Nader rapport - Wijziging van de Wet op de Europese ondernemingsraden en Titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2015/1794 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2015 tot wijziging van de Richtlijnen 2008/94/EG, 2009/38/EG en 2002/14/EG van het Europees Parlement en de Richtlijnen 98/59/EG en 2001/23/EG van de Raad wat zeevarenden betreft (PbEU 2015, L 263)

Dit nader rapport i is onder nr. 4 toegevoegd aan wetsvoorstel 34664 - Implementatie van Richtlijn (EU) 2015/1794 over sociale rechten van zeevarenden i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de Wet op de Europese ondernemingsraden en Titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2015/1794 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2015 tot wijziging van de Richtlijnen 2008/94/EG, 2009/38/EG en 2002/14/EG van het Europees Parlement en de Richtlijnen 98/59/EG en 2001/23/EG van de Raad wat zeevarenden betreft (PbEU 2015, L 263); Nader rapport; Nader rapport
Document­datum 26-01-2017
Publicatie­datum 26-01-2017
Nummer KST346644
Kenmerk 34664, nr. 4
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

34 664 Wijziging van de Wet op de Europese ondernemingsraden en Titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2015/1794 i van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2015 tot wijziging van de Richtlijnen 2008/94/EG i, 2009/38/EG en 2002/14/EG i van het Europees Parlement en de Richtlijnen 98/59/EG i en 2001/23/EG i van de Raad wat zeevarenden betreft (PbEU 2015, L 263)

Nr. 4 NADER RAPPORT1

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt / uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 26, vijfde lid, van de Wet op de Raad van State)

Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 20 januari 2017, aangeboden aan de Koning door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 26 november 2016, no. 2016002080, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.

Dit advies, gedateerd 4 januari 2017, nr. W12.16.0388/III, bied ik U hierbij, mede namens mijn ambtgenoot van Veiligheid en Justitie aan.

Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

Naar aanleiding van de redactionele opmerking van de Afdeling is in de toelichting bij artikel III opgemerkt dat het wetsvoorstel na bekrachtiging niet referendabel is op grond van artikel 5, onder e, van de Wet raadgevend referendum, nu het uitsluitend implementatie betreft.

Ik moge U, mede namens mijn ambtgenoot van Veiligheid en Justitie, verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Noot 1

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.