Gewijzigd amendement Van Weyenberg ter vervanging van nr. 31 over het schrappen van een onderdeel van het voorgestelde artikel 105, derde lid, Pensioenwet dat minderheden in hun rechten beknot - Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten in verband met versterking van het bestuur bij pensioenfondsen en enige andere wijzigingen (Wet versterking bestuur pensioenfondsen) - Hoofdinhoud
Dit gewijzigd amendement i is onder nr. 32 toegevoegd aan wetsvoorstel 33182 - Wet versterking bestuur pensioenfondsen i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten in verband met versterking van het bestuur bij pensioenfondsen en enige andere wijzigingen (Wet versterking bestuur pensioenfondsen); Amendement; Gewijzigd amendement van het lid Van Weyenberg ter vervanging van nr. 31 over het schrappen van een onderdeel van het voorgestelde artikel 105, derde lid, Pensioenwet dat minderheden in hun rechten beknot |
---|---|
Documentdatum | 22-05-2013 |
Publicatiedatum | 22-05-2013 |
Nummer | KST3318232 |
Kenmerk | 33182, nr. 32 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2012–2013
33 182
Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten in verband met versterking van het bestuur bij pensioenfondsen en enige andere wijzigingen (Wet versterking bestuur pensioenfondsen)
Nr. 32
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN WEYENBERG TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 31
Ontvangen 17 mei 2013
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel D, vervalt in artikel 105, derde lid: krachtens een bestuursbesluit, waarbij ten minste één vierde van de bestuurders zich daarvoor heeft uitgesproken,.
II
In artikel II, onderdeel C, vervalt in artikel 110b, derde lid: krachtens een bestuursbesluit, waarbij ten minste één vierde van de bestuurders zich daarvoor heeft uitgesproken,.
Toelichting
In artikel I, onderdeel D, respectievelijk artikel II, onderdeel C, van het voorliggende wetsvoorstel worden in artikel 105, derde lid, respectievelijk artikel 110b, derde lid, bestuursleden van minderheden in hun rechten beknot. Besturen zijn doorgaans klein. Verschillende groepen hebben vaak maar één zetel in het bestuur. Zo’n minderheid kan de groep pensioengerechtigden zijn, maar bijvoorbeeld ook jongere of oudere werknemers, of vrouwen. Het mag niet zo zijn dat een dergelijke meerderheid een minderheid beknot in diens mogelijkheden. Dat is per definitie onevenwichtig. Iedere minderheid moet zich kunnen laten bijstaan door een deskundige. Uiteraard binnen redelijke grenzen. Daarom schrapt dit amendement de beperking dat «krachtens een bestuursbesluit, waarbij ten minste één vierde van de bestuurders zich daarvoor heeft uitgesproken».
Van Weyenberg