Nader voorlopig verslag - Wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met de versterking van de betrokkenheid van de werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening, de preventie in het bedrijf of de inrichting van de werkgever en de randvoorwaarden voor het handelen van de bedrijfsarts, en enige andere wijzigingen - Hoofdinhoud

Dit nader voorlopig verslag i is onder nr. D toegevoegd aan wetsvoorstel 34375 - Versterking van de betrokkenheid van de werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening en preventie i.

Officiële titel	Wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met de versterking van de betrokkenheid van de werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening, de preventie in het bedrijf of de inrichting van de werkgever en de randvoorwaarden voor het handelen van de bedrijfsarts, en enige andere wijzigingen; Nader voorlopig verslag
Document­datum	13-12-2016
Publicatie­datum	15-12-2016
Nummer	KST34375D
Kenmerk	34375, nr. D
Externe link	origineel bericht
Originele document in PDF

Eerste Kamer der Staten-Generaal

1

Vergaderjaar 2016-

2017

34 375

D

Wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met de versterking van de betrokkenheid van de werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening, de preventie in het bedrijf of de inrichting van de werkgever en de randvoorwaarden voor het handelen van de bedrijfsarts, en enige andere wijzigingen

NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID¹

Vastgesteld 13 december 2016

De memorie van antwoord heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen. De leden van de fractie van D66 hebben met belangstelling en waardering kennisgenomen van de memorie van antwoord. Op een punt nog zouden zij nadere opheldering van de regering op prijs stellen.

Het betreft hier het recht op een second opinion naar aanleiding van een eerste oordeel van een bedrijfsarts. Zou de regering willen bevestigen dat de inperking van dat recht niet verder zal strekken dan in het reguliere verkeer tussen arts en patiënt binnen de vigerende richtlijnen van de KNMG gebruikelijk is?

Deze fractieleden hebben met waardering kennisgenomen van het voornemen om via een AMvB afwijzing van een verzoek om een second opinion niet anders dan gemotiveerd mogelijk te maken. Zou de regering willen bevestigen dat de werknemer het recht heeft om zelf een bedrijfsarts voor een second opinion te kiezen, dat dat recht niet in enig contract met arbodienst of bedrijfsarts kan worden beperkt, dat de werknemer zelf de bedrijfsarts voor deze second opinion mag benaderen en dat de AMvB deze rechten in generlei zin zal inperken?

De leden van de D66-fractie kunnen zich voorstellen dat het resultaat van de op 6 december 2016 gestarte internetconsultatie over het ontwerpbesluit tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met een second opinion en klachtenprocedure bij de bedrijfsarts, bij de beantwoording van hun vragen wordt betrokken.

¹ Samenstelling: Nagel (50PLUS), Ten Hoeve (OSF), Ester (CU) (vice-voorzitter), De Grave (VVD), Hoekstra (CDA), Postema (PvdA),Sent (PvdA), Kok (PVV), Kops (PVV), Dercksen (PVV), Don (SP), Bruijn (VVD), Van Kesteren (CDA), Krikke (VVD), Lintmeijer (GL), Meijer (SP), Nooren (PvdA), Oomen-Ruijten (CDA), Prast (D66), Rinnooy Kan (D66) (voorzitter), Rombouts (CDA), Schalk (SGP), Schnabel (D66), Teunissen (PvdD), Van de Ven (VVD), vac. (PvdA) en Köhler (SP).

kst-34375-D ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2016

De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid zien uw reactie met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Rinnooy Kan

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Van Dooren

Eerste Kamer, vergaderjaar 2016-2017, 34 375, D 2