Amendement Keijzer/Bergkamp dat een voorhangbepaling ten opzichte van de ministeriele regeling in artikel 7.4.0, vijfde lid, van de Jeugdwet introduceert - Wijziging van wetten teneinde misslagen en omissies in wetten op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te herstellen, de broninhouding van eigen bijdragen voor beschermd wonen te kunnen voortzetten en het College bouw zorginstellingen op te heffen (Verzamelwet VWS 2016) - Hoofdinhoud
Dit amendement i is onder nr. 26 toegevoegd aan wetsvoorstel 34191 - Verzamelwet VWS 2016 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van wetten teneinde misslagen en omissies in wetten op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te herstellen, de broninhouding van eigen bijdragen voor beschermd wonen te kunnen voortzetten en het College bouw zorginstellingen op te heffen (Verzamelwet VWS 2016); Amendement; Amendement van de leden Keijzer en Bergkamp dat een voorhangbepaling ten opzichte van de ministeriele regeling in artikel 7.4.0, vijfde lid, van de Jeugdwet introduceert |
---|---|
Documentdatum | 05-04-2016 |
Publicatiedatum | 05-04-2016 |
Nummer | KST3419126 |
Kenmerk | 34191, nr. 26 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2015
2016
34 191
Wijziging van wetten teneinde misslagen en omissies in wetten op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te herstellen, de broninhouding van eigen bijdragen voor beschermd wonen te kunnen voortzetten en het College bouw zorginstellingen op te heffen (Verzamelwet VWS 2016)
AMENDEMENT VAN DE LEDEN KEIJZER EN BERGKAMP
Ontvangen 5 april 2016
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel III, onderdeel H, wordt aan artikel 7.4.0 een lid toegevoegd, luidende:
-
6.Het ontwerp voor een krachtens het vijfde lid vast te stellen ministeriële regeling wordt aan beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. De ministeriële regeling wordt niet eerder vastgesteld dan vier weken na de overlegging van het ontwerp.
Dit amendement regelt dat de ministeriele regeling die op grond van artikel 7.4.0, vijfde lid, van de Jeugdwet kan worden vastgesteld, voorafgaand aan de vaststelling wordt overgelegd aan beide kamers der Staten-Generaal. In de betreffende ministeriele regeling kan worden bepaald a) volgens welke technische standaarden gegevensverwerking plaatsvindt, b) aan welke beveiligingseisen gegevensverwerking voldoet en c) in welke gevallen en voor welke doelen gegevens als bedoeld in het eerste of tweede lid van artikel 7.4.0 van de Jeugdwet verder mogen worden verwerkt.
In de ministeriële regeling wordt daarmee in ieder geval uitgewerkt welke persoonsgegevens - waaronder ook Burgerservicenummers en andere (bijzondere) persoonsgegevens - aan gemeenten mogen worden vermeld. De indieners zijn van mening dat de invulling van deze regeling mogelijk verstrekkende gevolgen kan hebben voor de privacy van jeugdigen. Daarom beogen zij met dit amendement een voorhangprocedure voor deze regeling op te nemen.
Keijzer
Bergkamp
kst-34191-26 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2016
Tweede Kamer, vergaderjaar 2015-2016, 34 191, nr. 26