Amendement Van Weyenberg dat regelt dat arbeid van bijkomstige aard conform de huidige criteria uitgezonderd blijft van het minimumloon - Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met het van toepassing verklaren van die wet op nader bepaalde overeenkomsten van opdracht

Dit amendement i is onder nr. 7 toegevoegd aan wetsvoorstel 33623 - Van toepassing verklaren van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag op bepaalde overeenkomsten van opdracht i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met het van toepassing verklaren van die wet op nader bepaalde overeenkomsten van opdracht; Amendement; Amendement van het lid Van Weyenberg dat regelt dat arbeid van bijkomstige aard conform de huidige criteria uitgezonderd blijft van het minimumloon
Document­datum 04-10-2013
Publicatie­datum 04-10-2013
Nummer KST336237
Kenmerk 33623, nr. 7
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2013–2014

33 623

Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met het van toepassing verklaren van die wet op nader bepaalde overeenkomsten van opdracht

Nr. 7

AMENDEMENT VAN HET LID VAN WEYENBERG

Ontvangen 2 oktober 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor: In artikel I wordt onderdeel A als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    In het eerste onderdeel wordt in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, na de zinsnede «arbeid verricht,» een zinsnede ingevoegd, luidende: die niet een voor hem bijkomstige werkzaamheid is,.
  • 2. 
    In het tweede onderdeel wordt in artikel 2, derde lid, na de zinsnede «tegen beloning arbeid verricht» een zinsnede ingevoegd, luidende:, die niet een voor hem bijkomstige werkzaamheid is,.

Toelichting

Nu is het zo dat arbeid van bijkomstige aard wordt uitgezonderd van het minimumloon. Het minimumloon geldt alleen als wordt voldaan aan voorwaarden betreffende de duur van de arbeidsverhouding (ten minste drie maanden, waarbij de periode gedurende welke geen arbeid wordt verricht minder dan 31 dagen bedraagt) en de duur van de arbeid (gemiddeld ten minste vijf uren per week). Door dit wetsvoorstel gaat arbeid van bijkomstige aard ook onder de verplichtingen met betrekking tot het minimumloon vallen.

Dit amendement regelt dat arbeid van bijkomstige aard conform de huidige criteria uitgezonderd blijft van het minimumloon. In de Memorie van Toelichting wordt namelijk niet overtuigend beargumenteerd dat deze uitzonderingsgrond leidt tot oneigenlijk gebruik met als doel ontwijking van het minimumloon. De Raad van State maakt hier ook kritische kanttekeningen over. De indiener van dit amendement is van mening dat in dergelijke gevallen zeer terughoudend omgegaan moet worden met extra regels.

Van Weyenberg


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.