Brief regering; Facultatieve meldplicht bij vergunningvrije activiteiten bij stads- en dorpsgezichten - Wijziging van de Monumentenwet 1988 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in verband met de modernisering van de monumentenzorg

Deze brief is onder nr. 18 toegevoegd aan wetsvoorstel 32433 - Modernisering van de monumentenzorg i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de Monumentenwet 1988 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in verband met de modernisering van de monumentenzorg ; Brief regering; Facultatieve meldplicht bij vergunningvrije activiteiten bij stads- en dorpsgezichten
Document­datum 17-02-2011
Publicatie­datum 17-02-2011
Nummer KST3243318
Kenmerk 32433, nr. 18
Externe link originele PDF
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2010–2011

32 433

Wijziging van de Monumentenwet 1988 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in verband met de modernisering van de monumentenzorg

Nr. 18

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 februari 2011

Naar aanleiding van het wetgevingsoverleg van 31 januari 2011 (Kamerstuk 32 433, nr. 17) over de modernisering van de monumentenzorg kom ik in deze brief terug op de juridische onmogelijkheid van een facultatieve meldplicht op het niveau van het Besluit omgevingsrecht (een algemene maatregel van bestuur) bij vergunningvrije activiteiten. Deze brief stuur ik u mede namens de Minister van Infrastructuur en Milieu die eerstverantwoordelijk is voor de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.

Het lid Van der Ham stelde voor in het Besluit omgevingsrecht een meldplicht te introduceren voor het verrichten van vergunningvrije activiteiten in beschermde stads- en dorpsgezichten. Deze meldplicht zou een facultatief karakter moeten hebben waarbij de gemeente kan bepalen of deze van toepassing is.1De vraag was of het juridisch mogelijk is om in het Besluit omgevingsrecht een dergelijke facultatieve meldplicht in te voeren.

Artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) regelt de vergunningplicht voor het bouwen. Het derde lid van dit artikel bepaalt dat bij algemene maatregel van bestuur categorieën van gevallen kunnen worden aangewezen waarvoor de vergunningplicht niet geldt. De Wabo bevat geen grondslag om hierbij aan een gemeentebestuur de bevoegdheid toe te kennen om ten aanzien van vergunningvrije activiteiten een meldplicht in te voeren. De invoering van een meldplicht in een gemeente betekent het invoeren van een verplichting die op een ieder van toepassing is. Het handelen in strijd met deze verplichting is een overtreding van de wet en hiertegen kan handhavend worden opgetreden. De facultatieve meldplicht houdt dus in dat het gemeentebestuur algemeen verbindende voorschriften kan stellen en hiertoe is het gemeentebestuur

Kamerstukken II 2010–2011, 32 433, nr. 12.

op grond van de Grondwet alleen bevoegd als hiervoor een grondslag in een wet in formele zin bestaat.

Nu de Wabo, gelet op het bovenstaande, niet voorziet in de benodigde grondslag, zou een motie, waarbij de regering wordt gevraagd in het Besluit omgevingsrecht de bedoelde facultatieve meldplicht in te voeren, niet uitvoerbaar zijn.

Overigens zou een dergelijke meldplicht binnen het systeem van de Wabo in strijd zijn met het achterliggende doel van die wet om tot een geüniformeerd vergunningenregime te komen. Gemeentelijke verscheidenheid in de toepassing van een meldplicht bij door het Rijk geregelde activiteiten staat hier haaks op.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, H. Zijlstra

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.