Verslag van een schriftelijk overleg inzake samenwerkingsmogelijkheden ambassades bij mvv-aanvraag (T01505) - Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met nationale visa en andere onderwerpen - Hoofdinhoud
Dit verslag van een schriftelijk overleg is onder nr. Q toegevoegd aan wetsvoorstel 31549 - Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met nationale visa en enkele andere onderwerpen i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met nationale visa en andere onderwerpen; Verslag van een schriftelijk overleg inzake samenwerkingsmogelijkheden ambassades bij mvv-aanvraag (T01505) |
---|---|
Documentdatum | 26-03-2014 |
Publicatiedatum | 26-03-2014 |
Nummer | KST31549Q |
Kenmerk | 31549, nr. Q |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2013–2014
31 549
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met nationale visa en andere onderwerpen
Q
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 26 maart 2014
De vaste commissie voor Immigratie & Asiel/ JBZ-Raad1 heeft in haar vergadering van 14 januari 2014 de brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 16 december 2013 inzake Samenwerkingsmogelijkheden ambassades bij mvv-aanvraag besproken.2 Naar aanleiding daarvan heeft de commissie de Staatssecretaris op 17 januari 2014 een brief gestuurd.
De Staatssecretaris heeft op 25 maart 2014 gereageerd.
De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.
De griffier van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad, Van Dooren
Samenstelling:
Holdijk (SGP), G.J. de Graaf (VVD), Slagter-Roukema (SP), Franken (CDA), Witteveen (PvdA),
Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA), Duthler (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper
(CU), Strik (GL), Lokin-Sassen (CDA), Scholten (D66), Th. de Graaf (D66), De Boer (GL), De
Lange (OSF), Ter Horst (PvdA) (voorzitter), Beckers (VVD), Beuving (PvdA), Schrijver (PvdA), M.
de Graaff (PVV) (vice-voorzitter), Reynaers (PVV), Popken (PVV), Huijbregt-Schiedon (VVD),
Swagerman (VVD), Gerkens (SP)
Eerste Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 31 549, P.
BRIEF AAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE
Den Haag, 17 januari 2014
De vaste commissie voor Immigratie & Asiel/ JBZ-Raad heeft in haar vergadering van 14 januari 2014 uw brief van 16 december 2013 inzake Samenwerkingsmogelijkheden ambassades bij mvv-aanvraag besproken.3 Met deze brief wenst u gevolg te geven aan de toezegging (T01505) die door uw voorganger is gedaan naar aanleiding van de behandeling van het wetsvoorstel nationale visa en enkele andere onderwerpen op 14 mei 2012 en aan de brief van 14 december 2012 waarin u toezegt een haalbaarheidsstudie naar samenwerkingsmogelijkheden in nareisprocedures in Addis Abeba te willen uitvoeren.4 In uw brief van 16 december 2013 baseert u zich op deze haalbaarheidsstudie die is uitgevoerd door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). De commissie ontvangt graag de haalbaarheidsstudie waarnaar u in de brief verwijst.
De commissie ontvangt uw reactie op bovenstaande vraag graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief.
Voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad Dr. G. ter Horst
Eerste Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 31 549, P.
Zie toezegging met nummer T01505 op www.eerstekamer.nl.
3
4
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 maart 2014
Bij brief van 17 januari jl. heeft de Voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad verzocht om de haalbaarheidsstudie naar een Shared Facility Centre, waar ik in mijn brief van 16 december jl.5 aan uw Kamer naar verwijs. Met deze brief bied ik uw Kamer de haalbaarheidsstudie aan. De haalbaarheidsstudie is uitgevoerd door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
In mijn brief van 14 december 20126 aan uw Kamer heb ik toegezegd de IND een haalbaarheidsstudie te laten uitvoeren naar de mogelijkheden in Addis Abeba om in nareisprocedures samen te werken in de vorm van een Shared Facility Centre. In een Shared Facility Centre zouden verschillende diensten en taken praktisch kunnen worden gecentraliseerd. Hierbij valt te denken aan het in ontvangst nemen van aanvragen, het afnemen van DNA (en biometrie) en de inzet van tolken. De studie is uitgevoerd omdat samenwerking tussen landen bij de behandeling van mvv-aanvragen niet meteen voor de hand ligt, gelet op de juridische, financiële en technische aspecten die daarbij een rol spelen.
Uit de haalbaarheidsstudie blijkt dat samenwerking door het delen van kennis en/of diensten, zoals bijvoorbeeld de inzet van tolken, in een Shared Facility Centrum mogelijk is. Door wet- en regelgeving kunnen bepaalde taken echter niet door andere lidstaten worden gedaan. Zo zal de lidstaat waar de aanvraag is ingediend, verantwoordelijk zijn en blijven voor de behandeling en beoordeling van de aanvraag. Anders dan bij de regels voor de afgifte van visa kort verblijf, zijn de regels voor een mvv-aanvraag niet volledig internationaal/Europees bepaald. Dit heeft tot gevolg dat nationale regels soms kunnen afwijken. Bovendien is vergaande samenwerking op bepaalde onderdelen niet mogelijk. Zo is het niet mogelijk om biometrische gegevens en personalia te delen met andere lidstaten in één database.
Zoals ik u eerder heb geschreven, sta ik positief tegenover verdere samenwerking tussen lidstaten. Maar realisme is daarbij wel geboden. Het is nu niet mogelijk om vergaande samenwerking te realiseren. Wel onderzoek ik in hoeverre hiervoor draagvlak bestaat onder andere lidstaten. Eind 2014 zal ik uw Kamer over de uitkomsten hiervan nader informeren.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven
Eerste Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 31 549, P. Eerste Kamer, vergaderjaar 2012–2013, 31 549, L.
5
6