Motie Omtzigt over een plan voor minder risico's voor pensioenfondsen - Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet in verband met aanpassing van het financieel toetsingskader voor pensioenfondsen (Wet aanpassing financieel toetsingskader) - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 37 toegevoegd aan wetsvoorstel 33972 - Wet aanpassing financieel toetsingskader (pensioenfondsen) i.
Inhoudsopgave
| Officiële titel | Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet in verband met aanpassing van het financieel toetsingskader voor pensioenfondsen (Wet aanpassing financieel toetsingskader) ; Motie; Motie van het lid Omtzigt over een plan voor minder risico's voor pensioenfondsen |
|---|---|
| Documentdatum | 16-10-2014 |
| Publicatiedatum | 20-10-2014 |
| Nummer | KST3397237 |
| Kenmerk | 33972, nr. 37 |
| Externe link | origineel bericht |
| Originele document in PDF |  |
33 972 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet in verband met aanpassing van het financieel toetsingskader voor pensioenfondsen (Wet aanpassing financieel toetsingskader)
Nr. 37 MOTIE VAN HET LID OMTZIGT
Voorgesteld 15 oktober 2014
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de rente op Nederlandse staatsleningen op het laagste niveau aller tijden staat, bijvoorbeeld op 1% voor een tienjarige staatslening;
constaterende dat de pensioenfondsen tot honderden miljarden euro's zullen verliezen op hun rentederivaten bij een forse stijging van de rente;
van mening dat in een ideale wereld de reële koopkracht gegarandeerd wordt en niet de nominale waarde van een pensioen;
verzoekt de regering, een plan te ontwikkelen waarmee pensioenfondsen meer kunnen sturen op reële rendementen, minder rentederivaten hoeven aan te houden en daardoor minder risico zullen lopen bij een forse rentestijging;
verzoekt de regering tevens, dit plan binnen drie maanden aan de Kamer te presenteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Omtzigt