr. 32) wordt artikel 113a als volgt gewijzigd:

• 1. 

  Na het eerste lid worden twee leden ingevoegd, luidende:
• - 

  1a. Een beslissing als bedoeld in het eerste lid wordt onmiddellijk ter goedkeuring aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal voorgelegd. Vermelding van in ieder geval de gegevens, bedoeld in artikel 12, derde lid, blijft daarbij achterwege. Deze gegevens kunnen ter vertrouwelijke kennisneming aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal worden medegedeeld.

• - 

  1b. Indien geen goedkeuring wordt verleend door de Tweede Kamer der Staten-Generaal, wordt de uitoefening van een bevoegdheid als bedoeld in het eerste lid hervat.

• 2. 

  In het tweede lid wordt «De uitoefening van een bevoegdheid als bedoeld in het eerste lid wordt» vervangen door: Indien goedkeuring wordt verleend door de Tweede Kamer der Staten-Generaal, wordt de uitoefening van een bevoegdheid als bedoeld in het eerste lid.

Toelichting

Dit amendement regelt dat ingeval de afdeling toezicht van de CTIVD lopende een onderzoek de onmiddellijke staking van een vermoedelijk onrechtmatige uitoefening van een bevoegdheid in het kader van deze wet gelast, deze beslissing onmiddellijk ter goedkeuring aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal wordt voorgelegd. Indien geen goedkeuring wordt verleend door de Tweede Kamer der Staten-Generaal, wordt de uitoefening van de desbetreffende bevoegdheid hervat. Indien wel goedkeuring wordt verleend door de Tweede Kamer der Staten-Generaal, wordt - zoals reeds in het amendement van het lid Voortman geregeld - de desbetreffende bevoegdheid niet hervat dan nadat het onderzoek is afgerond en het toezichtsrapport is gezonden aan de beide kamers der Staten-Generaal.

Schouten