Verslag van een schriftelijk overleg inzake T01512 - Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van de voorwaardelijke invrijheidstelling - Hoofdinhoud
Dit verslag van een schriftelijk overleg is onder nr. E toegevoegd aan wetsvoorstel 32319 - Wijziging van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van de voorwaardelijke invrijheidstelling i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van de voorwaardelijke invrijheidstelling; Verslag van een schriftelijk overleg inzake T01512 |
---|---|
Documentdatum | 27-06-2014 |
Publicatiedatum | 27-06-2014 |
Nummer | KST32319E |
Kenmerk | 32319, nr. E |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2013–2014
32 319
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van de voorwaardelijke invrijheidstelling
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 27 juni 2014
De vaste commissie voor Immigratie & Asiel/JBZ-Raad1 heeft op 27 mei 2014 de reactie van de Minister van Veiligheid en Justitie van 25 april 2014 op het halfjaarlijkse toezeggingenrappel van de Eerste Kamer besproken2, voor zover deze toezeggingen op het terrein van de commissie I&A/JBZ
liggen.3
Naar aanleiding daarvan heeft zij de Minister op 3 juni 2014 een brief gestuurd.
De Minister van Veiligheid en Justitie heeft op 24 juni 2014 gereageerd.
De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.
De griffier van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad, K. van Dooren
Samenstelling:
Holdijk (SGP), G.J. de Graaf (VVD), Slagter-Roukema (SP), Franken (CDA), Witteveen (PvdA),
Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA), Duthler (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper
(CU), Strik (GL), Lokin-Sassen (CDA), Scholten (D66), Th. de Graaf (D66), De Boer (GL), De
Lange (OSF), Ter Horst (PvdA) (voorzitter), Beckers (VVD), Beuving (PvdA), Schrijver (PvdA), M.
de Graaff (PVV) (vice-voorzitter), Reynaers (PVV), Popken (PVV), Huijbregt-Schiedon (VVD),
Swagerman (VVD), Gerkens (SP)
Eerste Kamer, 2013–2014, 33 750 VI, Q.
Zie voor de toezeggingenregistratie www.eerstekamer.nl.
E
3
BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL / JBZ-RAAD
Aan de Minister van Veiligheid en Justitie
Den Haag, 3 juni 2014
De vaste commissie voor Immigratie & Asiel/JBZ-Raad heeft op 27 mei 2014 uw reactie van 25 april 2014 op het halfjaarlijkse toezeggingenrappel van de Eerste Kamer besproken4, voor zover deze toezeggingen op het terrein van de commissie I&A/JBZ liggen.5 De commissie heeft als volgt besloten.
De commissie beschouwt de toezegging T00858 (Toezegging Voortgangsrapportage ECRIS (31.700 VI)) als voldaan. Toezegging T01489 (Toezegging Resultaten onderzoek Europese Commissie over implementatie Terugkeerrichtlijn (32 420)) blijft ongewijzigd (openstaand) in afwachting van de aangekondigde kabinetsreactie op het rapport van de Europese Commissie en het WODC-rapport. Toezegging T01512 (Toezegging berichten over AMvB-procedure voor regeling inzake strafonderbreking bij illegale vreemdelingen) blijft ongewijzigd (openstaand). De commissie licht dit besluit als volgt toe.
In het debat, Voorwaardelijke veroordeling en voorwaardelijke invrijheidstelling (32 319) waarin de toezegging is gedaan, is met name de vraag gesteld of in de procedure voor de amvb in een voorhangprocedure bij de Kamers zou worden voorzien. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft toegezegd de Kamer hierover te berichten.
In de brief wordt hierover gemeld: «De grondslag voor de desbetreffende amvb wordt gegeven in het wetsvoorstel opheffen samenloop regelingen tijdelijk verlaten inrichting tijdens voorlopige hechtenis (Kamerstukken 32 882). Dit wetsvoorstel is aanhangig bij de Tweede Kamer. Als het wetsvoorstel is aanvaard door de Tweede Kamer, zal de desbetreffende amvb worden voorbereid.» Uit bovenstaande reactie kan de commissie niet opmaken of de amvb-procedure in kwestie voorziet in een voorhangprocedure. Het wetsvoorstel waarnaar wordt verwezen maakt geen melding van een voorhangprocedure, noch voorzien de te wijzigen wetteksten in een voorhang voor de betreffende amvb. De commissie wenst graag van u te vernemen of zij uit het ontbreken van de vermelding van een voorhangprocedure voor de op te stellen amvb moeten opmaken dat er niet in zal worden voorzien. In afwachting van het antwoord heeft de commissie besloten de toezegging ongewijzigd (openstaand) te laten.
De commissie ziet het antwoord op haar vraag graag binnen vier weken na dagtekening tegemoet.
De voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel /
JBZ-Raad,
G. ter Horst
4 Eerste Kamer, 2013–2014, 33 750 VI, Q.
5 Zie voor de toezeggingenregistratie www.eerstekamer.nl.
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 juni 2014
Bij brief van 3 juni 2014 heeft de voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad van uw Kamer mij met betrekking tot toezegging TO1512 gevraagd of in de procedure voor de algemene maatregel van bestuur in een voorhangprocedure bij de Kamers zou worden voorzien.
De grondslag voor de desbetreffende algemene maatregel van bestuur wordt gegeven in het bij de Tweede Kamer aanhangige wetsvoorstel betreffende het opheffen van de samenloop van regelingen inzake het tijdelijk verlaten van de inrichting tijdens de voorlopige hechtenis en enige andere onderwerpen (Kamerstuk 32 882, nr. 2). Dat wetsvoorstel voorziet niet in een formele voorhangprocedure met betrekking tot de algemene maatregel van bestuur.
Ter gelegenheid van de behandeling in uw Kamer van het wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van de voorwaardelijke invrijheidstelling (Kamerstukken 32 319) heeft de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie evenwel toegezegd dat het ontwerp van de algemene maatregel van bestuur zal worden toegezonden aan de beide Kamers der Staten-Generaal.
Die toezegging zal de Staatssecretaris op het daartoe geëigende moment, als het ontwerp van de algemene maatregel van bestuur gereed is, gestand doen.
De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten