Motie over onderzoek naar een mogelijke aanpassing van artikel 137 van het Wetboek van Strafrecht - Voorstel van Wet van de leden Schouw en De Wit tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het laten vervallen van het verbod op godslastering - Hoofdinhoud

Deze motie i is onder nr. E toegevoegd aan wetsvoorstel 32203 - Initiatiefvoorstel Laten vervallen van het verbod op godslastering i.

Officiële titel	Voorstel van Wet van de leden Schouw en De Wit tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het laten vervallen van het verbod op godslastering; Motie over onderzoek naar een mogelijke aanpassing van artikel 137 van het Wetboek van Strafrecht
Document­datum	04-12-2013
Publicatie­datum	06-12-2013
Nummer	KST32203EN1
Kenmerk	32203, nr. E
Externe link	origineel bericht
Originele document in PDF

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2013–2014

32 203

Voorstel van Wet van de leden Schouw en De Wit tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het laten vervallen van het verbod op godslastering

E HERDRUK¹

MOTIE VAN HET LID SCHRIJVER C.S.

Voorgesteld 26 november 2013

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat eerbiediging van alle grondrechten een wezenskenmerk van Nederland als democratische rechtsstaat is;

in herinnering roepend, dat Nederland door de eeuwen heen steeds op de bres heeft gestaan voor de vrijheid van godsdienst en godsdienstbeleving van alle burgers en voor vrijheid van meningsuiting;

verzoekt de regering te onderzoeken of een mogelijke aanpassing van artikel 137² Wetboek Sr dienstig kan zijn om te bewerkstelligen dat dit artikel eveneens genoegzame bescherming biedt tegen als ernstig ervaren belediging van burgers door belediging van hun geloof en geloofsbeleving, zonder de werking van de vrijheid van meningsuiting onnodig te beperken,

verzoekt de regering daarover voor 1 juli 2014 te berichten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Schrijver

Dupuis

Franken

Vliegenthart

Engels

¹  In verband met toevoeging voetnoot.

²  Daarbij mede begrepen de artikelen 137 c t/m h.