Nota van wijziging - Wijziging van de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014 - Hoofdinhoud
Deze nota van wijziging is onder nr. 8 toegevoegd aan wetsvoorstel 33847 - Wijziging van de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014 ; Nota van wijziging; Nota van wijziging |
---|---|
Documentdatum | 13-02-2014 |
Publicatiedatum | 13-02-2014 |
Nummer | KST338478 |
Kenmerk | 33847, nr. 8 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2013–2014
33 847
Wijziging van de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014
Nr. 8
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 13 februari 2014
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1
In het in artikel I, onderdeel E, opgenomen artikel 5.16, tweede lid, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt «artikel 3.126a, vierde lid, onder 3o« vervangen door: artikel 3.126a, vierde lid, onderdeel a, onder 3o.
2
In het in artikel I, onderdeel E, opgenomen artikel 5.16b, vierde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt vóór de punt aan het slot ingevoegd:, vermenigvuldigd met de nettofactor, bedoeld in artikel 5.16, vijfde lid.
Toelichting
Deze nota van wijziging herstelt twee technische onvolkomenheden in het voorstel van wet. De eerste wijziging betreft het herstel van een onjuist geformuleerde verwijzing naar artikel 3.126a, vierde lid, onderdeel a, onder 3o, van de Wet IB 2001. De tweede wijziging ziet op de formulering van de begrenzing van de nettolijfrente. In de in het voorstel van wet opgenomen wettekst was abusievelijk nog niet tot uitdrukking gebracht dat ook bij deze begrenzing uiteraard een vermenigvuldiging met de zogenoemde nettofactor dient plaats te vinden. De vermenigvuldiging met de nettofactor vloeit voort uit de omstandigheid dat over de uitkering geen belasting wordt geheven.
De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes