Wet van 30 augustus 2012 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het verhogen van de maximale proeftijd voor misdrijven die de gezondheid of het welzijn van dieren benadelen, en in verband met het verhogen van het strafmaximum voor onder meer het doden van andermans dieren - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
Documentdatum | 06-09-2012 |
---|---|
Publicatiedatum | 18-10-2012 |
Kenmerk | Stb. 2012, 392 |
Externe link | originele PDF |
Originele document in PDF |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
-
-Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
-
-Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de maximale proeftijd te verhogen voor misdrijven die de gezondheid of het welzijn van dieren benadelen, en dat het wenselijk is het strafmaximum voor onder meer het doden van andermans dieren te verhogen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKELI
Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
Onder vernummering van het derde en vierde lid tot het vierde en vijfde lid wordt in artikel 14b een lid ingevoegd, dat luidt:
-
-3.
De proeftijd kan eveneens ten hoogste tien jaren bedragen indien er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat de gezondheid of het welzijn van een of meer dieren benadeelt.
B
In artikel 350, tweede lid, wordt «Gelijke straf wordt toegepast op hem» vervangen door: Met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie wordt gestraft hij.
ARTIKELII
Onze Minister van Justitie zendt binnen vijf jaren na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
ARTIKELIIA
-
-1.
Indien het bij geleidende brief van 18 april 2007 aanhangig gemaakte voorstel van wet van het lid Waalkens houdende strafbaarstelling van het plegen van seksuele handelingen met dieren en pornografie met dieren (verbod seks met dieren) tot wet is of wordt verheven, en eerder in werking is getreden of treedt dan, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt dan, deze wet, komt artikel I, onderdeel A, van deze wet te luiden:
A
Onder vernummering van het derde en vierde lid tot het vierde en vijfde lid wordt in artikel 14b een lid ingevoegd, luidende:
-
-3.
De proeftijd kan eveneens ten hoogste tien jaren bedragen indien er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat de gezondheid of het welzijn van een of meer dieren benadeelt. Onder het benadelen van de gezondheid of het welzijn van een dier wordt voor de toepassing van dit artikel mede begrepen het misdrijf, bedoeld in de artikelen 254 en 254a.
-
-2.
Indien het bij geleidende brief van 18 april 2007 aanhangig gemaakte voorstel van wet van het lid Waalkens houdende strafbaarstelling van het plegen van seksuele handelingen met dieren en pornografie met dieren (verbod seks met dieren) tot wet is of wordt verheven, en later in werking treedt dan deze wet, komt artikel 14b, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht te luiden:
3.
De proeftijd kan eveneens ten hoogste tien jaren bedragen indien er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat de gezondheid of het welzijn van een of meer dieren benadeelt. Onder het benadelen van de gezondheid of het welzijn van een dier wordt voor de toepassing van dit artikel mede begrepen het misdrijf, bedoeld in de artikelen 254 en 254a.
ARTIKELIII
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Kamerstuk 30 511
Gegeven te
’s-Gravenhage,
30 augustus 2012
Beatrix
De Minister van Veiligheid en Justitie,
I. W.Opstelten
Uitgegeven de zesde september 2012
De Minister van Veiligheid en Justitie,
I. W.Opstelten