Amendement Van Weyenberg over opnemen van de strekking van het wetsvoorstel van het lid Koser Kaya (Kamerstukken II, 31045) in dit wetsvoorstel - Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden - Hoofdinhoud

Dit amendement i is onder nr. 11 toegevoegd aan wetsvoorstel 32855 - Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden i.

Officiële titel	Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden; Amendement; Amendement van het lid Van Weyenberg over opnemen van de strekking van het wetsvoorstel van het lid Koser Kaya (Kamerstukken II, 31045) in dit wetsvoorstel
Document­datum	21-11-2012
Publicatie­datum	21-11-2012
Nummer	KST3285511
Kenmerk	32855, nr. 11
Externe link	origineel bericht
Originele document in PDF

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2012–2013

32 855

Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden

Nr. 11

AMENDEMENT VAN HET LID VAN WEYENBERG

Ontvangen 19 november 2012

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I, onderdeel D, wordt als volgt gewijzigd:

• 1. 

  Na onderdeel 1 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

1a. In het tweede lid wordt na de eerste zin een zin ingevoegd, luidende: Indien sprake is van een interlandelijke adoptie heeft de werknemer gedurende het tijdvak, bedoeld in de eerste volzin, recht op aanvullend verlof van ten hoogste twee weken.

• 2. 

  In onderdeel 4 wordt «en derde lid,» vervangen door «eerste, tweede en derde lid» en wordt «, derde en vierde lid» vervangen door: eerste lid, tweede lid, eerste en derde volzin, derde en vierde lid.

II

Artikel I, onderdeel H, wordt als volgt gewijzigd:

• 1. 

  Na de onderdeelsaanduiding wordt ingevoegd: Artikel 3:9 wordt als volgt gewijzigd:.

• 2. 

  De zinsnede «In artikel 3:9, tweede lid,» wordt vervangen door: 1. In het tweede lid.

• 3. 

  Er worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

• 2. 

  In het tweede lid wordt na de eerste volzin een volzin ingevoegd, luidende: Indien sprake is van interlandelijke adoptie bestaat gedurende het tijdvak, bedoeld in de eerste volzin, het recht op uitkering aanvullend voor ten hoogste twee weken.

• 3. 

  Het vierde lid komt te luiden:

• 4. 

  Het eerste lid, tweede lid, eerste en derde volzin, en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op de gelijkgestelde die een pleegkind opneemt als bedoeld in artikel 5:1, tweede lid, onder d.

III

Artikel I, onderdeel O, wordt als volgt gewijzigd:

• 1. 

  In de aanhef wordt «wordt een nieuw artikel» vervangen door: worden twee artikelen.

• 2. 

  Na artikel 3:31 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3:32 Overgangsrecht in verband met adoptieverlof

• 1. 

  Op het adoptieverlof, bedoeld in artikel 3:2, dat door de werknemer aan de werkgever is gemeld voor het tijdstip waarop de Wet van .......

houdende wijziging van de Wet arbeid en zorg en de Wet aanpassing arbeidsduur in verband met vergroting van de gebruiksmogelijkheden van deze wetten, alsmede technische aanpassing van de Arbeidstijdenwet en actualisering van het overgangsrecht met betrekking tot de Wet arbeid en zorg (Stb. ....) in werking treedt, blijven de bepalingen terzake van toepassing zoals zij golden voor dat tijdstip.

• 2. 

  Op het adoptieverlof, bedoeld in artikel 3:2, dat nog niet is verstreken op het tijdstip waarop de Wet van ....... houdende wijziging van de Wet arbeid en zorg en de Wet aanpassing arbeidsduur in verband met vergroting van de gebruiksmogelijkheden van deze wetten, alsmede technische aanpassing van de Arbeidstijdenwet en actualisering van het overgangsrecht met betrekking tot de Wet arbeid en zorg (Stb. ....) in werking treedt, blijven de bepalingen terzake van toepassing zoals zij golden voor dat tijdstip.

Toelichting

Het amendement strekt ertoe de inhoud van het voorstel van wet van het lid Koser Kaya tot wijziging van de Wet arbeid en zorg in verband met de uitbreiding van de duur van het adoptieverlof (Kamerstukken 31 045) in het voorliggende wetsvoorstel op te nemen. Dit wetsvoorstel beoogde in geval van interlandelijke adoptie het adoptieverlof uit te breiden met twee weken.

Bij aanname van dit amendement verzoekt de indiener dit te dekken door artikel 1 van de SZW-begroting met 1 miljoen te verlagen voor niet juridisch verplichte subsidie en opdrachten.

Van Weyenberg