Stemmingen over het wetsvoorstel Verandering in de Grondwet, strekkende tot het vervallen van de bepaling over het uitsluiten van wilsonbekwamen van het kiesrecht (31012) en het wetsvoorstel Verandering in de Grondwet, strekkende tot het vervallen van de bepaling inzake het voorzitterschap van de gemeenteraad en van provinciale staten (31013) - Hoofdinhoud
Deze stemming(en) is onder nr. 35, pag. 1450-1450 toegevoegd aan wetsvoorstel 31012 - Verandering in de Grondwet, strekkende tot het vervallen van de bepaling over het uitsluiten van wilsonbekwamen van het kiesrecht i en wetsvoorstel 31013 - Verandering in de Grondwet, strekkende tot het vervallen van de bepaling inzake het voorzitterschap van de gemeenteraad en van de provinciale staten i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Stemmingen over het wetsvoorstel Verandering in de Grondwet, strekkende tot het vervallen van de bepaling over het uitsluiten van wilsonbekwamen van het kiesrecht (31012) en het wetsvoorstel Verandering in de Grondwet, strekkende tot het vervallen van de bepaling inzake het voorzitterschap van de gemeenteraad en van provinciale staten (31013) |
---|---|
Documentdatum | 07-07-2008 |
Publicatiedatum | 09-07-2008 |
Nummer | HAN8310A03 |
Kenmerk | nr. 35, pag. 1450-1450 |
Van | Staten Generaal (SG) |
Originele document in PDF |
Sprekers
Aan de orde zijn de stemmingen over het wetsvoorstel Verandering in de Grondwet, strekkende tot het vervallen van de bepaling over het uitsluiten van wilsonbekwamen van het kiesrecht (31012) en het wetsvoorstel Verandering in de Grondwet, strekkende tot het vervallen van de bepaling inzake het voorzitterschap van de gemeenteraad en van provinciale staten (31013).
(Zie vergadering van 17 juni 2008.)
De voorzitter: Ik heet de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van harte welkom en ook, alvast, de staatssecretaris van Financiën.
Mij blijkt dat alle leden de presentielijst hebben getekend.
Ik breng de Kamer in herinnering dat het hier grondwetswijzigingen in tweede lezing betreft, die overeenkomstig artikel 137, lid 4, van de Grondwet met ten minste twee derde van het aantal uitgebrachte stemmen dienen te worden aangenomen.
In stemming komt het wetsvoorstel Verandering in de Grondwet, strekkende tot het vervallen van de bepaling over het uitsluiten van wilsonbekwamen van het kiesrecht (31012).
De voorzitter: Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.
De heer Holdijk (SGP): Mevrouw de voorzitter. Voor zover de fracties van de SGP en de ChristenUnie tijdens de behandeling van het wetsvoorstel al niet duidelijk zijn geweest, leg ik graag de volgende verklaring af.
Beide fracties zullen evenals bij de behandeling van de eerste lezing van dit wetsvoorstel hun stem aan het tweede lezingsvoorstel onthouden. Zij kunnen niet instemmen met de ongeclausuleerde vervallenverklaring van onderdeel b van het tweede lid van artikel 54. Wij zijn van mening dat hiermee geen recht wordt gedaan aan de betekenis van het kiesrecht, ook al wordt door het voorstel, het zij toegegeven, een ongelijkheid binnen de categorie wilsonbekwamen opgeheven.
De voorzitter: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SGP en de ChristenUnie tegen het wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor zodat het in ieder geval met tweederde meerderheid is aangenomen.
In stemming komt het wetsvoorstel Verandering in de Grondwet, strekkende tot het vervallen van de bepaling inzake het voorzitterschap van de gemeenteraad en van provinciale staten (31013).
De voorzitter: Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.
De heer Holdijk (SGP): Voorzitter. De boodschap bij deze stemming is in feite niet veel anders dan bij de vorige. De fracties van de SGP en de ChristenUnie hebben immers destijds bij de behandelingen van de voorstellen in eerste lezing ook tegen gestemd. De reden is dat zij de strijdigheid met de constitutionele orde van artikel 125 lid 3 niet vermogen in te zien. Dat was wel het voornaamste argument van de zijde van de regering.
Nu de gedachte van de gekozen burgemeester en Commissaris van de Koningin is verlaten en de regering te kennen heeft gegeven geen wijziging te overwegen van de bestaande regeling van het voorzitterschap in de Gemeentewet en de Provinciewet, achten wij deze wijziging van de Grondwet bovendien niet opportuun.
De voorzitter: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SGP en de ChristenUnie tegen dit wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het in ieder geval met tweederde meerderheid is aangenomen.