Brief regering; Brief houdende intrekking van het wetsvoorstel - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van bepalingen inzake de inrichting en samenstelling van de Staten-Generaal, strekkende tot de vermindering van het aantal leden van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer - Hoofdinhoud
Deze brief houdende intrekking van een of meer wetsvoorstellen i is onder nr. 5 toegevoegd aan wetsvoorstel 33345 - Verminderen van het aantal leden van de Eerste en Tweede Kamer (Grondwet, eerste lezing) i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van bepalingen inzake de inrichting en samenstelling van de Staten-Generaal, strekkende tot de vermindering van het aantal leden van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer; Brief regering; Brief houdende intrekking van het wetsvoorstel |
---|---|
Documentdatum | 13-03-2013 |
Publicatiedatum | 13-03-2013 |
Nummer | KST333455 |
Kenmerk | 33345, nr. 5 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2012–2013
33 345
Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van bepalingen inzake de inrichting en samenstelling van de Staten-Generaal, strekkende tot de vermindering van het aantal leden van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer
Nr. 5
BRIEF HOUDENDE INTREKKING VAN HET WETSVOORSTEL
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 maart 2013
Bij koninklijke boodschap van 11 augustus 2012 is bij de Tweede Kamer ingediend een voorstel van wet houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van bepalingen inzake de inrichting en samenstelling van de Staten-Generaal, strekkende tot de vermindering van het aantal leden van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer (Kamerstukken II 2011/2012, 33 345). De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken van de Tweede Kamer heeft op 4 oktober 2012 besloten de behandeling van dit voorstel aan te houden tot na het aantreden van het nieuwe kabinet.
Het kabinet acht voortzetting van de behandeling van dit voorstel van wet niet langer opportuun. De minister-president heeft uw Kamer bij brief van 27 november 2012 over het voornemen tot intrekking geïnformeerd (Kamerstukken II 2012/13, 33 410, nr. 68).
Daartoe gemachtigd door de Koningin trek ik het voorstel van wet hierbij in.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk