Amendement Van Toorenburg, over de penitentiaire kamer - Vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet forensische zorg) - Hoofdinhoud
Dit amendement i is onder nr. 23 toegevoegd aan wetsvoorstel 32398 - Wet forensische zorg i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet forensische zorg); Amendement; Amendement van het lid Van Toorenburg, over de penitentiaire kamer |
---|---|
Documentdatum | 18-12-2012 |
Publicatiedatum | 20-12-2012 |
Nummer | KST3239823 |
Kenmerk | 32398, nr. 23 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2012–2013
32 398
Vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet forensische zorg)
Nr. 23
AMENDEMENT VAN HET LID VAN TOORENBURG
Ontvangen 17 december 2012
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel 7.1, onderdeel F, punt 1, wordt als volgt gewijzigd:
-
1.In het zesde wordt «rechter-commissaris» vervangen door «penitentiaire kamer» en wordt een volzin toegevoegd, luidende: In dit artikel wordt onder penitentiaire kamer verstaan: de meervoudige kamer, bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie, in de samenstelling, bedoeld in het derde lid van dat artikel.
-
2.In het zevende lid wordt «rechter-commissaris» telkens vervangen door: penitentiaire kamer.
II
Na artikel 7.3 wordt een artikel ingevoegd luidende:
Artikel 7.3a
Aan artikel 67, tweede lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie wordt een volzin toegevoegd, luidende: Deze kamer is tevens belast met het geven van de last, bedoeld in artikel 37a, zesde en zevende lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Toelichting
De Raad voor de rechtspraak heeft in zijn advies over de tweede nota van wijziging voorgesteld om de machtiging tot het ter beschikking stellen van de relevante gegevens aan de gedragsrapporteurs landelijk in handen te leggen van de penitentiaire kamer van het gerechtshof te Arnhem, samengesteld op de voet van de eerste volzin van artikel 67, derde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie. De indiener is met de Raad van mening dat de penitentiaire kamer in die samenstelling, als rechterlijk college met een psychiater en een psycholoog, op grond van haar huidige taken, kennis en ervaring bij uitstek voor deze taak is gekwalificeerd.
Van Toorenburg